Dark
Light

Wie is de ‘beminde leerling’ van Jezus?

Snel antwoord: we weten het niet
Auteur:
4 minuten leestijd
Jezus en de beminde leerling - Houtsculptuur uit de veertiende eeuw - Collectie Fritz Mayer van den BerghJezus en de beminde leerling - Houtsculptuur uit de veertiende eeuw - Collectie Fritz Mayer van den Bergh
Jezus en de beminde leerling - Houtsculptuur uit de veertiende eeuw - Collectie Fritz Mayer van den Bergh (CC BY-SA 4.0 - Carolus - wiki)

In het Nieuwe Testament wordt in het laatste evangelie geschreven over een discipel die door Jezus werd bemind. Aangezien zijn naam nergens wordt genoemd, is onduidelijk wie deze mysterieuze leerling precies was.

Jezus en de 'beminde leerling' - Valentin de Boulogne
Jezus en de ‘beminde leerling’ – Valentin de Boulogne
In de loop der eeuwen hebben veel onderzoekers zich zonder succes gebogen over de vraag wie de ‘beminde leerling’ was. Hij wordt alleen genoemd in Johannes, het vierde evangelie. De bekendste passage is te vinden in het hoofdstuk waarin het laatste avondmaal wordt beschreven:

Eén zijner leerlingen, dien Jesus beminde, was aan Jesus’ boesem gelegen. Johannes 13:23 (Petrus Canisius, 1955)

In hetzelfde boek komt de naamloze discipel nog enkele keren voorbij. De leerling is volgens een later vers bijvoorbeeld ook aanwezig bij Jezus’ kruisiging in Jeruzalem. Deze passage toont aan hoezeer Jezus zijn volgeling vertrouwde. Hij vraagt hem immers de zorg voor zijn moeder Maria op zich te nemen, terwijl hij zijn moeder tegelijkertijd opdraagt de ‘beminde leerling’ aan te nemen als haar zoon:

Jesus zag zijn moeder staan, en naast haar den leerling, dien Hij beminde. En Hij sprak tot zijn moeder: Vrouw, ziedaar uw zoon. Daarna sprak Hij tot den leerling: Ziedaar uw moeder. En van dat ogenblik af nam de leerling haar bij zich op. Johannes 19:26-27

Jezus en de 'beminde leerling' - Valentin de Boulogne, 1625-1626
Jezus en de ‘beminde leerling’ – Valentin de Boulogne, 1625-1626

Johannes?

Vanaf de tweede eeuw is vaak gesuggereerd dat met de ‘beminde leerling’ de apostel Johannes, de zoon van Zebedeüs, wordt bedoeld. Daaruit moet echter niet direct geconcludeerd worden dat de auteur dan over zichzelf zou hebben geschreven. Want hoewel dit evangelie bekendstaat als het evangelie van Johannes zijn de meeste wetenschappers het er vandaag de dag over eens dat het werk hoogstwaarschijnlijk niet is geschreven door de apostel Johannes. Het werk is anoniem. In het evangelie noemt de auteur zijn naam niet. Wel stelt hij zich voor als ooggetuige.

Sommigen menen dat Johannes de ‘beminde leerling’ niet kan zijn omdat bekend is dat hij een visser uit Galilea was toen hij door Jezus als discipel werd geroepen, terwijl de voorgaande passage zou aantonen dat de leerling een huis in Jeruzalem had en daar dus woonde. Dit staat echter niet letterlijk zo in de tekst.

Auteur

Wie het ook mag zijn geweest: duidelijk is in ieder geval wel dat het evangelie waarin het personage wordt opgevoerd, geschreven is door de ‘beminde leerling’. Dit valt af te leiden uit een passage aan het einde van het evangelie, waarin Jezus zich tot de apostel Petrus richt en hem vraagt hem te volgen. Na deze oproep is te lezen:

Toen Petrus zich omkeerde, zag hij den leerling, dien Jesus liefhad, hen volgen; dezelfde namelijk, die bij de maaltijd aan zijn borst had gerust en gezegd had: Heer, wie is het, die U verraadt? Toen Petrus hem zag, sprak hij tot Jesus: Heer; en hij dan? Jesus zeide hem: Indien Ik hem wil laten blijven, totdat Ik kom, wat maakt dit uit voor u? Volg Mij! Zo verspreidde zich het gerucht onder de broeders, dat deze leerling niet zou sterven. Maar Jesus had hem niet gezegd, dat hij niet sterven zou, maar: Indien Ik hem wil laten blijven, totdat Ik kom, wat maakt dit uit voor u? Dit is de leerling, die hiervan getuigt, en dit heeft geschreven; en we weten, dat zijn getuigenis waarachtig is.

Sculptuur uit circa 1500
Sculptuur uit circa 1500 (CC0 – wiki)
Uit deze passage valt ook af te leiden dat de bekende apostel Petrus, die door de Rooms-Katholieke Kerk aangeduid wordt als de eerste paus, de ‘beminde leerling’ in ieder geval niet kan zijn. Hij wordt hier namelijk (net als in hoofdstuk 20:1-2, zie hieronder) samen met de mysterieuze leerling opgevoerd. Het lijkt verder zeer onwaarschijnlijk dat Judas, de apostel die Jezus verraadde, de ‘beminde leerling’ was. Daarmee zouden er nog tien kanshebbers over zijn. Als tenminste aangenomen wordt dat het om één van de twaalf oorspronkelijke discipelen moet gaan. Ook dat is echter onzeker. ‘Leerling’ kan immers ook meer algemeen worden opgevat.

Maria Magdalena

Stabat Mater - Gabriel Wuger, 1868
Stabat Mater – Gabriel Wuger, 1868
Tot slot: er is ook wel eens gesuggereerd dat Maria Magdalena, een bekende vrouw die door Jezus zou zijn bevrijd van boze geesten, de ‘beminde leerling’ is. Dit lijkt echter onwaarschijnlijk aangezien zij, net als Petrus, in het twintigste hoofdstuk van het evangelie van Johannes tegelijkertijd met de leerling wordt opgevoerd:

Op de eerste dag der week kwam Maria Magdalena ’s morgens vroeg, terwijl het nog donker was, naar het graf, en zag de steen van het graf afgerold. Zij snelde daarom vlug naar Simon Petrus heen, en naar den anderen leerling, dien Jesus liefhad, en zei hun: Men heeft den Heer uit het graf genomen, en we’ weten niet, waar men Hem heeft neergelegd. Johannes 20:1-2

Uit de woorden die Jezus vanaf het kruis tot zijn moeder en de ‘beminde leerling’ richt, valt verder af te leiden dat de leerling een man is. Daarmee zou Maria Magdalena automatisch afvallen.

Bronnen â–¼

-Petrus Canisius bijbel, 1955
-https://www.pthu.nl/bijbelblog/2016/11/de-discipel-die-door-jezus-werd-bemind/
-Alle bijbelse personen p.56 – Carla van den Bergen, red. p.56
-De wordingsgeschiedenis van het Nieuwe Testament – dr. A.F.J. Klein (Aula, 207) p.69-70
×