In de geschiedschrijving van de VOC staan vooral Europese mannen centraal. In je boek wijs je erop dat Europees-Aziatische vrouwen een culturele sleutelrol speelden in de 300-jarige Nederlandse overheersing van Nederlands-Indië. Kan je iets zeggen over die sleutelrol en hoe kan het volgens jou dat hier zo weinig aandacht voor is geweest?
“We zijn geneigd wat betreft het verleden vooral naar mannen te kijken – vooral Europese mannen met enig vermogen. Zij komen vaker in de bronnen voor, zeker in zo’n bedrijfsarchief als dat van de VOC. Er zijn natuurlijk wel al onderzoekers geweest die de aanzienlijke rol van vrouwen in de VOC-samenleving hebben onderzocht, maar dat onderzoek zie je vooralsnog minder terug in de publieksgeschiedenis. Dat viel me op toen het Nationaal Archief in een mooie tentoonstelling over de wereld van de VOC het eigenlijk vooral over de mannen had. Toen schreef ik daar een blog over, omdat ik wist dat de VOC-mannen in mijn familie kinderen hadden gekregen met Aziatische en Europees-Aziatische vrouwen. Hun kinderen gingen weer in dienst van de VOC, ze werkten als koloniale ambtenaren en droegen zo bij aan de Nederlandse overheersing. Pas na veel generaties is mijn familie na de onafhankelijkheid van Indonesië naar Nederland gemigreerd. Dat blog over de vrouwen in mijn Indische familie leidde uiteindelijk tot het onderzoek voor dit boek.
Voor je boek ben je op zoek gegaan naar de voormoeders in je eigen familie. Waarom eigenlijk?
“Als we alleen leren over de rol van mannen in het verleden, dan mis je een belangrijk stuk van de geschiedenis. Ik ben dus juist naar mijn voormoeders op zoek gegaan. Europese en Europees-Aziatische mannen zijn relatief makkelijk te vinden, maar dat maakte mij juist nieuwsgierig naar de vrouwen in de generaties voor mij.
Wat waren voor jou opvallende of verrassende momenten tijdens het onderzoek?
“Ik had verwacht dat ik mijn voormoeders niet in archieven terug zou vinden, omdat ze vrouwen waren en bovendien geen belangrijke figuren. Maar toen ik eenmaal op zoek ging, bijvoorbeeld in het VOC-archief, bleek ik behoorlijk wat over bepaalde voormoeders te kunnen vinden. Maar andere voormoeders waren lastiger vindbaar. Dat is een belangrijk thema in het boek geworden: over wie kan je wel wat vinden, en over wie niet, en waar ligt dat verschil aan?
Je schrijft ergens dat je een afstammeling bent van VOC-opvarenden die “welvarend waren door het systeem van koloniale overheersing en uitbuiting”. Heb je daar persoonlijk wel eens moeite mee, misschien ook in je werk? En heeft dit (het denken daarover) wellicht nog een rol gespeeld tijdens het schrijven van je boek?
“Dat speelde zeker een rol, het boek gaat ook om mijn zoektocht naar wat mijn positie is ten opzichte van dit verleden. Ik vond het bij het schrijven belangrijk om te laten zien hoe het vroeger ging, en ik heb geprobeerd het niet mooier te maken dan dat het was. Uiteindelijk is het denk ik ook belangrijk om verder dan specifieke families te kijken – ons land is in bredere zin welvarender geworden door die koloniale overheersing. Niet ieder individu heeft daar vroeger van geprofiteerd, maar het is wel belangrijk te zien hoe onze samenleving hier nu door gevormd is – financieel, maar zeker ook sociaal-cultureel.
Over je mannelijke voorvaderen was wel enige informatie beschikbaar, maar het opduikelen van de verhalen van je zogenoemde voormoeders bleek een stuk lastiger. Waar botste je tegenaan?
“Vooral over de Aziatische vrouwen is eigenlijk nauwelijks wat te vinden. Ik mocht blij zijn als ik een naam had. Dat wil niet zeggen dat over hen geen verhaal te vertellen is. Ik kijk dan naar vrouwen zoals zij, over wie we wel wat weten, en ik voeg verschillende verhalen bij elkaar om een beeld te schetsen over hoe de levens van de voormoeders die minder goed vindbaar zijn zouden kunnen zijn geweest.
In hoeverre geven de door jou opgetekende verhalen gezamenlijk een beeld van het grotere verhaal van vrouwen in Nederlands-Indië?
“Uiteindelijk gaat dit om een specifieke familie, waarin wel verschillende soorten vrouwen voorkomen. Maar als je kijkt naar die Europees-Aziatische families, zoals ik deed, dan mis je natuurlijk nog veel over bijvoorbeeld geheel Aziatische families en Europese families. En er waren binnen de Europees-Aziatische groep natuurlijk ook veel verschillen wat betreft rijkdom en status. Ik denk dat ik via mijn familie veel heb kunnen vertellen over het leven van vrouwen in dit verleden, maar net zoals je over mannen eindeloos veel geschiedenissen kan schrijven, is dat ook het geval voor vrouwen.
Verhalen over Indië kwamen voor een groot deel via je oma tot jou. Je oma woonde in Nederlands-Indië en je moeder werd er geboren. Na de oorlog verkasten ze noodgedwongen naar Nederland. Je schrijft dat je oma tijdens jouw jeugd veel vertelde over Nederlands-Indië, maar tegelijkertijd was er ook sprake van een zwijgcultuur. Hoe uitte zich dat en hoe kijk jij daar nu naar?
“Mijn oma vertelde vooral haar positieve herinneringen. Als kind wist ik door dat perspectief maar weinig over de koloniale ongelijkheid die ten grondslag lag aan haar fijne kindertijd, voor de oorlog. Daar leerde ik pas later meer over en dat heb ik ook in dit boek proberen te bespreken.
Tegelijkertijd werd er over veel dingen vroeger juist niet gepraat – de oorlog zelf en de periode erna. Ik denk dat ik wel begrijp dat het moeizaam was het hier over te hebben, pas later hoorde ik er van mijn oma meer over. Door die verhalen zag ik nog meer wat de enorme impact van deze geschiedenis was op haar en onze familie.
Voor je boek bracht je een bezoek aan Indonesië, waar je moeder tot haar tweede woonde. Hoe belangrijk is dat bezoek, los van het onderzoek dat je ongetwijfeld ter plekke deed, voor jou persoonlijk geweest?
“Ik heb mijn tijd daar besteed aan het opzoeken van plekken die voor mijn familie belangrijk waren – dat was in zekere zin ook onderzoek, natuurlijk. Dat is voor mij persoonlijk heel belangrijk geweest. Het was een bezoek aan de plek waar ik mijn leven lang al over had gehoord, maar waar ik me toch moeilijk een voorstelling van kon maken. Hoe ik die reis heb beleefd, schrijf ik natuurlijk ook over in mijn boek. Het is deel van het verhaal, deel van mijn zoektocht naar mijn familiegeschiedenis.
Fragment uit het boek: Een dag uit het leven van een Indische ‘voormoeder’
Boek: De voormoeders – Suze Zijlstra
Rubriek: Nederlands-Indië