Onder de titel ‘Van Oostsanen – de eerste Hollandse meester’ hebben het Amsterdam Museum en Stedelijk Museum Alkmaar een grote overzichtstentoonstelling rondom de zestiende-eeuwse kunstenaar Jacob Cornelisz van Oostsanen (ca. 1475-1533) opgezet. De tentoonstelling, die op drie locaties in Alkmaar en Amsterdam te zien is, wordt zaterdag geopend.
Voor de overzichtstentoonstelling keren tientallen kunstwerken uit gerenommeerde musea van over de hele wereld terug naar Nederland. Samen laten deze werken volgens het Amsterdam Museum en Stedelijk Museum Alkmaar zien hoe Van Oostsanens ongekend hoge kwaliteit en oog voor details de basis legden voor de latere bloei van de Hollandse schilderkunst.
Jacob Cornelisz van Oostsanen was in zijn tijd een gevierd kunstenaar en succesvol cultureel ondernemer. Zijn Amsterdamse atelier was een productieve werkplaats met opdrachtgevers van binnen en buiten Holland. Dit atelier bevond zich in de toen al vooraanstaande Kalverstraat, op een steenworp afstand van waar zich nu het Amsterdam Museum bevindt. De werken van Van Oostsanen zijn in de loop der tijd verspreid geraakt over musea en andere verzamelingen wereldwijd.
Een bijzonder bruikleen is het schilderij ´De geboorte van Christus met de familie Boelen´. Dit paneel uit het Museo di Capodimonte (Napels) werd speciaal voor de tentoonstelling gerestaureerd en is de afgelopen decennia niet meer uitgeleend.
Meester in vele kunstvormen
Van Oostsanen was een tijdgenoot van Albrecht Dürer en Lucas van Leyden, en leermeester van Jan van Scorel. In zijn oeuvre is een stilistische ontwikkeling te volgen van de late middeleeuwen naar de vroege renaissance. Van Oostsanen was volgens de twee musea “een meester in vele kunstvormen”.
In de tentoonstelling zijn 60 schilderijen, 20 prenten, ruim 60 houtsnedes en tekeningen van hem, tijdgenoten en familieleden opgenomen. Tevens zijn ontwerpen te zien zoals misgewaden en glas-in-loodramen. Naast het kunsthistorische verhaal vertelt het oeuvre van Van Oostsanen de bezoeker ook veel over het leven in Holland in de late middeleeuwen.
Drie locaties
De tentoonstelling is opgezet als drieluik en te zien op drie locaties. In Stedelijk Museum Alkmaar wordt een vrijwel compleet kunsthistorisch overzicht gecreëerd van het leven en werk van de meester met talloze schilderijen, tekeningen, glasruitjes en andere objecten, waaronder het werk ‘Noli me tangere’ (Kassel) en ‘Jacob Cornelisz. Van Oostsanen schildert zijn vrouw Anna’ (Toledo).
In het Amsterdam Museum ervaart de bezoeker Amsterdam rond 1500. Daarnaast wordt hij meegenomen naar het atelier van Van Oostsanen, waar het verhaal over de eerste culturele ondernemer wordt verteld aan de hand van topstukken zoals ‘Triptiek van Pompeius Occo en zijn vrouw Gerbrich Claesdr’ (Antwerpen) en ‘Gezicht op Amsterdam in Vogelvlucht’, gemaakt door Jacobs kleinzoon, Cornelis Antonisz.
In de Sint Laurenskerk in Alkmaar wordt met ‘Het Laatste Oordeel’, een gewelfschildering uit 1518 een letterlijk hoogtepunt getoond. De restauratie van dit monumentale gewelf, dat in 2011 werd voltooid, is bovendien een belangrijke aanleiding voor deze tentoonstelling. Als verbindende schakel tussen de locaties is een aantal speciale fiets- en wandelroutes uitgezet, die voeren langs belangrijke plekken uit leven en loopbaan van Van Oostsanen.
De tentoonstelling loopt van 15 maart tot en met 29 juni 2014.