Keizerin Sisi – Een excentrieke vorstin

3 minuten leestijd
Elisabeth in Beieren 1837-1898
Elisabeth in Beieren 1837-1898

Vandaag de dag zullen de meeste mensen bij de naam ‘Sisi’ denken aan een kerstavond met Romy Schneider op de buis. De historische Sisi vertoont echter nauwelijks gelijkenis met de hoofdrolspeelster van desbetreffende film. Geen sprookjesachtige taferelen, maar strenge hofprotocollen en hoge dieet- en schoonheidseisen. Een bijzonder feit is dat Elisabeth, oftewel Sisi, tijdens haar leven nauwelijks interessant werd gevonden door de buitenwereld.

Pas na haar dramatisch einde werd ze meer en meer neergezet als een icoon met mythische proporties. Het boek van Katrin Unterreiner en Patric Aalders Sisi, Sprookje en werkelijkheid zet het leven van de excentrieke vorstin in een heel ander perspectief. Hiermee sluiten de auteurs naadloos aan bij de tentoonstelling over Sisi op het Paleis het Loo.

Hoewel het boek hoofdzakelijk chronologisch is opgezet, begint hoofdstuk één met extra uitleg over de vrouw Elisabeth en de geboorte van de mythe rondom haar persoon. Tijdens haar leven bleek ze namelijk niet de alom bewonderde, onbaatzuchtige en goede koningin te zijn zoals velen haar heden ten dage zullen kennen. Haar tegenstrijdige persoonlijkheid, egocentrisme en egomanie zijn in dit beeld compleet genegeerd. Het boek laat juist ook deze interessante kant van de keizerin naar voren komen. Het is niet verwonderlijk dat deze eigenschappen worden weggelaten, omdat het niet past in het goed verkoopbare verhaal van de jonge prinses die plotseling prinses wordt en zich als vrijheidslievende persoonlijkheid moeilijk ondergeschikt kan maken aan de strenge hiërarchie aan het Weense hof.

Sisi liet zich na haar dertigste niet meer portretteren. Zo bleef ze voor velen voor altijd de mooie jonge keizerin.

Dat de keizerin excentrieke karaktertrekken heeft, komt onder andere naar voren uit het feit dat ze altijd in beweging is. Zelfs bij de gesprekken met haar dochters blijft ze heen en weer lopen. Ook het maken van bergtochten van zeven tot negen uur, met nauwelijks rust, waren haar niet vreemd. Naast het vele bewegen, was Sisi geobsedeerd door haar uiterlijk. Er werd dan ook een groot gedeelte van de dag aan besteed. Zo testte ze allerlei schoonheidsrecepten uit en werd haar haar iedere dag drie uur lang gekapt. Elisabeth is zich er dan ook door en door van bewust dat ze gezien werd als van de mooiste vrouwen van haar tijd. Een grappig feitje, dat haar obsessie met schoonheid weerspiegelt, is dat ze zich na haar dertigste niet meer liet portretteren. Zo bleef ze voor velen voor altijd de mooie jonge keizerin.

De hoofdstukken in het midden, twee tot en met vijf, beschrijven het verdere leven van de vorstin op chronologische wijze waarbij ook de familiegeschiedenis en historische context aan bod komt. Er is een stamboom, voor het geval de lezer even het spoor bijster is in de wirwar van namen. Deze aspecten geven diepgang en duidelijkheid aan het verhaal waardoor het boek meer als een geheel uit de doeken komt. Hiermee wordt op een goede manier het gevaar ontweken van een verhaal met louter losse flodders uit het leven van de hoofdpersoon.

Moord op Sisi
Moord op Sisi

Het leven van de vorstin kent ook opvallend veel tragedies: het overlijden van haar eerste dochter op tweejarige leeftijd (aan diarree en koorts). Waar later ook de zelfmoord van haar enige zoon Rudolf bovenop kwam. Dit alles maakte haar bitter en mensenschuw. Er ontstond een zekere zwaarmoedigheid in haar latere jaren en zelfs een verlangen naar de dood. Sisi’s eind kwam wellicht sneller dan verwacht: de moordaanslag in Genève in 1898. Dit tragisch overlijden spant de kroon van haar uiterst zwarte laatste periode van leven. Echter werd met deze dood tegelijkertijd wel direct Elizabeths onsterfelijkheid geboren, als een feniks die uit zijn eigen as opstaat. Vanaf dit moment gaat ze niet louter als historisch persoon de geschiedenisboeken in, maar voornamelijk als een mythisch icoon.

Sisi. Sprookje en werkelijkheid – Katrin Unterreiner
Sisi. Sprookje en werkelijkheid – Katrin Unterreiner
Het zesde en laatste hoofdstuk valt niet geheel binnen de chronologie van de rest van het boek. Het behelst namelijk de periodes dat de keizerin in Nederland verbleef (1884 en 1885). Speciaal voor de tentoonstelling is hier onderzoek naar gedaan door Anne-Dirk Renting (bibliothecaris en conservator van Paleis het Loo). De vorstin verbleef in Nederland voor een behandeling bij dr. J.G. Mezger voor haar heup- en voetklachten. Daarnaast had Elisabeth genoeg tijd voor vele andere uitstapjes tijdens haar verblijf. Hoewel het een uitermate interessant onderzoek is, komt het een beetje als mosterd na de maaltijd. Wellicht had het beter in de rest van het verhaal opgenomen kunnen worden, omdat de lezer na hoofdstuk vijf al het gevoel heeft dat het verhaal ‘af ’is. Dat neemt niet weg dat het lezen van dit laatste hoofdstuk zeker de moeite waard is. Ze is namelijk tot op heden de enige hoge buitenlandse vorst die zo lang in Nederland verbleef.

Het rijk geïllustreerde boek vertelt een helder, maar bovenal boeiend verhaal wat het een echte aanrader maakt voor de geïnteresseerde leek. In de zes hoofdstukken geven de auteurs duidelijk antwoord op de door hunzelf gestelde hoofdvraag. Na het lezen van het boek heeft de lezer een goed beeld van de vrouw die 117 jaar na haar dood nog steeds tot de verbeelding spreekt.

Boek: ‘Sisi, Sprookje en werkelijkheid’

0
Reageren?x
×