Sophie Taeuber-Arp – Pionier van de abstracte kunst

Zwitserse schilder en beeldhouwer
8 minuten leestijd
Sophie Taeuber-Arp - Composition dans un cercle (éléments d’objets coïncidents), 1936 - Gouache op papier, 27,8 × 26 cm - © Privébezit Depositum Aargauer Kunsthaus Aarau - Fotocredit: Peter Schälchli
Sophie Taeuber-Arp - Composition dans un cercle (éléments d’objets coïncidents), 1936 - Gouache op papier, 27,8 × 26 cm - © Privébezit Depositum Aargauer Kunsthaus Aarau - Fotocredit: Peter Schälchli

Schilderes, ontwerpster, weefster, danseres, beeldhouwster, interieurarchitect, juweelontwerpster, marionettenbouwster, vernieuwster…. Sophie Taeuber-Arp (1889-1943) was het allemaal. Maar waarom is ze dan vergeten? Stond ze te lang in de schaduw van haar echtgenoot Jean (Hans) Arp (1886-1966)? Hoewel ze wordt aanzien als één van de belangrijkste kunstenaressen van de twintigste eeuw, kreeg de avant-garde artieste nooit een solotentoonstelling of een mooie monografie. Tot nu. Dada, Sophie!

Sophie Taeuber-Arp - Portret (Pasfoto), 1942 - Fotografie 10,5 × 7,5 cm © Aargauer Kunsthaus Aarau
Sophie Taeuber-Arp – Portret (Pasfoto), 1942 – Fotografie 10,5 × 7,5 cm © Aargauer Kunsthaus Aarau
Een koude januari nacht 1943. Sophie Taeuber en haar echtgenoot Jean Arp waren het Zuid-Franse Grasse en de nazi’s ontvlucht en – opnieuw – in Zürich aangespoeld. Ze logeerden elk op een andere plek: Sophie bij haar zus Erika en Jean bij designer Max Bill. Tot laat in de nacht hadden ze samen ten huize Bill aan een portfolio gewerkt. Sophie had de laatste tram gemist en Bill vroeg Jean om zo galant te zijn om zijn logeerbed aan zijn eega af te staan. Jean weigerde. Dus waadde Sophie op een ontiegelijk uur door de winterse sneeuw naar het zomerhuis van Bill. Eenmaal binnen stak ze de kachel aan maar vergat de evacuatie te ontruimen. ’s Ochtends was ze overleden. Koolstofmonoxide. 53 jaar en nog een heel leven van kunstexperimenten voor zich.

“Een radikale artiste die vreugde aan Dada toevoegde.”

Tête Dada - Sophie Taeuber-Arp, 1920
Tête Dada – Sophie Taeuber-Arp, 1920 (CC BY 3.0 – wiki)
Zo omschreef de Britse krant The Guardian haar. De Dadabeweging was inderdaad een schreeuwerige anti-kunstbeweging. Ontstaan in volle eerste wereldoorlog in het neutrale Zürich, in Cabaret Voltaire riepen, declameerden, exposeerden, toeterden, verkleedden pacifisten, verontrusten, rebellen, nieuwlichters zich tot Punks avant la lettre. Hun expressies in grafische en theatrale vorm waren inderdaad niet enkel balorig maar ook behoorlijk agressief. Sophie Taeubers kunstwerken waren daarentegen niet roeperig, niet kwaad(aardig) maar eerder olijke abstracties. Een van haar meest iconische werken is Tête Dada (1920) en is schalks. En misschien daarom (en omdat ze een vrouw was) werd het beeld over het… hoofd gezien. Sophie speelde met vormen, volumes, kleuren en liet hen dansen als op een denkbeeldig jazzdeuntje.

Dansende sculpturen

Sophie was immers ook danseres. Ze had de dansschool van de roemruchte (en soms omstreden) Rudolf (von) Laban (1879-1959) in Zürich gevolgd. En in 1917 organiseerde de Hongaarse danser, choreograaf, filosoof, architect het ‘Sun Festival’ in de alternatieve en anarchistische artiestenkolonie Monte Verità in Ascona. Sophie was er ook bij en datzelfde jaar danste ze ook in de Galérie Dada in Zûrich op Karawane, een geluidsgedicht van Hugo Ball, met een sjamanistisch masker van Marcel Janco en een ‘zakkenjurk’ ontworpen door Arp. Haar armen had ze verlengd met kartonnen rollen. Als een wilde, ongetemde kat zwiepte ze met haar hoofd, als uit onvrede met de omringende wereld. Het was een verbazende voorstelling die haar de bewondering van haar artistieke gelijkgestemden opleverde. Maar niet van de directie van de Kunstgewerbeschule van Zürich waar ze lesgaf. Ze kreeg de keuze: DADA of niet-DADA. In 1918 ondertekent ze het Zurich Dada Manifesto Tijdens een Dada-tentoonstelling.

Sophie Taeuber-Arp en haar zus Erika Schlegel in kostuum - Zürich, 1925 - Fotografie, 12,5 × 8,5 cm - © Aargauer Kunsthaus, Aarau
Sophie Taeuber-Arp en haar zus Erika Schlegel in kostuum – Zürich, 1925 – Fotografie, 12,5 × 8,5 cm – © Aargauer Kunsthaus, Aarau

Korte tijd voordien had – toen nog – Hans Arp Sophie voor het eerst zien dansen en hij schreef haar twee kattebelletjes:

“All the birds in the world flew into your eyes.” (Alle vogels van de hele wereld vlogen in jouw ogen)

En :

“Friendly birds fly around our eyes.” (Vriendelijke vogels omzwerven jouw ogen)

Sophie Taeuber-Arp - Ketting, ca. 1918–1920 - Parels, met schroefdraad, Looptechniek - Lengte 95 cm - © Privébezit, Depositum Aargauer Kunsthaus Aarau - Fotocredit: Peter Schälchli
Sophie Taeuber-Arp – Ketting, ca. 1918–1920 – Parels, met schroefdraad, Looptechniek – Lengte 95 cm – © Privébezit, Depositum Aargauer Kunsthaus Aarau – Fotocredit: Peter Schälchli

De geschreven kattebelletjes zijn bewaard en weergegeven in de monografie over Sophie door haar achternicht Silvia Boadella. Deze schrijfster, filosofe en psychotherapeute heeft haar groottante nooit gekend maar elke kruimel van het leven van Sophie lijkt de familie te hebben bewaard. De denkbeelden en gedachten van een groottante zonder haar persoonlijk gekend te hebben (bijna) 80 jaar na haar dood weergeven, stelt toch wel enige wetenschappelijke bedenkingen over dit bijwijlen ‘geromantiseerde’, persoonlijk ingevulde boek.

Maar duidelijk wordt wel dat Sophie’s vrije jeugd (geboren in Davos op 19 januari 1889) haar fantasie en creativiteit aanwakkerde. Al mist ze wel haar vader, een Duitse apotheker, die overlijdt wanneer ze amper twee jaar is. Haar Zwitserse moeder bleef in haar thuisland wonen en zelf geen onverdienstelijke pastellist en aquarellist, stimuleert ze haar dochter(s). In het buitenverblijf, in het Zwitserse Trogen, genieten ze niet enkel van de gezonde lucht maar ook de vrije natuur die hen inspireert.

Op haar negentiende werd Sophie naar de Kunstgewerbeschule in Sankt Gallen gestuurd. Meisjes kregen immers geen toegang tot kunstonderricht. Toegepaste kunst – of huisvlijt – was het hoogste wat te grijpen viel. Ook later, in München en Hamburg, bleef het bij het Lehr- und Versuchs-Atelier für angewandte und freie Kunst.

Sophie Taeuber met verenhoed, 1906 - Vintage-druk, 12 × 9 cm - © Aargauer Kunsthaus, Aarau
Sophie Taeuber met verenhoed, 1906 – Vintage-druk, 12 × 9 cm – © Aargauer Kunsthaus, Aarau

Geen artistieke hiërarchie

Maar bij Sophie lopen Schone Kunsten en Toegepaste Kunsten (sedert de renaissance als ‘mindere’ kunsten aanzien) door elkaar. De omgebonden inspiratie uit alles en nog wat maakt haar artistieke oeuvre boeiend hybride en gevarieerd. Haar eerste geometrisch abstracte werken zijn een wisselwerking tussen olijke kleur en vrolijke vorm. Die textiel en grafisch werken uit de periode 1916-1920 behoren tot de eerste constructivistische kunstwerken, evengoed als die van Piet Mondriaan of Kasimir Malevich.

Toch zit haar opleiding toegepaste kunst verweven in haar later artistiek werk. De (textiel)draden van ‘schering en inslag’ lopen als horizontale en verticale lijnen van sommige schilderijen. En belegen burgerlijk borduurwerk wordt bij haar… avant-garde.

Een nadeel turnt Sophie om in een voordeel: haar kunstexpressies kennen geen grenzen, geen hiërarchie. Het past helemaal in de ambiance DADA. Sophie werd zelfs door Tristan Tzara, Dadaist van het het eerste uur, gevraagd om mee te werken aan Dadaglobe, een anthologie van Dada-expressies maar het spelletje ging niet door omdat Tzara en Francis Picabia ruzie kregen.

Sophie Taeuber-Arp - Mouvement de lignes, trait large (Zeichnung für Poèmes sans prénoms), ca. 1939–1941 - Pastelkrijt op papier, 34,5 × 26,3 cm - © Privatbesitz, Depositum Aargauer Kunsthaus Aarau - Fotocredit: Peter Schälchli
Sophie Taeuber-Arp – Mouvement de lignes, trait large (Zeichnung für Poèmes sans prénoms), ca. 1939–1941 – Pastelkrijt op papier, 34,5 × 26,3 cm – © Privatbesitz, Depositum Aargauer Kunsthaus Aarau – Fotocredit: Peter Schälchli

De relatie tussen Dada-medestanders Arp en Taeuber bleef wel plakken. Hans Arp was Duitsland ontvlucht om geen militaire dienst te hoeven doen. De ‘deserteur’ veranderde later zelfs zijn voornaam in het Franse ‘Jean’. In Zürich kruisten hun wegen. Het werd niet alleen een kunstzinnige samenwerking; in 1922 traden ze ook in het huwelijk. Was dit koppel zelf een Gesamtkunstwerk? Zoals de achternicht Silvia Boadella poneert:

“Hans en Sophie, bij wie natuur en kunst mekaar aantrekken. Ze zijn droomfiguren voor mekaar, bronnen van wederzijdse inspiratie en van artistieke energie.”

Eigen (t)huis

Rond 1926 verhuisden ze richting Parijs en namen het Franse staatsburgerschap aan. Nabij de Franse hoofdstad, in Meudon Val Fleury, bouwden ze een huis/atelier dat vandaag nog altijd te bezoeken en een schrijn voor het kunstenaarskoppel is. Het was wel Sophie die het nieuwe, wit-abstracte huis uittekende en een aantal van de meubels ontwierp:

Sophie komt tot rust in haar eigen huis, een hoge maar smalle rechthoekige doos van molensteen. De ruimtes zijn verdeeld over drie verdiepingen en haar studio ligt op de bovenste verdieping. Ze voelt zich als in een toren dat een baken voor de toekomst zou zijn. Zoals haar moeder het huis in Trogen bouwde, deed Sophie dat ook. Ze deed alles zelf: de plannen, het uittekenen, het organiseren, het bouwen samen met de werkmannen. Tijdens dat bouwproces groeide haar innerlijk en uiterlijk gezag. Ze ontwierp ook nauwgezet de tuin. De vierkante ruimte werd verdeeld in vier kleinere vierkanten, in evenwicht met het rechthoekige huis. Daar kweekte ze groenten, lavendel, jasmijn, meerdere kleinere rozenstruiken. De kleuren van de bloemen waren in strikte harmonie. Toen de tuinier een van de rozenstruiken snoeide, foeterde ze: ‘Je kan dat niet doen zonder mijn toestemming!’ en vervolgde: ‘Ik beslis hier!’ (Silvia Boadella)

Foyer van Café de ‘L’Aubette
Foyer van Café de ‘L’Aubette in 2016 (CC BY 2.0 – Jean-Pierre Dalbéra – wiki)

Dat nieuwe optrekje, in de buurt van andere modernistische kunstenaars waar ze tot 1940 leefden, werd gefinancierd door een (nu) roemrucht project: Café de ‘L’Aubette. De cultuur- en evenementenzaal in Straatsburg (geboortestad van Hans Arp) was een achttiende-eeuws gebouw in nood van een renovatie. De zevenendertigjarige Sophie werd gevraagd om die ‘opfrissing’ onder handen te nemen. Volgens haar ideeën werd het een verbazend constructivistisch interieur waarbij ze zelfs het plafond hertekende: dezelfde rechttoe-rechtaan lijnen, primaire kleuren, lichtinval, constructivistische principes als in dat latere eigen huis in Meudon.

Omdat het een omvangrijke opdracht was, betrok ze ook haar echtgenoot en tijdgenoot Theo Van Doesburg, de Nederlandse oprichter van De Stijl, bij het project. Maar dat verliep zuur want mannetjesputter Van Doesburg wou alras de overhand nemen en eigende zich het concept (ook de ideeën van Sophie) toe, aldus Silvia Boadella. Die abstracte principes van De Stijl, gelijklopend met de ideeën van Sophie, zijn nog in de nu – opnieuw – gerenoveerde cultuurzaal terug te vinden.

Dat er gelijkaardige plastische ideeën waren, is niet verwonderlijk omdat die ‘in de lucht’ hingen. Bovendien frequenteerde het koppel – behalve Theo van Doesburg – andere avant-gardekunstenaars als El Lissitzky, Nelly van Moorsel, László Moholy-Nagy, Wassily Kandinsky, Joan Miró, Marcel Duchamp. Max Ernst, Sonia & Robert Delaunay en Alexander Calder, die voor Sophie ‘mobiele’ oorbellen ontwierp.

Sophie en Jean waren eveneens lid van de kunstenaarsbewegingen Cercle et Carré en Abstraction-Création. Sophie stelde tevens tentoon in het Salon des surindépendents [(1929–30) in Paris. Ze werkte eveneens mee aan het constructivistische tijdschrift Plastique.

Animated Circle Picture - Sophie Taeuber-Arp, 1934
Animated Circle Picture – Sophie Taeuber-Arp, 1934 (CC BY-SA 4.0 – Paradise Chronicle – wiki)

Een speelse abstractie

Sophie speelt met ‘lijn en kromming’, met ‘wit tegenover kleur’, met ‘toeval tegenover geometrie’,… Met cirkels ook. Zijn haar cirkels een ‘kosmische metafoor’, zoals sommige beweren? Zij noemt ze ping pictures. Dynamic Circles (1934) is misschien wel het eerste werk met ‘bolletjes’ in de kunstgeschiedenis. Polka dots, een modeverschijnsel in negentiende-eeuws Engeland, genoemd naar een… Polka-dans.

Kunst was alles voor Sophie. Haar hele leven, al haar tijd werden erdoor opgeslokt, zelfs in oorlogsomstandigheden. Achternicht Silvia Boadella stelt:

“Ondanks de bedreigingen van twee wereldoorlogen, wijdde ze zichzelf passioneel aan haar kunst. Via haar werk vond en bewaarde ze niet enkel haar innerlijke zelf en vreugde in bijzonder moeilijke omstandigheden maar ze haalde er ook ontzettende kracht uit om de uitdagingen in haar leven aan te gaan en toch authentiek tegenover zichzelf te blijven.”

Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog vluchtten Sophie en Jean-Hans naar het Zuid-Franse Grasse bij het kunstenaarskoppel Delaunay en een paar jaar later naar het neutrale Zürich. Daar overleed ze op 13 januari 1943. Arp hertrouwde met Marguerite Hagenbach, een rijke verzamelaarster die hem decennialang steunde, ook bij zijn mentale deuk na het overlijden van Sophie. Dankzij haar centen kon Arp zijn beeldhouwwerken in brons laten gieten. Zij steunde zijn tentoonstellingen. Sophie kreeg nooit een echte tentoonstelling bij leven. Tot nu want The Financial Times kopte Sophie Taeuber-Arp recent als:

“Archetype van een modern artieste.”

Het Atelier van Taeuber en Arp in Meudon (in de buurt van Parijs) is nog te bezoeken

Sophie Taeuber-Arp - Motif abstrait (personnage double). Composition verticalehorizontale, 1925 - Gouache op papier 32 × 25,2 cm - © Privatbesitz, Depositum Aargauer Kunsthaus Aarau - Fotocredit: Peter Schälchli
Sophie Taeuber-Arp – Motif abstrait (personnage double). Composition verticalehorizontale, 1925 – Gouache op papier 32 × 25,2 cm – © Privatbesitz, Depositum Aargauer Kunsthaus Aarau – Fotocredit: Peter Schälchli
0
Reageren?x
×