Met behulp van een dna-verwantschapsonderzoek heeft de Werkgroep Vermiste Personen Tweede Wereldoorlog de identiteit van twee van deze naamloze slachtoffers weten te achterhalen. Het blijk te gaan om de tot voor kort vermiste verzetsmannen Nicolaas van der Horst uit Amsterdam en Nicolaas Corstanje uit Den Haag. Voor hun nabestaanden is er nu, zeventig jaar na dato, eindelijk een einde aan de onzekerheid over het lot van hun familieleden.
De werkgroep is een samenwerkingsverband van een aantal Nederlandse overheidsinstanties en partnerorganisaties die de handen ineen hebben geslagen om de ongeveer zeshonderd vermissingen uit de oorlogsjaren op te lossen. De Oorlogsgravenstichting verleende toestemming om de graven van de twee verzetsmannen te openen.
De Bergings- en Identificatiedienst van de Koninklijke Landmacht voerde de opgravingen hierna uit en deed het onderzoek aan de stoffelijke resten. Vrijwilligers van het Nederlandse Rode Kruis deden historisch onderzoek en legden contact met de nabestaanden. Op dit moment zijn er nog meer zaken in onderzoek.
Twee verzetsmannen
Een van de mannen is Nicolaas van der Horst uit Amsterdam. Tijdens de oorlog werd hij gearresteerd vanwege spionage-activiteiten. In 1943 werd hij door een vuurpeloton samen met enkele andere verzetsleden bij Schiphol neergeschoten. Na de oorlog werd zijn lichaam op de begraafplaats Wilgenhof in Hoofddorp begraven. Twee slachtoffers konden destijds geïdentificeerd worden. Op verzoek van hun familieleden liggen zij elders begraven. De drie onbekenden bleven achter. Van een van hen is de identiteit nu dus achterhaald.
De andere verzetsman, Nicolaas Corstanje uit Den Haag, werkte tijdens de oorlog als kantoorbediende. Vanwege verzetswerk werd hij in 1944 gearresteerd en gefusilleerd op de Waalsdorpervlakte. Daar werd hij aanvankelijk ook begraven. Na de oorlog kon zijn lichaam echter niet worden geïdentificeerd en werd hij naamloos herbegraven in Leusden.
Overzicht van boeken over de Tweede Wereldoorlog