Zaragoza was rond 1100 een van de belangrijkste steden in Noord-Spanje. Met de nabijgelegen stad Barbastro was Zaragoza doelwit van de eerste kruistochten van christenen tegen de Moren.
Cesaraugusta
Zaragoza is gesticht in het jaar 14 voor Christus door de Romeinse keizer Augustus, nadat hij het noordwesten van het Iberisch schiereiland had ‘gepacificeerd’ gedurende de Cantabrische oorlogen van 29 tot 19 voor Christus. De nederzetting werd Cesaraugusta genoemd. De stad had het recht om zelf munten te slaan en had vrijstelling van belasting. Cesaraugusta was geen compleet nieuwe stad, want vanaf het midden van de derde eeuw v.Chr. bevond er zich op deze plek al een stadje: Salduie, bewoond door de Sedetanen, het oudst bekende volk in deze regio. Een terracotta vrouwenfiguurtje uit 630-600 v.Chr. wijst op de aanwezigheid daar van Sedetanen vanaf het het begin van de IJzertijd, ongeveer 800 v.Chr..
In de eerste twee eeuwen van onze jaartelling beleefde Cesaraugusta een bloeiperiode en werden gebouwen gerealiseerd waar nu nog resten van te zien zijn zoals het forum, de thermen, rioleringen en een stenen brug over de rivier de Ebro. Deze brug – wellicht bestond er al een brug in Salduie – bezorgde Cesaraugusta een belangrijke positie als commercieel centrum. De huidige stenen brug ligt op dezelfde plaats als de Romeinse en dateert uit de eerste helft van de vijftiende eeuw. Er zijn overblijfselen van een muur gevonden uit de derde eeuw, maar het is niet duidelijk of deze muur de hele stad omsloot. Aan de oostkant genoot Cesaraugusta genoeg natuurlijke bescherming van de rivier de Huerva, die in Zaragoza uitmondt in de Ebro en daar zou nooit een muur zijn gebouwd.
Visigoten en Moren
Na de val van het Romeinse rijk aan het begin van de vijfde eeuw heersten de Visigoten over Zaragoza dat door hen Cesaracosta werd genoemd. In het jaar 541 drong een Frankisch leger Spanje binnen en begon een belegering van de stad. Toen langs militaire weg verovering onmogelijk bleek, besloten de Franken de stad uit te hongeren. Volgens de legende droegen de inwoners om hun stad te beschermen de wonderbaarlijke tuniek van de heilige Vincentius, bisschop van Amiens, met zich mee in een tocht over de stadsmuur. Deze Vincentius – afkomstig uit Zaragoza – verkondigde rond het jaar 300 het katholieke geloof, maar stierf als martelaar tijdens de gewelddadige christenvervolgingen van keizer Diocletius. De Franken, die het rooms-katholieke geloof aanhingen, zouden het beleg hebben opgeheven in ruil voor de tuniek die naar Parijs werd gebracht om daar te worden tentoongesteld in een speciaal voor de gelegenheid gebouwde kerk: de latere abdij van Saint-Germain-des-Prés.
In 714 veroverden de Moren de stad en gaven haar de naam Saraqusta. Vanaf dat jaar maakte Zaragoza deel uit van het kalifaat van Córdoba en ontwikkelde zij zich tot een belangrijke administratieve en militaire basis van het noordelijk deel van al-Andalus. Toen het kalifaat in 1031 uiteenviel werd Saraqusta de hoofdstad van de gelijknamige taifa, een zelfstandig koninkrijk, dat rond 1080 haar maximale politieke en culturele hoogtepunt bereikte Het was een van de belangrijkste commerciële centra van West-Europa en telde tegen het eind van de elfde eeuw al 25.000 inwoners.
Eerste kruistocht en de Aljafería van Zaragoza
De Aljafería in Zaragoza is het belangrijkste Moorse bouwwerk in het noordelijk deel van Spanje. De bouw ervan werd rond het jaar 1080 voltooid. Duidelijk zijn twee delen te onderscheiden: het militaire met zijn ronde torens en met de vierkante torre del Trovador, die dateert uit het eind van de negende eeuw, en het paleisdeel, dat binnen deze ommuring ligt en van latere datum is. Gedurende de eeuwen erna onderging de Aljafería diverse veranderingen en werd het lang gebruikt als kazerne. Vooral tijdens de onafhankelijkheidsoorlog tegen de Fransen aan het begin van de negentiende eeuw liep het gebouw ernstige schade op. In de tweede helft van de vorige eeuw is de Aljafería gerestaureerd en nu zetelt er de Cortes van Aragón.
Het ontstaan van de Aljafería dateert uit de jaren 935-937 toen de kalief van Córdoba, Abd al-Rahman III, de stad belegerde en op die plek een militaire fortificatie bouwde die al-Jazira werd genoemd. In 1065 gaf de toenmalige vorst, al-Muqtadir, opdracht tot de bouw van het paleisdeel. Het was een uiting van triomf over de herovering van de 110 kilometer ten noordwesten van Zaragoza gelegen stad Barbastro op de christenen, die deze stad het jaar ervoor hadden ingenomen. Een herovering, want in 1064 had de Aragonese koning Sancho Ramírez deze stad veroverd en grondig geplunderd. In de Moorse kronieken wordt gewag gemaakt van 50.000 bewoners die werden omgebracht of tot slavernij gedoemd. Het was de eerste echte kruistocht waarbij de Aragonees optrok met een internationaal samengesteld leger van Fransen, Italianen en Spanjaarden. Deze veldtocht werd ondernomen met de volledige steun van paus Alexander II, die daarmee het concept van de religieuze oorlog introduceerde (de eerste kruistocht naar de Oriënt vond plaats in 1096 op initiatief van paus Urbanus II).
Definitieve verovering van Zaragoza op de Moren
De opvolger van Sancho Ramírez, Peter I, wist in 1100 Barbastro opnieuw op de Moren te heroveren. Na deze overwinning liet hij zich door Franse en Oostenrijkse edelen overhalen tot het ondernemen van een kruistocht naar de Oriënt, maar paus Paschalis II wist hem ervan te overtuigen dat de strijd tegen de Moren in Spanje zelf prioriteit had en riep op tot een kruistocht tegen Zaragoza. De strijdkreet ‘Deus lo vol’ (het is de wil van God) waarmee de christenen optrokken, werd verbasterd tot Juslibol, de naam van de plek van waaruit de aanval op Zaragoza begon.
Juslibol is nu een klein dorpje op een paar kilometer afstand van Zaragoza. Zaragoza werd omsingeld, maar noch bestormingen, noch pogingen de bevolking uit te hongeren leidden tot inname. In 1118 was het echter gedaan met Zaragoza en werd het rijk door koning Alfons de Veroveraar ingelijfd in dat van Aragón. Alfons maakte de stad Zaragoza tot residentie van zijn koninkrijk.
Slot
De voortdurende pressie die de Heilige Stoel uitoefende op de christelijke monarchen in het noorden van het Iberisch schiereiland om strijd te leveren tegen de Moren, leidde tot een totale overwinning van de rooms-katholieke kerk op de islam. Anders gezegd, de kruistochten op Spaanse bodem waren succesvoller dan die naar de Oriënt.
Gerelateerd: Al-Andalus: het Spanje der Moren
Lees ook: Kruistochten (1095-1271) – Samenvatting, oorzaken, tijdlijn & gevolgen
Overzichtspagina: Geschiedenis van Spanje