Het Nationaal Holocaust Museum in oprichting heeft een tentoonstelling samengesteld met foto’s van de Duitse exil-fotografen Annemie Wolff-Koller (1906-1994) en Helmuth Wolff (1895-1940). Dit echtpaar, van wie Helmuth joods was, vluchtte in 1933 na de machtsovername van de nazi’s uit München naar Amsterdam. Samen bouwden zij een veelzijdige en succesvolle fotocarrière op en gaven zij een belangrijke impuls aan de Nederlandse fotografie.
Bijzonder zijn onder meer de honderden portretten van buurtgenoten, onder wie vele joden, gemaakt door Annemie Wolff in 1943. Het archief van het echtpaar werd lang verloren gewaand, maar werd enkele jaren geleden opgespoord door de fotohistoricus Simon B. Kool.
Annemie en Helmuth Wolff raakten snel ingeburgerd in Nederland. In korte tijd verwierven zij belangrijke documentaire foto-opdrachten, onder andere in de Amsterdamse haven en op Schiphol. Hun foto’s in modernistische stijl werden vaak gebruikt door de bekende ontwerpster Fré Cohen. Met name op het gebied van de kleinbeeld- en kleurenfotografie vervulde het echtpaar volgens het Nationaal Holocaust Museum een voortrekkersrol met het organiseren van tentoonstellingen en lezingen, de oprichting van een tijdschrift en het schrijven van boeken.
Zelfmoordpoging
Toen de Duitsers in mei 1940 het land binnenvielen, deden Helmuth en Annemie in grote paniek een gezamenlijke zelfmoordpoging, waarbij Helmuth overleed. Annemie werd gered. Zij ging alleen verder met fotograferen en werd actief in het verzet. Vanaf 1943 maakte zij portretfoto’s in haar studio aan huis en soms bij mensen thuis. Honderden joodse en niet-joodse Amsterdammers kwamen in haar studio voor pasfoto’s, foto’s van hun kinderen of foto’s voor de herinnering, vaak kort voor hun onderduik of deportatie. Na de oorlog bewaarde Annemie de negatieven van deze portretten maar sprak er nooit meer met iemand over.
Vergetelheid
Na 1945 richtte Annemie zich grotendeels op het fotograferen van de wederopbouw van de Amsterdamse havens. Haar beeldbepalende foto’s werden veelvuldig gepubliceerd. Nadat zij halverwege de jaren zestig stopte met fotograferen, raakten zij en Helmuth echter in de vergetelheid en waren zij nog slechts bekend bij enkele fotografiekenners. Annemie had na de beëindiging van haar carrière de indruk gewekt dat zij het archief van haarzelf en Helmuth had vernietigd, maar bij haar dood in 1994 bleek het nog vrijwel intact. Meer dan 50.000 negatieven, dia’s en foto’s liet zij na aan een goede vriendin, Monica Kaltenschnee, die sindsdien het archief heeft bewaard en ontsloten.
Herontdekking
In 2001 werd het archief herontdekt door fotohistoricus Simon B. Kool, die sindsdien onderzoek verricht naar het leven en werk van het echtpaar. Historica Tamara Becker en antropologe An Huitzing gingen op zoek naar de identiteit en geschiedenis van de mensen op de oorlogsfoto’s van wie zij er meer dan driehonderd terugvonden. Voor sommige nabestaanden zijn de portretten van Annemie Wolff de laatste foto’s die zij van hun vermoorde familieleden hebben.
De tentoonstelling Uit de vergetelheid. De herontdekte fotografie van Annemie en Helmuth Wolff (27 maart 2017 t/m 3 september 2017) is het eerste overzicht van de levens en het werk van Annemie en Helmuth Wolff, met vele foto’s, periodieken en persoonlijke documenten. Alle portretten uit de oorlogstijd worden getoond.
Boek bij de tentoonstelling: Op de foto in oorlogstijd
Rubriek: Historische foto’s
Boek: Stad in oorlog – Amsterdam 1940-1945 in foto’s