Carnet de Voyage
1 juli 2018: Simone Veil (13 juli 1927-30 juni 2017) vervoegt de Groten der Franse Natie die sinds 1789 rusten in het Panthéon. Daarvoor moet je de Franse nationaliteit bezitten en verdienstelijk geweest zijn voor het land. Je moet worden voorgedragen, een brief aan de president volstaat. Ook moet er een lichaam zijn, een fragment ervan of de as. De regel ‘10 jaar overleden zijn’ werd blijkbaar voor la grande dame geschrapt. Zet de familie het licht op groen, dan moet de burgemeester nog zijn fiat tot opgraving verlenen, wat niet het geval was voor George Sand. Ten slotte is de handtekening van de president vereist. Zo eenvoudig is dat.
Vrouwen in het Pantheon
Marie Curie heeft de weg geopend voor vrouwelijke kandidaten; ze wachtte maar liefst zestig jaar op deze eer (1995). Haar man met wie ze samen begraven was, mocht mee verhuizen. Zo’n Poolse, dubbele Nobelprijswinnares (natuurkunde en scheikunde) adopteren en naturaliseren de Fransen maar al te graag.
Geneviève de Gaulle-Anthonioz, nichtje van Charles De Gaulle en Germaine Tillion, beiden verzetsstrijdsters en activist voor mensenrechten kwamen Marie in 2015 vervoegen. Simone Veil is dus de vierde vrouw die ‘gepanthéoniseerd’ wordt. En toch is het een clubje van vijf dames omdat Sophie Berthelot ook niet gescheiden werd van haar in 1907 opgenomen echtgenoot, de Franse scheikundige en politicus Marcellin Berthelot.
Thans is de verhouding tweeënzeventig mannen en vijf vrouwen. Mirabeau was in 1791 de eerste, maar werd verwijderd in 1794 na ontdekking van zijn dubieuze correspondentie met Lodewijk XVI. Hij ligt nu begraven in de Église Saint-Étienne-du-Mont, naast het Panthéon. Eeuwige roem is dus niet altijd pour toujours. Daardoor wordt Voltaire de oudste bewoner.
Het Panthéon
Het kruis op de 83 meter hoge koepel verraadt het kerkverleden van dit gebouw op de heuvel Sainte-Geneviève. Lodewijk XV, in 1744 doodziek, belooft bij genezing de vervallen kerk, nog uit de tijd van Clovis, weer op te trekken. Hij herstelt, wil zijn belofte houden, maar het geld ontbreekt. Via een loterij worden de nodige fondsen verzameld. Soufflot ontwerpt de plannen in de vorm van een Grieks kruis. Het voorportaal gaat schuil onder een woud van Korintische zuilen met sierlijk omkrullende acanthusbladeren. De bronzen deuren wegen elk 9 ton. De kerk is klaar in 1789, een annus horribilus voor het kerkelijk goed. De revolutionairen maken er meteen een tempel van voor hun overleden voorvechters. Napoleon verleent 42 dapperen de eer tot bijzetting. De revolutie grijpt ook op architectonisch vlak in. Klokkentorens worden in 1793 afgebroken. Beneden worden de meeste vensters dichtgemetseld. Schilderijen, eerst op doek in ateliers gemaakt, worden op de muren gekleefd.
De nationale begrafenis van Victor Hugo in 1885 luidt de definitieve bestemming van het Panthéon in als Tempel van de Faam.
Ik strijk neer op het terras van Le Comptoir du Panthéon, met zicht op het majestueuze gebouw en lees de laatste bladzijden van Une Vie, de in 2007 verschenen autobiografie van Simone Veil.
Simone Jacob
Simone ziet het daglicht in Nice als jongste van vier. Vader is architect; maman Yvonne Steinmetz, houdt zich ledig met de opvoeding van de kinderen. Ze zijn een joodse, niet religieus praktiserende, familie en maken geen geheim van hun achtergrond. Ze zijn perfect geïntegreerd in de Franse samenleving. Hun leven verandert drastisch wanneer op 9 september 1943 de Duitsers Nice binnenvallen. In 1944 wordt het gezin gedeporteerd. Simone is dan zestien en komt samen met haar moeder en zus Milou in Auschwitz-Birkenau terecht. Dat ze kunnen samenblijven dankt ze aan het feit dat ze zegt achttien te zijn. Ze wordt ook beschermd door haar schoonheid.
‘Een vrouwelijke kapo zei tegen me: jij bent te knap om hier te sterven. Met mijn moeder en zus werd ik naar een aangrenzend kamp gestuurd waar het regime minder hard was.’
Ze zal ook nooit volledig kaalgeschoren worden, wat voor joodse vrouwen enorm psychisch ingrijpend was. In het Mémorial de la Shoah spreekt ze over haar kampverleden. Ik ga erheen om die getuigenis opnieuw te beluisteren.
Nummer 78651
Niet iedereen heeft de sterkte om te getuigen over de vreselijke ontberingen en ondergane vernederingen in nazitijd. Er vallen stiltes in haar getuigenis; ze spreekt met een krop in de keel. Op haar arm staat nog steeds 78651 getatoeëerd. In Auschwitz werd je een nummer. Dat nummer zal ze laten graveren in het zwaard – onder de vlammen van het crematorium – dat ze bij haar intrede in de Académie Française krijgt uitgereikt.
Ze vertelt over de dodenmars naar Bergen-Belsen, waar haar moeder aan tyfus sterft. Vader en broer Jean ziet ze nooit terug. Haar oudste zus Denise overleeft Ravensbrück. Door de samen beleefde ellende zijn Simone en Milou elkaar heel nader gekomen. Na de oorlog is de terugkeer in een normale samenleving geen evidentie. Simone is vervreemd van de gewone dagelijkse dingen en slaapt aanvankelijk maandenlang op de grond. Ze herstelt zich en vangt de studie rechten aan.
Wanneer ze later beroemd is en er sprake is van haar oorlogsverleden, zal ze steeds de andere, minder beroemde slachtoffers erbij betrekken. Ook de Justes, zij die zoveel Joden hebben gered tijdens de Tweede Wereldoorlog, laat ze steeds delen in de hulde die haar vaak te beurt valt.
Simone en Antoine une histoire d’amour
Simone Jacob wordt in 1946 mevrouw Simone Veil door haar huwelijk met Antoine Veil. Ze krijgen drie zonen. Ze geeft haat geen plaats; het gezin gaat in 1950-52 zelfs in Duitsland wonen omwille van de diplomatieke job van Antoine. Hij is haar steun wanneer in 1952 haar zus Milou omkomt in een auto-ongeluk. Ook diens zoontje overleeft de klap niet. De baby sterft in de armen van Simone.
Wanneer Claude Nicolas, de jongste zoon van het echtpaar Veil-Jacob, in 2002 op 54-jarige leeftijd overlijdt aan een hartstilstand, is Simone ontroostbaar.
‘J’ai commencé ma vie dans l’horreur, je la termine dans le désespoir.’
Ook uit dit dal komt het koppel sterker dan ooit tevoorschijn. In 2013, na 67 jaar samenzijn, moeten ze afscheid nemen. Antoine overlijdt. In zijn discours tijdens de plechtigheid van de bijzetting in het Panthéon betrekt president Macron dan ook de echtgenoot, hoog functionaris, politicus en zakenman. Hij was haar levensgezel langs elke fase van haar bestaan en politieke carrière. In de rue Soufflot, die leidt naar het Panthéon, zijn voor de gelegenheid 21 borden opgesteld die haar levensweg weergeven; de tekst ook in het Engels. Op menige foto staat ze samen met haar echtgenoot. Geen rode, maar een blauwe loper is uitgerold over de lengte van de straat tot in het Panthéon. Blauw symboliseert Vrede, Verdraagzaamheid onder de volkeren en Europa. Het wordt hun laatste tocht, onder een stralende zon, alvorens ze eeuwig naast elkaar zullen rusten in de Tempel der Groten.
Politiek bewogen leven
Simone rolt het politieke leven binnen als magistraat voor penitentiaire zaken. In 1971 bezoekt ze voor het eerst Israël. De Bar Ilan universiteit zal haar later doctor honoris causa benoemen. Tussen 1974 en 1979 is ze minister van Volksgezondheid. Na haar beroemde toespraak in het Franse parlement (26 november 1974) behaalt haar voorstel om abortus uit het strafrecht te halen de meerderheid der stemmen in de Senaat. Niet morele, maar medische overwegingen staan daarbij voorop als ze ziet hoeveel vrouwen, die niet de middelen hebben om naar het buitenland gaan, sterven tijdens een ingreep door niet bevoegden. Van 1979 tot 1982 is ze voorzitster van het Europees Parlement. Daarna is ze tien jaar Europarlementariër. In 1993 wordt ze opnieuw minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en blijft dit tot 1995. De rechten van de vrouw, gelijkheid, vrede en Europa liggen haar nauw aan het hart. Ze ontvangt de Duitse Heinrich-Heine prijs voor haar politieke en culturele loopbaan ten gunste van Europa. Niet zonder recht bestempelt men haar als het geweten van de EU, bestrijder van antisemitisme en verdediger van vrouwenrechten. In 1981 ontvangt ze de prestigieuze Karel de Grote-prijs. Het plein voor het hoofdgebouw van het Europees Parlement in Brussel, krijgt vanaf 2011 de naam Agora Simone Veil. In Parijs wordt metro Europa herdoopt in Europe- Simone Veil.
Tijdens de ceremonie kleeft terecht de sticker Merci Madame op de hemdjes van kinderen. Vooraf uitgekozen klassen krijgen de beste plaatsen toegewezen. Sommige kinderen mogen zelfs op de tribune zitten.
Aangrijpende ceremonie
De stoffelijke overschotten worden vanuit de begraafplaats van Montparnasse overgebracht naar het Mémorial de la Shoah. Er kan een groet gebracht worden; er ligt een rouwregister. Op 1 juli staan de kisten, bedekt met de Franse vlag, beneden aan rue Soufflot. Leden van de Gardes républicains dragen de kisten op de schouders. Ze houden driemaal halt. Jongeren zingen; beelden de woorden uit in gebarentaal. De stem van Simone Veil weerklinkt. Het is muisstil onder de duizenden aanwezigen. De klank van een cello-solo snijdt door het hart: een joods lied Song in Remembrance of Schubert gespeeld door Sonia Wieder-Atherton weerklinkt. Geen ander instrument kan zo perfect pijn en weemoed verklanken.
Wanneer de kisten op het plein voor het Panthéon staan, neemt president Macron het woord. In zijn hommage belicht hij de verdiensten van Simone Veil. Daarna zingt het koor van het Armée française de Marseillaise, krachtig en in vlug tempo als om de spoken van de weemoed te verdrijven. Sopraan Barbara Hendricks sluit zich erbij aan. Er volgt een minuut stilte waarin Het geluid van de stilte van het concentratiekamp Birkenau, door David Teboul geregistreerd op 17 juni om 5 uur ’s morgens, de lucht vult. Vroege vogels lijken vanuit Polen te zijn overgevlogen. De levendigheid van hun geschetter staat in schril contrast met alles waarvoor de uitroeiingskampen stonden. Er gebeurt iets met de aanwezigen. Ik zie een stoere bewakingsagent een traan wegpinken.
Dan gaat de immense deur van het Panthéon open en daar zit de celliste. Alleen. Sarabande, suite No. 5 van Johann Sebastian Bach. Alles is van dichtbij te volgen op grote schermen. Heel ontroerend. Ook ik houd het niet droog.
Familie en hoogwaardigheidsbekleders begeleiden Simone en Antoine tot in de grote hal van het Panthéon. Haar zonen en kleinkinderen waren er ook bij toen ze 60 jaar na de bevrijding, onder impuls en in gezelschap van Alain Genestar (journalist/directeur van Paris Match) Auschwitz bezocht.
’s Avonds ga ik, zoals zovelen, de stoffelijke overschotten groeten in de hal van het Panhéon en kuier in de rue Soufflot langs de panelen met haar leven. De blauwe loper is opgerold. De volgende dag worden de kisten in intieme kring bijgezet in de crypte. Het echtpaar Veil zal rusten in caveau six in gezelschap van Jean Moulin, illustere figuur van de Weerstand, Jean Monnet, één van de grondleggers van een Verenigd Europa en schrijver André Malraux. Rest me alleen nog afscheid te nemen van Simone en Antoine Veil op hun definitieve plaats in het Panthéon. Op de stenen sarcofaag staat nr. 78651, zoals werd getatoeëerd op de arm van de jonge Simone. Merci Madame!
Lees ook: Simone Veil – Franse advocate en politica
Boek: Simone Veil – Autobiografie