In het Nieuwe Testament wordt in het laatste evangelie geschreven over een discipel die door Jezus werd bemind. Aangezien zijn naam nergens wordt genoemd, is onduidelijk wie deze mysterieuze leerling precies was.
Eén zijner leerlingen, dien Jesus beminde, was aan Jesus’ boesem gelegen. Johannes 13:23 (Petrus Canisius, 1955)
In hetzelfde boek komt de naamloze discipel nog enkele keren voorbij. De leerling is volgens een later vers bijvoorbeeld ook aanwezig bij Jezus’ kruisiging in Jeruzalem. Deze passage toont aan hoezeer Jezus zijn volgeling vertrouwde. Hij vraagt hem immers de zorg voor zijn moeder Maria op zich te nemen, terwijl hij zijn moeder tegelijkertijd opdraagt de ‘beminde leerling’ aan te nemen als haar zoon:
Jesus zag zijn moeder staan, en naast haar den leerling, dien Hij beminde. En Hij sprak tot zijn moeder: Vrouw, ziedaar uw zoon. Daarna sprak Hij tot den leerling: Ziedaar uw moeder. En van dat ogenblik af nam de leerling haar bij zich op. Johannes 19:26-27

Johannes?
Vanaf de tweede eeuw is vaak gesuggereerd dat met de ‘beminde leerling’ de apostel Johannes, de zoon van Zebedeüs, wordt bedoeld. Daaruit moet echter niet direct geconcludeerd worden dat de auteur dan over zichzelf zou hebben geschreven. Want hoewel dit evangelie bekendstaat als het evangelie van Johannes zijn de meeste wetenschappers het er vandaag de dag over eens dat het werk hoogstwaarschijnlijk niet is geschreven door de apostel Johannes. Het werk is anoniem. In het evangelie noemt de auteur zijn naam niet. Wel stelt hij zich voor als ooggetuige.
Sommigen menen dat Johannes de ‘beminde leerling’ niet kan zijn omdat bekend is dat hij een visser uit Galilea was toen hij door Jezus als discipel werd geroepen, terwijl de voorgaande passage zou aantonen dat de leerling een huis in Jeruzalem had en daar dus woonde. Dit staat echter niet letterlijk zo in de tekst.
Auteur
Wie het ook mag zijn geweest: duidelijk is in ieder geval wel dat het evangelie waarin het personage wordt opgevoerd, geschreven is door de ‘beminde leerling’. Dit valt af te leiden uit een passage aan het einde van het evangelie, waarin Jezus zich tot de apostel Petrus richt en hem vraagt hem te volgen. Na deze oproep is te lezen:
Maria Magdalena
Op de eerste dag der week kwam Maria Magdalena ’s morgens vroeg, terwijl het nog donker was, naar het graf, en zag de steen van het graf afgerold. Zij snelde daarom vlug naar Simon Petrus heen, en naar den anderen leerling, dien Jesus liefhad, en zei hun: Men heeft den Heer uit het graf genomen, en we’ weten niet, waar men Hem heeft neergelegd. Johannes 20:1-2
Uit de woorden die Jezus vanaf het kruis tot zijn moeder en de ‘beminde leerling’ richt, valt verder af te leiden dat de leerling een man is. Daarmee zou Maria Magdalena automatisch afvallen.
De tuin van Getsemane – Jezus in doodsangst
Golgotha – De heuvel waar Jezus werd gekruisigd
Bronnen â–¼
-https://www.pthu.nl/bijbelblog/2016/11/de-discipel-die-door-jezus-werd-bemind/
-Alle bijbelse personen p.56 – Carla van den Bergen, red. p.56
-De wordingsgeschiedenis van het Nieuwe Testament – dr. A.F.J. Klein (Aula, 207) p.69-70