Willy Vandersteen liet zich inspireren door middeleeuwse Nibelungenlied

Over Siegfried, Bikfried en de ‘Ringelingschat’
10 minuten leestijd
Detail van de albumcover van 'De ringelingschat' van Willy Vandersteen
Detail van de albumcover van 'De ringelingschat' van Willy Vandersteen

In het stripverhaal Suske en Wiske en de Ringelingschat, waarvan de oudste versie in 1951 verscheen, speelt Willy Vandersteen het met kunst en vliegwerk klaar om Lambiek en de zijnen naar het jaar 1200 terug te verplaatsen. Vadertje Tijd, een baardige grijsaard, verschijnt, gewapend met zijn onvermijdelijke zeis, en hij haalt een kunstje uit. Hij legt de hoofdrolspelers uit de strip in zijn Dikke Boek. Dan volgt de grote verdwijntruc. Onze twintigste-eeuwse stripvrienden ontwaken in de wonderlijke wereld van de Middeleeuwen, en wel tijdens de regeerperiode van een zekere koning Siegmond. Maar geen nood. Aan het eind van het verhaal worden de stripfiguren, Lambiek voorop, weer keurig naar onze tijd teruggevlogen.

Xanten

De tijdmachine landt in het Duitse Xanten, een stadje net over de Nederlandse grens. Maar wie is die koning Siegmond? Duidelijk is dat Willy Vandersteen op zoek ging naar een geschikte vertelstof en de middeleeuwse verhalen grondig bestudeerde. De naam Siegmond van Xanten wijst ons de weg naar de tekst die Vandersteen voor zijn stripverhaal De Ringelingschat heeft gebruikt. In een oud Duits heldenepos, het Nibelungenlied, treedt een koning met deze naam op. Hij is de vader van de beroemde held Siegfried uit Xanten.

Herman en Thusnelda. De Germaanse held Arminius neemt afscheid van zijn vrouw Thusnelda.
Herman en Thusnelda. De Germaanse held Arminius neemt afscheid van zijn vrouw Thusnelda. – Tischbein, 1822
In dit Duitse dichtwerk uit omstreeks 1200 speelt de Nibelungenschat, die Siegfried op hardhandige wijze twee dwergen heeft ontfutseld, een belangrijke rol. De Ringelingschat dankt zijn naam dus aan de Nibelungenschat. En dan is Bikfried, de drakendoder, natuurlijk niemand minder dan Siegfried, die ook een draak versloeg. Inderdaad. Om het stripverhaal over De Ringelingschat beter te kunnen begrijpen, moeten we dus, net als Vandersteen, de sprong naar het verleden wagen. Daar gaan we dan.

Grabbelton

In het Nibelungenlied zijn oude verhalen verwerkt die tijdens de volksverhuizingen (400-600!) ontstonden. Bepaalde figuren die later in de verhalen een rol spelen, hebben in de vroege tijd ook werkelijk geleefd. Koning Attila bijvoorbeeld en koning Gunther van Worms en zijn dappere broer Gernot. (Feyenoord-speler Gernot Trauner is naar hem vernoemd!) Of ook Siegfried naar zo’n oude held is gemodelleerd, is onduidelijk. Er wordt wel eens aan de Germaanse legeraanvoerder Arminius (Herman de Cherusker) gedacht, die het Romeinse leger in het begin vaan onze jaartelling in het Teutoburger Woud verpletterend versloeg. Werd deze historische gebeurtenis misschien in Siegfrieds gevecht met de draak op symbolische wijze weergegeven? Vijanden werden in die tijd wel vaker als monsters voorgesteld.

Een gezonde scepsis is bij deze theorie zeker op zijn plaats. Niet alleen striptekenaars maar ook wetenschappers blijken soms over een levendige fantasie te beschikken. Hoe dan ook, vaststaat dat de verhalen over de held Siegfried mondeling werden doorverteld totdat ze rond 1200 zijn opgetekend in oude handschriften.

Het Nibelungenlied was in de Middeleeuwen razend populair. De stof was niet alleen in Duitsland, maar in heel Europa bekend. Ook in Noorse teksten werd de stof verwerkt. Er zijn zelfs twee fragmentjes in het Middelnederlands bewaard gebleven. Willy Vandersteen gebruikte het hele verhalenarsenaal als grabbelton, en putte er informatie uit. Hij beperkte zich dus niet tot het Nibelungenlied zelf – hoewel hij hierin de belangrijkste gegevens aantrof – maar grasduinde ook lustig in de andere versies. Vandersteen heeft de diverse elementen heel handig in zijn album De Ringelschat gebruikt. De naam Siegfried veranderde de Belgische frieteter ironisch in Bikfried (Grote Friet?).

Het aambeeld in tweeën

Welke avonturen beleefde Siegfrieds in zijn jeugd? In de oudste versies groeit Siegfried, die daar Sigurd wordt genoemd, niet bij zijn ouders op maar bij een smid. De jongeman is sterk als een beer en zeer agressief. Om zijn kracht te bewijzen slaat hij met zijn nieuw gesmede zwaard zo krachtig op het aambeeld dat het – tot schrik van de smid – in tweeën splijt. Stripfiguur Bikfried doet wat kracht betreft voor Siegfried (Sigurd) niet onder. Het klieven van het aambeeld vinden we in De Ringelingschat terug. Ook Bikfried slaat met zijn zwaard het aambeeld in tweeën. Het commentaar van de stripheld luidt: Asjemenou! Het aambeeld met een slag gekloven! Dat wil wat zeggen!

Johannes Gehrts, 1855-1921, Siegfried (Sigurd) slaat het aambeeld in tweeën.
Siegfried (Sigurd) slaat het aambeeld in tweeën – Illustratie van Johannes Gehrts, 1855-1921 .

De draak

Siegfried (Sigurd) heeft in zijn jeugd ook een gevaarlijke draak verslagen. Onze held wist het monster door een list te verslaan. Hij groef een diepe kuil in de weg, waar de draak zich over verplaatste. De held verborg zich stiekem in dit ‘schuttersputje’. Toen de draak over het putje heen kroop, stak hij met brute kracht zijn zwaard in de weke buik van het monster. Ter informatie: dit is de enige plek waar draken kwetsbaar zijn, voor de rest zijn ze gepantserd, net als hun achterneef, de krokodil.

In het stripverhaal haalt Bikfried dezelfde truc uit. Alleen, van een weloverwogen list is geen sprake. Bikfried, de lafaard, slaat op de vlucht, struikelt en valt per ongeluk in een kuil: Hopla, in een onnozel gat gevallen! Maar zo kan ik de draak misschien van onder raken. Als het ondier boven hem over de weg schuifelt geeft hij hem zoals voorgeschreven de doodsteek!

In het Nibelungenlied gebeurde nog iets bijzonders. Siegfried nam een bad in het drakenbloed, zodat zijn huid ophardde en hij onkwetsbaar werd. Maar oh jee, het bad vindt plaats onder een lindenboom. Een blad dwarrelt naar beneden en blijft plakken op de rug van de held, tussen zijn schouderbladen. Die plaats komt hierdoor niet in aanraking met het drakenbloed. Een speersteek op deze plek kan daardoor alsnog dodelijk zijn.

Siegfried doodt de draak
Siegfried doodt de draak
Vandersteen neemt de scène vrij nauwkeurig over. Bigfried stelt Sidonhilde (= Kriemhilde) op de hoogte: ik heb de draak verdelgd en ben nu onkwetsbaar, want ik heb me in zijn bloed gewassen. Maar hij vergist zich, ook bij hem bleef een blad op zijn rug kleven. Op die plek was hij kwetsbaar. Dat zal later wel blijken!

Draken in veelvoud

De onbekende schrijver van het Nibelungenlied had een hekel aan wonderbaarlijke gebeurtenissen. Hij wilde een geschiedkundig, dus ‘echt gebeurd’ verhaal presenteren. In dit concept paste het niet goed dat Siegfried een draak verslaat. Dat is veel te onwaarschijnlijk. Het drakengevecht wordt in het Nibelungenlied dan ook met enkele woorden afgedaan. Striptekenaar Vandersteen vond zo’n drakengevecht echter juist leuk. In die scène vond hij de spanning en sensatie die de jeugd zo weet te waarderen. Dus liet hij Bikfried maar liefst driemaal tegen een vervaarlijke monster vechten. Strip-critici heffen hier het bestraffende vingertje op, spreken over ‘geestdodende stereotypie’, mopperen in de trant van ‘bah, steeds dezelfde sjablone’. Maar de jeugdige lezer heeft geen boodschap aan dit gezeur. Hij leest de gevechten met rooie oortjes. En terecht. Want het feit dat Vandersteen de gevechten volgens hetzelfde vertelstramien opbouwt, maakt ze niet minder spannend. Hij varieert bovendien telkens.

Het zesbenige paard

Het eerste gevecht dat de lang verbeide held Biekfried in Xanten moet leveren, is tegen een gevaarlijke, zesbenige hengst. Als wapen stelde de smid hem een hamer ter beschikking. Maar Bigfried, de opschepper, denk dat wapen niet nodig te hebben. Als hij het ondier op zich af ziet stuiven, moet hij echter wel even slikken. Toch maar snel de hamer gepakt! En Bikfried geeft me de zespoter (sorry, zesbener) toch een mokerslag…!

Sidonia / Sidonhilde - Op een oude omslag van de Ringelingschat
Sidonia / Sidonhilde – Op een oude omslag van de Ringelingschat
Maar merkwaardig: geweld helpt niet tegen het wonderpaard. Het beest loopt over Bikfried heen alsof hij er niet staat. Maar dan bedenkt Bikfried een list. Als het paard weer briesend op hem af komt rennen, brengt hij het beest op miraculeuze manier tot stilstand door simpelweg zijn hand op de snuit te leggen. En o, wonder, als een blad aan de boom verandert het getemde ondier in een normaal, vriendelijk paard, waarop onze held met een triomfgebaar plaatsneemt. Later verraadt hij in een gesprek met tante Sidonia zijn geheim: Och, ik stopte hem een klontje in zijn bek, en klaar was kees!

In het Nibelungenlied is niets over een wonderpaard te vinden. Een vondst van Willy Vandersteen? Welnee. Het idee van het getemde wonderpaard leende hij uit het verhaal van de Vierheemskinderen, waarin ridder Reinout het wilde ros Beiaard temde.

Brunhilde

Het is duidelijk dat Vandersteen het verhaal, zoals we dat uit het Nibelungenlied kennen, sterk heeft ingekort. Het oude epos vertelt dat Siegfried uit Xanten naar Worms reisde om de mooie prinses Kriemhild ten huwelijk te vragen. Haar broer Gunther, die tevens haar voogd was, wilde wel met een huwelijk instemmen, maar stelde een voorwaarde. De sterke Siegfried moest hem helpen de machtige koningin Brunhilde van IJsland te verschalken.

Deze dame had een merkwaardige eis, ze wilde een echtgenoot die sterker was dan zijzelf. Daarom organiseerde ze een soort Olympiade, waarbij elke huwelijkskandidaat het in drie wedstrijden tegen haar moest opnemen. Wie gooide de zware kei het verst? Wie kon de speer het verst werpen? Wie sprong het verst? Wie een van de drie spellen tegen haar verloor, werd zonder pardon een kopje kleiner gemaakt.

Het is duidelijk dat koning Gunther uit Worms dat gevecht niet aandurft. Hij roept nu de sterke Siegfried te hulp. De twee gaan op weg. In IJsland aangekomen doet Siegfried, nota bene de zoon van de koning van Xanten, het voorkomen alsof hij de knecht van Gunther is. Onzichtbaar geworden door een geheimzinnige onzichtbaar makende mantel (de beroemde Tarnkappe) verslaat Siegfried in de drie wedstrijden Brunhilde, zonder dat ze hem ziet. Gunther doet alsof hij Brunhildes tegenstander is, hij mimt de bewegingen! De koningin weet natuurlijk niet dat Siegfried haar heeft overwonnen in plaats van Gunther. Siegfried mag nu met Kriemhild trouwen, Gunther trouwt met de IJslandse…

Henry Fuseli, Brunhilde hangt tijdens de huwelijksnacht haar man Gunter aan het plafond. 1807.
Henry Fuseli, Brunhilde hangt tijdens de huwelijksnacht haar man Gunter aan het plafond. 1807.
Alles lijkt pais en vree, maar tijdens de huwelijksnacht gaat het mis. De sterke Brunhilde merkt dat haar echtgenoot aan kracht niets voorstelt, wat een watje! Zij hangt hem tot zijn grote schande honend aan het plafond van het slaapvertrek. Wat een blamage… In de strip is van deze scène niets terug te vinden. Brunhilde krijgt een andere rol toebedeeld; zij wordt de echtgenote van de gemene hofvazal Hagen Kart-offel. Het enige waarover zij zich zorgen maakt is haar kleding: Zeg eens Kart-offel, mijn gemaal, hoe zit dat nou? Ik draag nu al twee jaar dit katoentje! Wanneer krijg ik nog eens een nieuwe jurk?

Het kruisteken

Later komt Kriemhild, die nu met Siegfried in Xanten woont, op bezoek bij haar schoonzuster Brunhilde in Worms. Ze begint vreselijk op te scheppen over ‘haar’ Siegfried. Dit gaat Brunhilde te ver. Haar man Gunther is immers de baas in Worms. Er ontstaat een fikse ruzie tussen de dames, die de aanleiding vormt voor Siegfrieds dood. Brunhilde doet namelijk haar beklag bij Hagen, de machtige hofvazal. Deze organiseert een jachtpartij en doodt op laffe wijze tijdens deze festiviteit de nietsvermoedende Siegfried.

Hoe dit gebeurde? Als Siegfried bij een bron neerknielt om te drinken, jaagt Hagen hem een speer door het lijf. Maar Siegfried was toch onkwetsbaar door zijn bad in het drakenbloed? Dat is juist. Maar tijdens het bad, we zeiden het al, dwarrelde een blad van de boom boven hem, dat op zijn rug bleef kleven. Op deze plek was de held kwetsbaar. De bezorgde Kriemhild had de plaats met een kruisteken op de kledij van haar man gemarkeerd, zodat de vazal Hagen hem in geval van nood kon beschermen. Maar wat deed de schurk? Hij gebruikte het teken om Siegfried op de kwetsbare plek met zijn speer dodelijk te doorboren.

Hagen doodt Siegfried - Johannes Gehrts, 1855-1921, illustrator
Hagen doodt Siegfried – Johannes Gehrts, 1855-1921, illustrator

Vandersteen nam de scène van de moord op Siegfried over. Ook bij Bikfried wordt een teken op zijn rug vastgehecht, precies op de kwetsbare plaats. Hagen Kart-offel (Hagen aardappel!) slingert uit alle macht een speer in de kwetsbare plek. Dodelijk gewond stort Bikfried ter aarde. Hij schreeuwt het uit: Ai!! Hier en ginder!! Hij heeft met te pakken!

De dode held wordt opgebaard. Wat een ramp. De stripfiguur Lambiek is niet meer! Aan tranen geen gebrek. Tante Sidonia en Suske en Wiske snikken het uit. En de jeugdige lezer snikt mee. Maar pas op. Hier dreigt iets mis te gaan. Een stripverhaal waarin de held sterft, is ondenkbaar. De comics van Vandersteens zijn niet om te huilen, maar om te lachen. En bovendien, in het volgende album moet onze Lambik weer optreden. Het seriekarakter verbiedt nu eenmaal dat een hoofdpersoon uitstapt. Vandersteen grijpt dan ook snel in. De dood gewaande Bikfried komt tot ieders geluk weer bij zijn positieven, tot grote vreugde ook van Wiske: Verhip, Lambik ! Ben je dan niet dood?

Eerste pagina van het Nibelungenlied - cc
Eerste pagina van het Nibelungenlied, ca. 1230
Welnee. Een stripheld sterft niet. Maar de vent Hagen Kart- offel met die speer leek toch wel heel levensecht. Wat is er gebeurd? Terwijl de tragische held Siegfried de pech heeft om op laffe manier om zeep te worden geholpen, heeft de stripheld het geluk aan zijn zijde. Op wonderbaarlijke wijze had het popje Schanulleke, dat tante Sidonhilde – even dom als haar voorbeeld Kriemhilde – op Bikfrieds rug had bevestigd, de speer opgevangen. Bikfried zegt triomfantelijk: En die speer is daar blijven steken! Ik viel enkel flauw van de schrik!

De les

Ringelingschat - Detail van de albumcover
Ringelingschat – Detail van de albumcover
Wat wilde Vandersteen eigenlijk met het album De Ringelingschat aan de jeugdige lezertjes vertellen? Vadertje Tijd weet het precies:

’t Is maar te hopen dat ze er iets van leren, want die lui van de moderne tijd kunnen een les uit het verleden best gebruiken.

Het bontkleurige stripverhaal van Suske en Wiske lees je niet alleen voor je plezier. Het bevat een les, dus opgepast. Zuur-pruimerige didactici, die stripverhalen nog al eens als verwerpelijk leesvoer betitelen, dat de ontluikende kindergeest afstompt, worden hier door Vandersteen flink op de vingers getikt. Riep daar iemand in dat afschuwelijke onderwijzersjargon iets over affirmatief escapisme?! Niets daarvan. Vadertje Tijd kondigt de Ringelingschat aan als een leerzaam pamflet.

Ernst Barlach, Kriemhild met het afgeslagen, bloedende hoofd van Gunther. 1923
Ernst Barlach, Kriemhild met het afgeslagen, bloedende hoofd van Gunther. 1923
Waar gaat het om? In de oude sage was de Nibelungenschat een bron van leed. Wie deze schat bezat, was immers rijk en machtig, maar wekte zo ook de jaloezie van de tegenstanders! Siegfried was bovendien niet eerlijk aan de schat gekomen. Twee dwergen, Schilbunc en Nibelunc, maakten er ruzie over. De held uit Xanten loste het hele probleem op door de beide dwergen dood te slaan en zich de schat wederrechtelijk toe te eigenen. Na de dood van Siegfried gooide Hagen de schat ergens in de Rijn. Alleen hij wist (samen met Gunther!) de juiste plaats. Als dan veel later Kriemhild het geheim te weten wil komen, loopt het ook voor de heren Gunther en Hagen slecht af. Zij weigeren de plaats te noemen waar de Ringelingschat in de Rijn is gedumpt en worden eigenhandig door een ontketende Kriemhild gedood.

De Nibelungenschat is oorzaak van haat en nijd. En de Ringelingschat? Het blijkt dat de Ringelingschat is opgebracht door brave belastingbetalers. Vandersteen tovert aan het eind van het verhaal zijn zoveelste draak uit de hoge hoed, het monster To-Tal-Krieg. Ter informatie: Het Duitse begrip Totaler Krieg, bekend uit de Tweede Wereldoorlog, stond voor een allesvernietigende, niets ontziende oorlog. En kijk nou, de draak To-Tal-Krieg doet zich te goed aan de Ringelingschat. De pacifistische boodschap van Vandersteen luidt dus: Oorlog slokt al het belastinggeld op. Dat wil toch niemand? Een wijze les!

Strip: Suske en Wiske en de Ringelingschat

Johan H. Winkelman (1940) was sinds 1970 als germanist-mediëvist aan de Universiteit van Amsterdam verbonden, sinds april 1999 als bijzonder hoogleraar Letterkunde van de Middeleeuwen, in het bijzonder de Duitse. Hij publiceerde en publiceert (sinds 2005 als emeritus) over de Middelhoogduitse en Middelnederlandse literatuur.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×