Op 20 november 1527 belandde Wendelmoet Claesdochter op de brandstapel. De vrouw uit Monnickendam was ter dood veroordeeld omdat ze geschriften van de ‘ketter’ Maarten Luther las en nadien overduidelijk aangegeven had zich niet te willen bekeren. Al tijdens haar eerste contact met de geestelijke instanties liet ze weten te willen sterven voor haar overtuiging. En dat gebeurde uiteindelijk ook…
Vaak wordt vermeld dat Wendelmoet de eerste martelares van het protestantisme in Nederland was. Dat is onjuist, een jaar eerder stierven al twee vrouwen uit Nijmegen en één uit Arnhem de vuurdood. Het verhaal van Wendelmoet dankt zijn bekendheid aan een publicatie die al in 1528, een klein jaar na haar, dood verscheen. De overgeleverde Duitse uitgave van deze tekst luidt als volgt:
“Ein wunderliche Geschycht geschehen in dem Hag in Holland im Jar MDXXVII, den XX Tag Novembris, von einer Frawen geheissen Wendelmut Clausen dochter, einr Witwe, die do verprendt ist.” (een wonderlijke geschiedenis, geschied in Den Haag in Holland in het jaar 1527, op 20 november, van een vrouw genaamd Wendelmoet Claesdochter, een weduwe, die daar verbrand is).
Rotsvast geloof
Volgens dit werkje bereikte in april 1527 de Raad van het Hof van Holland het bericht dat er in Monnickendam een vrouw achter slot en grendel zat die beïnvloed was door een ketterse monnik, die kort daarvoor in het stadje predikte. Nog dezelfde maand werd Wendelmoet Claesdochter samen met enkele andere vermeende ketters overgebracht naar Den Haag, waar ze werd opgesloten in de Gevangenpoort. De gevangenen besloten al snel tot de herroeping van hun denkbeelden. Behalve Wendelmoet. Tijdens haar ondervraging gaf ze te kennen liever te sterven dan zich te bekeren. En daar bleef ze bij.
Landvoogdes Margaretha van Oostenrijk zou zich toen hoogstpersoonlijk met de kwestie bemoeid hebben. Ze beval de vrouw twee maanden op water en brood te zetten. Na een maand werd Wendelmoet overgebracht naar het slot te Woerden. Daar zat ze vervolgens 157 dagen gevangen. Gerieflijk was het er allerminst. Wendelmoet moest slapen op harde planken zonder stro of dekens en zien te leven van water en brood, dat ze zelf diende te betalen.
Het Duitse boekje verhaalt ook over de verhoring van de ‘ketterse’ vrouw, die hierna in Den Haag plaatsvond. In niet mis te verstane bewoordingen zou Wendelmoet zich hier hebben afgezet tegen alles wat met de Katholieke Kerk te maken had. Toen haar gevraagd werd naar ideeën over het sacrament van de hostie antwoordde ze bijvoorbeeld:
“Ik houd dat voor brood en meel, het kruis is een stuk hout goed om een vuurtje mee te stoken.”
En over het heilig oliesel zou ze gezegd hebben:
‘Olie is goed voor op de sla, of om uw schoenen mee in te smeren’.
Wendelmoet trok daarnaast de aandacht door haar grote Bijbelkennis. Monniken, familieleden en vrienden probeerden de trotse Wendelmoet Claesdochter nog tot bekering over te halen, maar dat bleek tevergeefs. Wendelmoet verkoos de dood. Volgens het boekje zou zelfs de beul onder de indruk zijn geweest van haar geloof. Kort voor de executie sprak hij:
‘Moeder, blijft bij God en laat u van God niet trekken’.
Voordat haar lichaam werd verteerd door de vlammen werd de martelares met een wurgkoord gedood.
Martelares
In protestantse kring wordt Wendelmoet Claesdochter geëerd als martelares. Monnickendam heeft tegenwoordig een Wendelmoet Claesdochterlaan en in de Grote Kerk van de stad is een gedenksteen voor de vrouw te vinden. Jan Mens schreef in 1952 een historische roman over Wendelmoet, getiteld De witte vrouw.
Ook interessant: Twee dappere Mechelse broers op de brandstapel (1555)
…en: De executie van wederdoper Hendrik Eemkens (1562)
Lees ook: De Reformatie: kerkhervorming in de 16e eeuw
Boek: Het merk Luther
Bronnen ▼
-http://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/claesdrwendelmoet
-https://www.rd.nl/kerk-religie/wendelmoet-claesdochter-was-moedige-geloofsgetuige-1.292895
-Kroniek van Nederland – Aart Aarsbergen e.a. (p.236)