Eerst een populaire misvatting uit de wereld helpen: de eerste V-bom op Belgiƫ viel niet in Antwerpen, zelfs niet in de buurt van de stad. Daarover schreef ik reeds een blogbericht.
Zeker vier Vās vielen vĆ³Ć³r 13 oktober op het Antwerpse arrondissement, het V1-incident in Schoten op 8 juli buiten beschouwing gelaten. De eerste was een V2, die in de late avond van 7 oktober in de buurt van de Brasschaatse Olmenlei in open veld viel en geen slachtoffers of schade veroorzaakte. De raket was bedoeld voor Maastricht, gelanceerd door de 2de Batterij van AA 836 in Merzig. Wat er misliep, is onbekend. In Ramsel noteerde het gemeentebestuur een V1-inslag op diezelfde 7 oktober, maar behalve dat er veel ruiten gebarsten waren, is er weinig info. Op 11 oktober vernielde een V1 het koetsiergebouw van het Hof ter Linden in ās Gravenwezel. Het dak van het kasteel werd weggerukt. De volgende dag viel een tweede V1 op de Mortselse Lusthovenlaan. Ook daar bleef het bij materiĆ«le schade. Sommige bronnen spreken van een vijfde V op het arrondissement Antwerpen voor 13 oktober.
Wat wel klopt is dat op 13 oktober het Duitse V-offensief de vizieren richtte op Antwerpen. De havenstad was op 4 september relatief ongeschonden in geallieerde handen gevallen. Nu zou de V-bommenterreur het leven er onmogelijk moeten maken. Dat was de voornaamste bedoeling, meer nog dan de haven te treffen. Het begon met V2-raketten vanaf 13 oktober. Twaalf dagen later zouden ook V1ās in de richting van de stad vliegen.
V2-Lanceringen op Antwerpen, 13 oktober 1944
- 9.40 ā Batt 444 (Rijs): inslag 9.45 Schildersstraat, Antwerpen
- 13.11 ā Batt. 444 (Rijs): inslag Borsbeek
- 15.45 ā Batt. 444 (Rijs): inslag onbekend
- 16.10 ā Batt. 444 (Rijs): inslag 16.12 Lange Lobroekstraat, Antwerpen
- 16.40 ā Batt. 444 (Rijs): inslag onbekend
- 18.20 ā AA 836/2 (Merzig): inslag 18.25 Antwerpsesteenweg, Lier
- 19.05 ā Batt. 444 (Rijs): inslag onbekend
- 22.23 ā AA 836/2 (Merzig): inslag onbekend
- 23.37 ā AA 836/3 (Merzig): inslag onbekend
- 00.28 ā AA 836/3 (Merzig): inslag onbekend
āEen geweldige klapā
āOp zekere dag hoorden we een geweldige klapā, vertelt stadszanger Wannes Van de Velde (Ā°1937). āDan begon de verschrikking. Mijn moeder sprak heel rustig: āWeten jullie niet wat het is? Het nieuwe wapen van de Duitsers.āā āHet ging door de lucht als een flitsā, verhaalt romanschrijver G. Roncke vijftien jaar later.
āMen zag een rosachtige vuurschijn, als een half gedoofde vlam die bliksemsnel door de hemel schoot. Onmiddellijk daarop die slagā¦ Het leken duizend bommen die op een en dezelfde seconde ontploften. Heel Antwerpen schudde ervan en alle Antwerpenaars beefdenā¦ā
De bekendere schrijver Jef Geeraerts (Ā°1930) stelt: āMet Ć©Ć©n oorverdovende knal kwam mijn vaderstad in de greep van de terreur.ā
Tot ver buiten Antwerpen maakte de eerste V-inslag indruk. De Berlaarse onderpastoor J. Van Dyck schreef op 13 oktober in zijn dagboek:
āEen korte, droge knal gehoord en in de blauwe hemel verscheen een spiraalvormig wit wolkje, enkele seconden later gevolgd door een dreunende slag. We tasten over dit alles in het duister.ā
Voor de latere journalist Jan Ceuleers (Ā°1935) was 13 oktober de dag dat āde angstā terugkeerde: āDie angst had ik voor het eerst gevoeld tijdens het bombardement op Mortsel. Angst om onder puin en vuur te worden verteerd.ā Hij woonde op een halve kilometer van de plaats van de inslag:
āPlots schoot een vreselijke pijnscheut door mijn oren, alsof mijn trommelvliezen aan flarden werden gerukt. Ik hoorde niets meer, mijn slapen gingen wild tekeer, mijn ademhaling stokte, ik kreeg het benauwd en ik viel flauw.ā
Toen Jan weer bij bewustzijn kwam, lag hij in zijn bed en stond zijn moeder naast hem: āIk hoorde weer, maar de pijn en een fluittoon waren er nog. āEr is een Duitse bom gevallen,ā legde moeder uit, āhier dichtbij, aan het museum.āā
āHet was een knal, zo luid als ik er zelden een had gehoord, zelfs niet tijdens de septemberdagenā, schreef Fritz Francken (Ā°1893). āDaarop volgde een vervaarlijk gegrom, als het gedruis van een gebouw dat instort. Ik had die ochtend een onderhoud met de Antwerpse burgemeester. Net was ik in zijn kabinet, toen hij werd opgebeld. āIk komā, besloot hij na een poosje het gesprek, op rustige toon. Hij haakte in, stond op en zei: āEr is ergens in de buurt van het museum een bom ingeslagen. Ik ga even kijken.ā Nooit had ik mij ingebeeld dat we op onze beurt zouden worden bestookt met het tegen Engeland gebezigde vergeldingswapen.ā
Julien Sels (Ā°1926) werd door de knal uit zijn bed geschud: āIk dacht dat de Duitsers opnieuw Antwerpen aan het beschieten waren vanuit Merksem, zoals een maand eerder tijdens de bevrijding. Ik was bang dat ze terug zouden komen. Onder de mensen heerste er veel verontwaardiging: die Duits, die geeft maar niet op.ā āHet was een fabriekje van chemische producten dat in de lucht vloog!ā Dat dachten velen volgens Jan De Schuyter (Ā°1889). De geruchten gingen dat de Solvay-fabriek in de Zwijgerstraat was ontploft, of het magazijn van de Essor Commercial in de Schildersstraat. Sommige beweerden dat het een V1 was, maar dat leek ongeloofwaardig. Niemand had immers het typische gebrom of gefluit van een vallende bom gehoord. Het leek alsof de ontploffing uit het niets was gebeurd. Sommigen verwezen paniekerig naar het drama van Tessenderlo op 29 april 1942, toen een chemische fabriek tot ontploffing kwam en 189 mensen het leven lieten. EĆ©n ding was zeker: die vrijdagochtend, om 9.45 uur, deed een ontploffing heel Antwerpen op zijn grondvesten daveren.
Het verhaal van Raymond
Aangestuurd door de geruchten haastten velen zich naar de rampplek op het Zuid. Vlak bij het Museum voor Schone Kunsten hing een grote grijze wolk. Raymond De Mulder (Ā°1932) woonde in de getroffen Karel Rogierstraat 35, op een steenworp afstand van het museum. Net als vele andere Antwerpenaren was hij die ochtend naar Merksem gegaan, naar de begrafenis van enkele verzetsleden die bij de Duitse aftocht in september waren geĆ«xecuteerd: āSpijtig genoeg ben ik er niet geraakt: de bruggen over het Albertkanaal waren opgeblazen en ik kon geen plaatsje in een van de kleine overzetbootjes bemachtigen.ā Op de terugweg hoorde hij op de tram alleen maar praten over de ontploffing in de buurt van het museum: āWaar precies? Wanneer? Was het erg? Waren er slachtoffers? De vragen rolden uit mijn mond, maar er kwamen geen antwoorden.ā Raymond hoorde de wildste geruchten over de oorzaak:
āIedereen giste, maar niemand wist precies wat er was gebeurd. Ik wilde zo snel mogelijk naar huis. Maar het ging niet sneller dan de snelheid van de tram. Ik vond dat te traag, veel te traag. Onrust en een vreemd gevoel van spanning maakten zich van mij meester. De toegang tot de Karel Rogierstraat was helemaal afgezet. āMaar ik woon hier!ā āMaakt dat ge weg zijt!ā Ik had geen identiteitskaart of iets anders op zak waarmee ik het kon bewijzen. Na lang aandringen vond ik toch een politieman die mij doorliet. Hoe dichter ik bij ons huis kwam, hoe meer puin er op de straat lag en hoe minder er van de gebouwen overbleef. Overal waren er wroetende en zoekende mensen. Overal zag ik stof, stenen, versplinterd hout. Ik hoorde het glas breken onder mijn schoenen. Het was alsof ik naar een vertraagde film zat te kijken. En dan die angstige vraag: vader, moeder, zus, waar waren ze?ā
De twaalfjarige jongen beleefde een ware nachtmerrie:
āOns huis stond er nog. Of beter: de voordeur hing uit de hengels en in geen enkel raam zat nog glas. Het dak was ingestort. Ik kon dwars door de verdiepingen heen de lucht zien. Bijna alles in huis was kapot. Even later vond ik vader terug. Hij stond op straat tussen het puin, helemaal bestoft,maar wat rond te kijken.Hij reageerde heel beheerst.āWe moeten hieruit halen wat er nog uit te halen valt.ā
āEn moeder? En Yvonne? Waar zijn ze?ā
āDie hebben ze weggebracht.ā Vader vertelde me wat er was gebeurd. Hij zat in de eetkamer zijn krant te lezen. Moeder had op de tafel een teil geplaatst waarin ze Yvonne aan het wassen was. Omdat mijn moeder en mijn zusje zich onder de dakkoepel bevonden, kregen ze de volle lading. Reddingswerkers haalden hen snel van onder het puin. Ze werden eerst naar de hulppost in het museum gebracht, daarna naar twee verschillende ziekenhuizen. Vader en ik ruimden de hele dag puin. Alles wat we vonden, voelde aan als een trofee. Zelfs een stoel met drie poten was goed nieuws. Vader vond het belangrijk dat we de ramen dichtmaakten en de voordeur met een ketting op slot konden doen: āWe moeten de plunderaars buiten houden!āā
Het babyātje Louisa
Dat de V2 net op een vrijdagochtend viel, heeft volgens Raymond De Mulder heel wat levens gered: āVeel mensen haalden dan hun rantsoenzegeltjes, waardoor er van elke familie minstens iemand het huis uit was.ā De raket had de straathoek weggevaagd: vijftien huizen waren totaal vernield, 28 zo zwaar beschadigd dat ze later moesten wordenplatgegooid. Nog meer dan 500 woningen hadden lichtere, herstelbare schade. Er vielen 32 doden en 45 zwaargewonden. Pieter Van de Velde van het Vlaamse Kruis was diep onder de indruk:
āEr liepen mensen rond. Schreeuwend, roepend, tierend, razend kwaad. Er waren de eerste gewonden: mensen met bloed op het gezicht, op de handen. Dan drong het door dat er onder het puin nog mensen zaten.ā
āHet was een verschrikking, een confrontatie met iets totaal nieuwsā, vertelt brandweerman Pierre Lepomme. āZo veel huizen verwoest, zo veel slachtoffers, de mensen in de omgeving waren in paniek, liepen weg, wisten niet wat er gebeurde. De ene dode na de andere haalden we boven. Op een bepaald moment vonden we een wiegje met een baby erin.ā
āās Nachts werd er geen puin geruimdā, weet Raymond De Mulder. āIn de nachtelijke stilte kwamen de Engelse soldaten luisteren of er onder het puin nog iemand een teken van leven gaf. Ze hadden die tactiek in Londen geleerd. Zo hebben die Engelsen een kindje gered; het was de kleine Louisa van Rik van āt cafĆ©, zoals Hendrik Rousselle genoemd werd. Toen ze haar bovenhaalden, riep ze voortdurend: āPapa wil niet met mij spelen!ā Even later vonden ze Rik. Doodā¦ Ook Eddyāke De Jager uit het nummer 41 hebben ze levenloos van onder het puin gehaald. Het jongetje was pas vier jaar geworden.ā
Meer dan zeventig jaar later ontdekte Louisa Rousselle (Ā°1943) dat zij het babyātje op bovenstaande fotoās was. Het zijn stills van een zeldzame video-opname van de V2-inslag op 13 oktober. āIk weet alleen het weinige wat mijn moeder mij wilde vertellenā, getuigt Louisa.
āZe was juist vijf minuten weg om broodzegeltjes. Met mijn vader zat ik achteraan in de keuken toen de bom insloeg. Vader heeft mij waarschijnlijk vastgepakt en we werden samen tot in de kelder geslagen. Pas na twee dagen en twee nachten werd ik bevrijd. Ik zat gekneld tussen de kelderdeur. Ze hoorden precies een katje janken en vonden mij. Mijn vader heeft het niet gehaald. Ik lag een jaar lang in het ziekenhuis met zware verwondingen aan mijn hoofd en benen. Mijn hele rechterkant was verwond en dat genas erg traag. Tot vandaag heb ik er littekens van. Mijn hoofd is precies een krater en ik heb vaak migraine. Hoe ouder ik ben, hoe meer last ik ervan heb. Elke dag denk ik eraan. Mijn vader heb ik nooit gekend, maar hij heeft mijn leven gered.ā
Nog een tweede V2
Het duurde tot 13.15 uur voordat een tweede V2 vanuit Rijs Antwerpen trof. De raket was totaal verkeerd ingesteld, want ze stortte neer op een veldweggetje nabij de Krijgsbaan aan het fort van Borsbeek. Om 16.12 uur klonk er een tweede knal in Antwerpen. Ditmaal steeg een grote wolk op boven de Lange Lobroekstraat, aan het slachthuis. Er waren veertien doden en vijftien gewonden. De V-terreur op Antwerpen was begonnen op een vrijdag de dertiende. 46 Antwerpenaren waren gedood in twee vreselijke klappen. Vanaf dat moment heerste er elke dag angst.
Lees ook: De bevrijding van Antwerpen: tussen vreugde en verdriet
…of: De V2-raket, de ballistische raket van de nazi’s
…of: Begin van de V-bommenterreur – Londen, 13 juni 1944
Boek: Elke dag angst – De terreur van de V-bommen op BelgiĆ« (1944-1945)
Slachtoffers van de V2-Lanceringen op Antwerpen van 13 oktober 1944
Voornaam | Naam | Ā°Plaats | Woonplaats | leeftijd | m/v | |
1 | Leopoldina | Apers | Hemiksem | Hemiksem | v | |
2 | Roger | Audiffret | Antwerpen | Antwerpen | 3 | m |
3 | Virginia | Colli | Antwerpen | Antwerpen | 47 | v |
4 | Paulina | Cordon | Antwerpen | Antwerpen | 68 | v |
5 | Carolina | De Cock | Antwerpen | Antwerpen | 41 | v |
6 | Eduard | De Jager | Antwerpen | Antwerpen | 4 | m |
7 | Maria | De Pauw | Ruisbroek | Antwerpen | 73 | v |
8 | Simone | De Raymackers | Antwerpen | Antwerpen | 15 | v |
9 | Raymond | De Vos | Antwerpen | Antwerpen | 1 | m |
10 | Alice | Du Four | Antwerpen | Antwerpen | 29 | v |
11 | Philomena | Janssens | Hemiksem | Antwerpen | 52 | v |
12 | Francisca | Lesayere | Antwerpen | Antwerpen | 77 | v |
13 | Gabrielle | Montoisy | Aubry (FR) | Antwerpen | 53 | v |
14 | Irena | Mortelmans | Antwerpen | Antwerpen | 45 | v |
15 | Mathilde | Peys | Meerhout | Antwerpen | 78 | v |
16 | Ludovica | Roelandts | Antwerpen | Antwerpen | 64 | v |
17 | Henri | Rousselle | Antwerpen | Antwerpen | 50 | m |
18 | Maria | Staal | Antwerpen | Antwerpen | 48 | v |
19 | Frans | Teurlings | Borgerhout | Borgerhout | 19 | m |
20 | Marcelle | Thijsman | onb. | Antwerpen | onb. | v |
21 | Joanna | Van Amstel | Ost (NL) | Antwerpen | 65 | V |
22 | Gustaaf | Van Boxelaer | Aarlen | Antwerpen | 55 | m |
23 | Edmond | Van der Veken | Antwerpen | Antwerpen | 53 | m |
24 | Maria | Van Dingenen | Olen | Antwerpen | 44 | v |
25 | Maria | Van Dyck | Antwerpen | Antwerpen | 47 | V |
26 | Edmond | Van Eeckhoven | Antwerpen | Antwerpen | 35 | m |
27 | Joseph | Van Eeckhoven | Antwerpen | Antwerpen | 38 | m |
28 | Edouard | Van Lancker | Antwerpen | Antwerpen | 0 | m |
29 | Joseph | Van Opdenbosch | Erembodegem | Antwerpen | 52 | m |
30 | Elodie | Van de Eynde | Niel | Antwerpen | 55 | v |
31 | Anna | Verleyen | Borgerhout | Antwerpen | 51 | v |
32 | Constant | Verleyen | Antwerpen | Antwerpen | 79 | m |