Het Valkhof Museum in Nijmegen heeft twee middeleeuwse handschriften uit Parijs en het Nederrijngebied verworven. Het Parijse handschrift dateert uit de vroege vijftiende eeuw en is mogelijk gemaakt voor hertog Jean de Berry. Het handschrift uit het Nederrijngebied is ongeveer honderd jaar later vervaardigd voor een Cisterciënzerklooster.
Volgens het museum gaat het om bijzondere werken die exemplarisch zijn voor het hoge niveau waarop in de Middeleeuwen gebeden- en getijdenboeken geïllustreerd werden.
Het Parijse handschrift bevat drie miniaturen die gemaakt zijn door de zogeheten Vergiliusmeester. Van hem is bekend dat hij meerdere keren voor Jean de Berry werkte. Dit lid van de Franse koninklijke familie huurde de beste kunstenaars van zijn tijd in om rijkelijk geïllustreerde handschriften te vervaardigen.
Hij is onder meer bekend als de belangrijkste opdrachtgever van de gebroeders Van Lymborch, die vanuit hun familieatelier in Nijmegen naar het Franse hof trokken. De beroemde broers creëerden in zijn opdracht vernieuwende schilderingen, die zowel in Frankrijk als in de Nederlanden veel andere kunstenaars inspireerden.
Eigen signatuur
Jean de Berry stak veel geld in de handschriften. Hij stierf diep in de schulden, maar liet ook een aantal boeken na die tegenwoordig tot de absolute meesterwerken van de late Middeleeuwen worden gerekend. Het Valkhof Museum:
De komende tijd wordt uitgebreider onderzoek naar het werk gedaan.
Gebedenboek
Het tweede, iets jongere, handschrift werd vervaardigd voor een vrouwenklooster in het Nederrijngebied, het gebied tussen Arnhem en Keulen, waar ook Nijmegen deel van uitmaakt. Het gaat om een gebedenboek dat met penwerk is versierd. Later zijn ook schilderingen en bladgoud aangebracht. Op meerdere plekken in het boek zijn schilderingen te vinden die volgens het museum uiteindelijk teruggaan op de gebroeders Van Lymborch.
Het handschrift illustreert prachtig hoe groot de invloed van de drie Nijmeegse broers uiteindelijk is geweest, zelfs ver na hun dood.
Beide werken konden aangekocht worden dankzij een legaat van de Nijmeegse kunstliefhebber Lex Harm (1957-2015). Op dit moment wordt het museum verbouwd en zijn de boeken niet te zien voor publiek. Ze worden na de heropening in 2025 voor het eerst tentoongesteld. In het vernieuwde museum krijgen de aanwinsten een prominente plek in een zaal waar uitgebreid aandacht wordt besteed aan de late Middeleeuwen