Slag tussen de Friezen en de Frankische hofmeier Pepijn II van Herstal die zich voltrok rond 690 na Christus.
Het rijk van de Friezen was op een hoogtepunt het Magna Frisia en werd geregeerd door koning Radbod. Dorestad lag binnen de grenzen van dit rijk en was een belangrijk handelscentrum in Noordwest-Europa.
Het Frankische rijk werd in naam geregeerd door een Merovingische koning maar de werkelijke macht lag bij de hofmeier Pepijn II van Herstal. Dorestad en het rivierengebied waren voor hem te belangrijk om links te laten liggen. In 689 na Christus in een veldslag om Dorestad werd Radbod door Pepijn II van Herstal verslagen. Het gebied tot aan de Oude Rijn kwam hierdoor in bezit van de Franken oftewel in de macht van Pepijn II.
De nieuwe machtsverhoudingen werden bezegeld met een huwelijk. Radbods dochter Theusinde trouwde met Grimoald de jongste zoon van Pepijn II van Herstal. Dit huwelijk kan gezien worden als het benadrukken van een band of ‘verdrag’ tussen twee machtige families. Uit dit huwelijk werden geen kinderen geboren.