Dark
Light

‘Siberian Exiles’ – Deportaties vanuit de Baltische staten naar Siberië

Een fotoproject van Claudia Heinermann
7 minuten leestijd
© Claudia Heinermann
© Claudia Heinermann
Als documentair fotografe werkt Claudia Heinermann aan langlopende fotoprojecten met historische onderwerpen. Eerder publiceerde zij het prijswinnende boek ‘Wolfskinder A Post-War Story’. Sinds 2016 werkt ze aan een trilogie over de deportaties vanuit de Baltische staten naar Siberië onder het Sovjetregime. Het eerste deel van de trilogie, waarin de deportaties vanuit Litouwen centraal staan is klaar en wordt in maart 2020 gepubliceerd. In onderstaand artikel staat Heinermann stil bij de historische achtergronden van haar project:

Historische achtergrond

Op 23 augustus 1939 ondertekenden Hitler-Duitsland en de Sovjet-Unie een niet-aanvalsverdrag: het Molotov-Ribbentroppact, dat het lot van de Baltische staten zou bepalen. Het niet-aanvalsverdrag had namelijk geheime clausules waarin de twee dictaturen Oost-Europa onder elkaar verdeelden. Polen werd opgesplitst in een Duits en een Sovjet-deel, Litouwen viel in de Duitse invloedssfeer en Letland, Estland en Finland werden aan de Sovjet-Unie overgelaten. Op 28 september werd het pact gecorrigeerd, waarna ook Litouwen in de invloedssfeer van de Sovjet-Unie belandde.

Op 22 juni 1941 verbrak Hitler het ‘Duivelspact’ door Stalin de oorlog te verklaren. Dat kwam voor hem als een volslagen verrassing. De sovjets werden uit Oost-Europa verdreven en de Baltische staten werden bezet door de nazi’s. In 1944 verjoeg het Rode Leger de Duitsers weer uit Oost-Europa en annexeerde de Baltische staten als sovjet-republieken van de USSR. Deze inlijving duurde tot 1991, toen de Sovjet-Unie ophield te bestaan. Zo is de twintigste-eeuwse geschiedenis van het Balticum getekend door drie bezettingen, waarvan de bevolking steeds weer het slachtoffer werd.

Tekeningen: Gintautas Martynaitis *1935 †1999 © National Museum of Lithuania
Tekening: Gintautas Martynaitis *1935 †1999 © National Museum of Lithuania
Tekeningen: Gintautas Martynaitis *1935 †1999 © National Museum of Lithuania
Tekening: Gintautas Martynaitis *1935 †1999 © National Museum of Lithuania

Om het verzet tegen de Sovjetbezetting te breken liet Stalin tussen 1940 en zijn dood in 1953 600.000 burgers uit de Baltische staten deporteren. Dat was een enorme klap, aangezien de drie landen in die jaren samen niet meer dan rond de zeven miljoen inwoners telden. ‘Anti-sovjet-elementen’ en de ‘intelligentsia’ moesten verdwijnen en werden naar Siberië verbannen, waar ze meestal aan hun lot werden overgelaten.

In Litouwen alleen al werden 150.000 mannen veroordeeld en naar de Goelag gestuurd. Daarnaast werden tijdens twee grote massadeportaties 132.000 mensen zonder enige vorm van veroordeling naar afgelegen gebieden gebracht om daar dwangarbeid te verrichten. Zeventig procent daarvan waren vrouwen en kinderen, dertigduizend mensen overleefden de deportatie niet.

Zes Litouwse overlevenden

In het eerste deel van de trilogie ‘Siberian Exiles’, portretteer ik zes Litouwse overlevenden, Irena, Nijolė, Jonas M., Vilius, Jonas P. en Vaidutis, die als kinderen naar de Laptevzee boven de poolcirkel verbannen werden. Hun gezinnen werden in 1941 tijdens de eerste grote massadeportatie naar de zuidelijke bergstreek Altaj gedeporteerd om bomen te kappen en landarbeid te verrichten. In 1942 werden ze met drieduizend andere Litouwers overgebracht naar de delta van de rivier de Lena, die uitmondt in de Laptevzee. In dit arctische gebied is het tien maanden per jaar winter. De temperatuur daalt tot vijftig graden onder nul.

© Claudia Heinermann
© Claudia Heinermann

Irena Saulutė Valaitytė Špakauskienė (1928, Kaunas) is een van de zes ooggetuigen die ik uitgebreid interviewde. Ze was 13 jaar oud toen zij in juni 1941 samen met haar haar broer en moeder naar de Altaj gedeporteerd werd en later naar de Laptevzee. Haar vader werd naar een goelag-kamp gestuurd waar hij geëxecuteerd werd. In het poolgebied werd Irena in de kinderbrigade ingedeeld waar ze 12 uur per dag moest werken voor een paar stukjes brood. Door de erbarmelijke omstandigheden stierf Irena’s moeder in 1946. Irena was wanhopig maar bleef samen met haar broer vechten om te overleven. Ze keerde in 1948 op een avontuurlijke manier terug naar Litouwen en bleef uit angst voor de Sovjets tot 1955 ondergedoken. Een herinnering van Irena over de tocht naar de Laptevzee:

© Privécollectie
© Privécollectie

“Onderweg in de boot fantaseerden mensen erover dat we naar Amerika gebracht zouden worden, maar die droom vervloog toen we eind augustus 1942 in Tit-Ary op een eiland in de Lenadelta bij de Laptevzee aan wal gingen. Waar wij uitstapten was niets, helemaal niets, alleen maar kale vlaktes. Het poolgebied was dus ons doel. Het was koud en de eerste sneeuw was al gevallen. We waren veel te dun gekleed en hadden niets om onder te schuilen. Ik had constant honger en was bang om te gaan slapen. Ik dacht ik zou bevriezen en nooit meer wakker worden. We kropen dicht tegen elkaar aan.”

De Litouwse dwangarbeiders hadden de taak boven de poolcirkel een visindustrie op te zetten. Dat was een absurde opdracht: mensen werden gedumpt zonder huisvesting, beschermende kleding, voedsel of technische hulpmiddelen. Tijdens sneeuwstormen dienden ze met blote handen hun eigen hutten te bouwen. Kleine kinderen hadden vaak als taak het vuur brandend te houden en drijfhout te verzamelen. De oudere kinderen werden in kinderbrigades te werk gesteld. De ballingen leden honger en kregen scheurbuik en andere ziektes. Voor velen werd het een doodvonnis. De Litouwers deelden hun lot met gedeporteerden uit Finland en uit Tsjoeraptsja in Jakoetië. Allen leefden onder even erbarmelijke omstandigheden en velen kwamen om.

© Museum of Occupations and Freedom Fights
© Museum of Occupations and Freedom Fights

De gedeporteerde Jakoeten mochten na het einde van de oorlog terug naar huis. De Litouwers kregen pas na Stalins dood in 1953 toestemming om naar Jakoetsk te vertrekken, waar de omstandigheden iets beter waren. Jongeren konden er studeren, terwijl de volwassenen betaald werk konden doen. Eind jaren vijftig mochten ook de Litouwers eindelijk terug naar huis, mits zij de terugreis zelf konden betalen. Maar ook na terugkeer naar Litouwen was hun leven verre van makkelijk. Als ex-ballingen werden ze gediscrimineerd en in hun carrière gedwarsboomd. Pas toen de Baltische landen in de jaren negentig onafhankelijk werden, mochten ze open over hun deportatie praten.

© Museum of Occupations and Freedom Fights
© Museum of Occupations and Freedom Fights

In 1989 keerden Irena, Jonas M., Vilius, en Vaidutis en een aantal andere ballingen terug naar de Laptevzee, op zoek naar de graven van hun familieleden. Ze wilden hun gelieven uit de permafrost opgraven en mee naar huis nemen. Ze koesterden een diepe wens om hun familieleden in Litouwse aarde te begraven. Het was een daad van verzet en een teken dat hun identiteit door het sovjet-systeem niet gebroken was. Irena:

© Claudia Heinermann
© Claudia Heinermann

“In 1989 ging ik met een aantal andere ex-gedeporteerden op een expeditie terug naar de Laptevzee om de graven van onze familieleden te zoeken. We vonden vele graven ook dat van mijn moeder. Toen we de kist openmaakten herkende ik haar meteen, ze zag er vredig uit, bijna verlicht, haar lichaam was uitgedroogd.

Mijn hart explodeerde en mijn gevoelens schoten alle kanten op. Kun je je voorstellen hoe het voelt als je als zestigjarige vrouw je veertigjarige moeder in het gezicht kijkt, die is bevroren in het ijs? Verdriet en geluk liepen door elkaar heen. Ik kon haar naar huis brengen en in Litouwse aarde begraven. Dit was het mooiste wat ik voor haar heb kunnen doen.”

© Vilius Kairys
© Vilius Kairys

Deel I van de trilogie ‘Siberian Exiles’

Het eerste deel van de trilogie ‘Siberian Exiles’ is een reis door de geschiedenis. Het omvat uitgebreide interviews van de zes ooggetuigen, tekeningen van Gintautas Martynaitis en veel archiefbeelden die een blik in het verleden bieden terwijl ik met mijn camera het heden vastleg. Ik bezocht de plekken uit de verhalen van de ooggetuigen en reisde door de Altaj en Jakoetië op zoek naar sporen van deze opmerkelijke geschiedenis. Onderweg legde ik vast wat ik tegen kwam, het landschap van deze afgelegen gebieden, de dorpen en de inheemse bevolking met hun herinneringen aan de tijd onder Stalin.

Het boek is een verhaal over onderdrukking, machtsmisbruik en misdaden tegen de menselijkheid. Maar ook een verhaal over een eigenzinnig volk dat zich niet wil laten breken en zijn eigen identiteit en cultuur niet wil opgeven, over de wil om te overleven en over de kracht van de mens.

De publicatie is ontworpen door grafisch ontwerper Sybren Kuiper – SYB. Het resultaat is een monumentaal ontwerp van 780 pagina’s verspreid over vijf boeken in een box. De verkoopprijs van de box is 80,- euro. Omdat deze publicatie zeer kostbaar is en ik in eigen beheer uitgeef heb ik een crowdfunding-campagne gestart waarmee ik de productie kan financieren. Als u de box met vijf boeken via mijn website koopt of de crowdfunding op een andere manier wilt steunen, wordt uw naam in het boek vermeld en ontvangt u een uitnodiging voor de boekpresentatie in het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam.

~ Claudia Heinermann
Foto’s en illustraties: met toestemming van auteur
© Copyright Claudia Heinermann, 2019. Alle rechten voorbehouden

Website: www.siberianexiles.com
Ook interessant: Het vergeten verhaal van de Wolfskinderen
…en: Dalia Grinkeviciute, een veertienjarig meisje in de Siberische Goelag

Claudia Heinermann

Claudia HeinermannToen ik in Litouwen aan mijn boek over de Wolfskinderen werkte hoorde ik regelmatig onthutsende verhalen over deportaties naar Siberië. De Goelag-kampen waren mij bekend, maar dat er ook hele families zonder enkele veroordeling naar afgelegen gebieden in Siberië gedeporteerd werden was mij nieuw. Hoe meer ik over dit onderwerp leerde hoe verontwaardigder ik werd. Vooral de deportaties naar het hoge noorden troffen mij het meest. Welk kwaadaardig brein stuurt vrouwen en kinderen naar het Noordpoolgebied om een ​​visindustrie op te bouwen? Het was duidelijk dat veel gedeporteerden zouden sterven, vooral jonge kinderen, maar onder Stalin had een mensenleven geen waarde. Ik realiseerde mij dat wij relatief weinig weten over de misdaden die onder Stalin begaan zijn en dat er nog zoveel verborgen verhalen zijn die er op wachten om verteld te worden. Als documentair fotograaf wil ik er graag aan bijdragen dat deze historische herinneringen levend blijven en met een breder publiek gedeeld kunnen worden.

Het project wordt mede mogelijk gemaakt door het Fonds Anna Cornelis.

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (51.365 actieve abonnees)


Mede dankzij onze donateurs zijn al onze artikelen gratis te lezen. Op Historiek vindt u dus geen PREMIUM artikelen of 'slotjes'.

Steun ons ook

×