Tabé Java, Tabé Indië

De herinneringen van Evert-Jan Nijboer
3 minuten leestijd
De opa van Ronald Nijboer (tabejava.nl)
De opa van Ronald Nijboer (tabejava.nl)

In de tweede helft van de jaren 1940, na de Tweede Wereldoorlog, vertrokken duizenden jongemannen als oorlogsvrijwilliger naar Nederlands-Indië. Een van hen was Evert-Jan Nijboer (1923-2008), die een dagboek over zijn Indië-avonturen schreef. Schrijver en onderzoeker Ronald Nijboer (1987), Evert-Jans kleinzoon, dook in het verleden van zijn opa en schreef daarover een indrukwekkend en spannend boek: Tabé Java, Tabé Indië (Harper Collins, 2017).

Het boek begint spannend en is ook vlot geschreven. Nijboer neemt ons mee naar de bevrijding van de Overijsselse plaats Hardenberg, waar zijn opa op 6 april 1945 de bevrijding door de Canadezen meemaakte. Bewust van de historische importantie, begon Evert-Jan Nijboer vanaf dat moment een dagboek bij te houden.

Kort na de bevrijding op 5 mei 1945 meldde Evert-Jan zich met zijn broer Gerrit-Jan aan als oorlogsvrijwilliger voor Nederlands-Indië:

“Op 17 mei 1945 zette Evert-Jan zijn handtekening en werd hij oorlogsvrijwilliger bij de Koninklijke Landmacht (KL). Twee weken later volgde Gerrit-Jan zijn voorbeeld. Hij tekende bij de Mariniersbrigade. Waarom de broers voor verschillende onderdelen kozen, lichtten ze nergens toe. Gerrit-Jan zou zijn training krijgen in Schotland en de Verenigde Staten. Evert-Jan zou na een korte voorbereiding op de Prinses Margriet Kazerne in Harderwijk worden opgeleid in Engeland.” (14)

We maken vervolgens kennis met de gereformeerde familie waarin Evert-Jan opgroeide. De familie kerkte in de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN), in de plaatselijke GKN-gemeente in Lutten. Ook lezen we over zijn verblijf in Engeland van 16 augustus 1945 tot 2 oktober 1945, waarna hij – na een training – met ongeveer 1.600 andere Nederlandse militairen per schip naar Australië vertrok voor de afrondende fase van zijn training. Eind maart 1946 kwam Evert-Jan in Nederlands-Indië aan, na een tussenstop van enkele maanden, om precies te zijn in Penang in Malakka.

Bladzijden uit het dagboek van Evert-Jan Nijboer.
Bladzijden uit het dagboek van Evert-Jan Nijboer.

Regio Tangerang

Nijboers dagboek begint enthousiast en vrolijk, maar lopende zijn diensttijd veranderde zijn stemming. Evert-Jan zag collega-militairen sneuvelen, voelde de angst van een guerrillaoorlog, maakte foto’s van massagraven en redde Chinezen en Javanen van de dood. In Tangerang wist zijn eenheid duizenden Chinezen te redden uit de handen van Indonesiërs:

“Volgens de gevechtsverslagen van 6 en 10 juni [1946] brachten Evert-Jan en zijn collega’s ruim zesendertighonderd mensen in veiligheid. ‘Het heeft geen druppel bloed gekost, het was een hele snelle slimme actie waarbij we heel goede Chinese gidsen hadden. Er zijn weinig schoten gelost. Totaal overdonderd.” (102)

28 stenschoten

Anders dan zijn broer Gerrit-Jan – die na een jaar weer terugkeerde naar Nederland – was Evert-Jan enthousiast en onder de indruk van het soldatenleven. Maar zijn aanvankelijke goede stemming werd later getemperd door het oorlogsleed in Nederlands-Indië. Opvallend hierbij is de verwoording van oorlogsmisdaden die in sommige oorlogsbrieven van Evert-Jan Nijboer doorsijpelt, als je ze tenminste goed leest. Scherpzinnig constateert de auteur het volgende over een brief van Evert-Jan uit juni 1946, waarin hij schreef over een gevangengenomen TRI-strijder (Tentara Republik Indonesia-strijder):

“Een kapitein der T.R.I. was zo fanatiek dat hij zei: ‘Ik sterf liever op de straat dan jullie de waarheid te vertellen! Toen wij hem teruggebracht hadden naar de wacht (…) schoot hij twee van ons door de benen. Zelf stierf hij als een flinke T.R.I.-man aan 28 stenschoten. Juist!” (165)

Tabé Java, tabé Indië
Tabé Java, tabé Indië (€ 19,99)
Nijboer merkt het volgende over deze briefpassage op:

“Everts verhaal past precies bij de verhullende beschrijvingen die gemeengoed waren om moorden op gevangenen te verdoezelen of te rechtvaardigen. Want waarom hadden ze de gevangene zijn wapen niet ontnomen…?” (165)

De standaardbeweringen die in veel brieven doorklonken bij heimelijk executies, waren bijvoorbeeld: ‘de gevangene probeerde te ontsnappen…’, ‘maakte een dreigende beweging…’, ‘greep naar zijn wapen…’, ‘was brutaal…’, et cetera.

Evert-Jan werd in 1947 bevorderd tot sergeant. Na zijn thuiskomst in Nederland, in 1948, deed Evert-Jan Nijboer wat veel Nederlandse Indië-veteranen deden; zwijgen over zijn oorlogservaringen.

Boek: Tabé Java, tabé Indië – Ronald Nijboer
Fragment uit het boek: Operatie Duck: de zuivering van negen kampongs (1946)
Ook interessant: Waarom wij zo weinig van de oorlog in Indonesië afweten

Bekijk dit boek bij:

Bestel dit boek bij de Historiek Geschiedeniswinkel

0
Reageren?x
×