’Zolang er leven is, is er hoop’, ook wel eens korter uitgedrukt als ‘hoop doet leven’, is een optimistisch en vrij bekend gezegde. Wie nog kan ademhalen, mag hoop hebben voor de toekomst. Maar aan wie hebben we deze uitdrukking eigenlijk te danken?
Deze uitdrukking is vooral bekend van de Romeinse politicus en filosoof Marcus Tullius Cicero (106-43 v.Chr.) die scheef:
“Dum anima est, spes est.”
Letterlijk betekent dit: zolang er adem is (of de geest), is er hoop. De uitdrukking wordt in het Nederlands al eeuwen gebruikt, al zeker sinds de zestiende eeuw. Een van de oudste (vergelijkbare) fragmenten is:
“Soo langhe alsser asem inden mensche is, isser hope aen.”
Of, iets fraaier, want in rijmvorm: “Men hoopt zoo langh, hoe ’t met ons staet, Zoo langh in ons den azem gaet.”
Soortgelijke Romeinse uitdrukkingen
Aan de Romeinen hebben we nog meer positieve en hoopgevende uitdrukkingen te danken, die lijken op ‘zolang er leven is, is er hoop’. Enkele voorbeelden:
“Dum vivimus, vivamus” – “Laten we van het leven genieten, zolang als we leven.”
“Ardeat vita” – Laat het leven bruisen!
“Balnea vina venus corrumpunt corpora nostra, sed vitam faciunt balnea vina venus” – “Baden, wijn en seks vernielen onze lichamen, maar baden, wijn en seks maken het leven”
Testikels: kleine ‘getuigen’ in de Romeinse rechtszaal
Boek: Leve het Latijn – Nicola Gardini
Bronnen ▼
Internet
-https://www.dbnl.org/tekst/stoe002nede01_01/stoe002nede01_01_1406.php
-https://www.ensie.nl/betekenis/hoop-doet-leven
-https://anw.ivdnt.org/article/hoop%20doet%20leven
-https://www.encyclo.nl/begrip/zolang_er_leven_is_is_er_hoop