Zowel geallieerden als nazi’s streden om gunst van Marokkaanse vrijheidsstrijder

‘Moslims! Het moment om af te rekenen is aangebroken’
8 minuten leestijd
Abdelkrim al-Khattabi
Abdelkrim (links) met Spaanse bestuurders in Melilla, een jaar vóór het uitbreken van de opstand (1919).
In het deze week verschenen boek Koloniale vloek (Houtekiet) van Yassin Akouh wordt beschreven hoe de dekolonisatie van Marokko de bewoners van de Rifstreek niet de verwachte vrijheid bracht, maar juist tot achterstelling en repressie leidde. Voor veel inwoners van de streek is vrijheidsstrijder Abdelkrim al-Khattabi vandaag de dag nog altijd een grote inspiratiebron. In de twintigste eeuw bestreed hij bijna succesvol de Spaanse en Franse kolonisatie. In 1926 gaf Abdelkrim zich noodgedwongen echter over aan de Fransen, die hem naar het afgelegen eiland La Réunion verbannen. In onderstaand fragment beschrijft Akouh hoe zowel de geallieerden als de asmogendheden emir Abdelkrim tijdens de Tweede Wereldoorlog als een potentiële strategische bondgenoot in Noord-Afrika zien en strijden om zijn gunst.

Strijden om de gunst van Abdelkrim

Abd el Krim
Mohammed Abdelkrim El Khattabi (1882-1963)
Wanneer de Tweede Wereldoorlog in 1939 uitbreekt, staat emir Abdelkrim en zijn strijd in de Rif (tegen de Spaanse en Franse protectoraten red.) nog steeds vers in het geheugen gegrift. Abdelkrim zou nuttig kunnen zijn om de belangen van het Westen in Noord-Afrika te behartigen. In geheime documenten bespreken de Britten een plan om emir Abdelkrim te ‘ontvoeren’ van het eiland La Réunion. Het idee krijgt vorm wanneer de (met nazi–Duitsland collaborerende, red.) Vichy-regering in 1941 steun verleent aan Rashid Ali al-Gaylani, die in Irak – een land onder Britse invloed – een staatsgreep pleegt. Britse troepen weten al snel al-Gaylani omver te werpen, waarna hij naar Berlijn vlucht.

Deze ontwikkeling zet de Britten aan tot nadenken over een mogelijke tegenactie tegen de Vichy-regering. Ze realiseren zich dat het aanwakkeren van een opstand in Marokko niet in hun voordeel zou zijn, maar de dreiging ervan vormt een strategisch drukmiddel voor zowel de Vichy als de Spaanse regering. Beide regeringen blijven bezorgd over een mogelijke nieuwe opstand in de bergen van de Rif.

Vichy-Frankrijk

Maarschalk Philippe Pétain, de held van Verdun en de man die in 1925 naar de Rif trok om de oorlog daar te beëindigen, leidt de Vichy-regering. Deze regering kwam aan de macht na de Franse nederlaag tegen nazi-Duitsland in 1940 en collaboreert met de nazi’s. Daartegenover staan de Vrije Fransen onder leiding van generaal De Gaulle, die zich bij de geallieerden hebben aangesloten en vanuit Londen nauw samenwerken met de Britten in de strijd tegen zowel de nazi’s als de Vichy-regering.

Philippe Pétain ontmoet Hitler in Montoire-sur-le-Loire, 24 oktober 1940
Philippe Pétain ontmoet Hitler in Montoire-sur-le-Loire, 24 oktober 1940 (CC BY-SA 3.0 de – Bundesarchiv)

In een ander document van 29 augustus vreest de Britse informant Sidney Ellis vanuit San Francisco dat de nazi’s Marokko zullen gebruiken als basis voor aanvallen op de Britse scheepvaart. Hij vermoedt ook dat Vichy-Frankrijk en Franco’s Spanje zich vroeg of laat bij hen zullen aansluiten. Om effectief tegenwicht te bieden aan deze ontwikkeling, stelt hij voor om emir Abdelkrim terug naar Marokko te brengen. Samen met zijn jongere broer, Si M’hammed, zou Abdelkrim onder de Riffijnen worden geplaatst om een nieuwe opstand te leiden; de ingezette troepen zouden voornamelijk worden gebruikt voor systematische sabotage en vernietiging. Ellis zegt dat Abdelkrim in de Rif alleen al een leger kan opzetten van tussen de 50.000 en 75.000 man sterk. In zijn rapport schrijft hij ook:

Ik ben volledig bekend met de Riffijnse strijdkwaliteiten, aangezien ongeveer 2500 Riffijnen ongeveer 19.000 Spaanse troepen bij Anoual en Arouit hebben vernietigd in 1921. (…) Mijn bedoeling zou zijn om deze krachten voornamelijk te gebruiken voor systematische sabotage en vernietiging van alle communicatiemiddelen, brandstofopslagplaatsen en aanvoerdepots gelegen binnen de Franse en Spaanse zones die van nut kunnen zijn voor de nazi-troepen zodra ze klaar zijn om in beweging te komen, wat volgens recente berichten niet ver weg is. Verder zou het creëren van deze rondzwervende guerrillabendes bedoeld zijn om de nieuwe spoorlijn die door de Fransen dwars door de woestijn van Frans Noord-Afrika naar Dakar wordt aangelegd volledig te vernietigen.

Ellis is ervan overtuigd dat hij de juiste persoon is om de ontsnapping van Abdelkrim en Si M’hammed te volbrengen. Hij verklaart dat hij vloeiend twee Arabische dialecten spreekt, evenals Frans, Italiaans en Spaans. Hij twijfelt er niet aan dat Abdelkrim maarschalk Pétain niet is vergeten. De conferentie van Madrid tussen deze Franse maarschalk en de Spaanse generaal Primo de Rivera in 1925, en hun daaropvolgende samenwerking, hebben uiteindelijk geleid tot Abdelkrims nederlaag. Hierover zegt hij:

Met de juiste hulp en ondersteuning zou Abdelkrim zeker de kans verwelkomen om de bittere herinnering aan het verleden uit te wissen, en hier ligt de kans om de nazi-Vichy-plannen te dwarsbomen op vrijwel dezelfde manier waarop de Duitsers tijdens de laatste wereldoorlog de Fransen in dezelfde gebieden aanpakten.

De Amerikanen, die aan de zijde van de geallieerden staan, tonen ook interesse in dergelijke plannen. Het is opmerkelijk dat de Amerikaanse antropoloog Carleton Stevens Coon hierin een belangrijke rol speelt. Na de Rifoorlog deed hij onderzoek naar de inwoners van de Rif. Een van de publicaties die daaruit voortvloeide, is het boek Tribes of the Rif, dat in 1931 verscheen. In de aanloop naar de landingen van Operatie Torch in Noord-Afrika in november 1942 werkt de antropoloog voor de Office of Strategic Services (OSS) vanuit de Amerikaanse legatie in Tanger. Dit is de eerste onafhankelijk opererende buitenlandse inlichtingendienst van de Verenigde Staten en een voorloper van de CIA, die in 1947 zal worden opgericht. Mocht Spanje zich aansluiten bij de asmogendheden (Nazi-Duitsland, Italië en Japan), dan is het Coons taak om een opstand in de Rif te ontketenen.

De Duitsers hebben hetzelfde idee als de Britten en de Amerikanen: Abdelkrim gebruiken om hun belangen te beschermen. Hitler ziet de moslimgemeenschap, net zoals de geallieerden, als een potentiële, krachtige bondgenoot. Al in 1940 verschijnt emir Abdelkrim in nazipropaganda. Met teksten in het Frans en Arabisch richt de propaganda zich tot Noord-Afrikanen in de Franse gelederen. Om de gewone koloniale soldaat te bereiken, zijn de teksten niet in het standaard Arabisch geschreven, maar in Darija, het Noord-Afrikaanse dialect.

Duits propagandavlugschrift 1:

Laat degene die kan lezen, dit aan anderen voorlezen!
Moslims!
De ware moslim vecht nooit voor de vijanden van de islam, die jullie moskeeën hebben ingenomen en ze hebben omgevormd tot kerken. Nu sturen ze jullie de dood in om het leven van christenen te sparen.
Tunesiërs, Algerijnen, Marokkanen, vergeet niet dat emir Khaled, emir Abdelkrim en de leiders van het Destour, die de Islam en de moslims wilden verdedigen, werden verbannen en onderworpen aan allerlei martelingen.
De metgezellen van de Profeet hebben gezegd: ‘Degene die vecht voor een religie die niet de zijne is, zal God op de dag des oordeels behandelen alsof hij die religie heeft omarmd.’
Bovendien, als de Fransen je bang maken door te zeggen dat de Duitsers je zouden doden als je naar hen toe zou gaan, is dat juist omdat ze je niet willen verliezen, jullie kanonnenvoer, die door te sterven het leven van de Fransen sparen.
Kom naar de Duitsers die nooit kwaad hebben gedaan aan de moslims: bij ons zul je je broeders vinden die hier een gelukkig leven leiden.

Duits propagandavlugschrift 2:

Moslims!
Het moment om af te rekenen is aangebroken. Iedereen kan nu zelf gerechtigheid toepassen. Het is dus tijd voor jullie om Frankrijk te laten boeten voor al het kwaad dat het jullie heeft aangedaan gedurende een eeuw van kolonisatie en tirannie. Wie deze kans laat liggen, zal hem nooit meer krijgen.
Emir Khaled, emir Abdelkrim en de leiders van het Destour, die de Islam en de moslims hebben verdedigd, zijn door Frankrijk verbannen en hebben zwaar geleden voor jullie.
Bedenk dat als je vandaag de vijanden van de islam verdedigt, deze helden die jullie hebben verdedigd en die alles hebben opgeofferd voor jullie, bij God rekenschap van je zullen eisen.
Duitsland wil jullie geen kwaad doen. Haar vijand is ook jullie vijand, en de heilige metgezellen van de Profeet hebben gezegd dat degene die een religie verdedigt die niet de zijne is, door God gestraft zal worden als een ongelovige.
Kom naar de Duitsers die nooit kwaad hebben gedaan aan de moslims. Veel van jullie broeders die zijn ontsnapt aan de Franse hel zijn hier, in de beste omstandigheden van welzijn. Kom bij hen, je zult er nooit spijt van krijgen.
Laat degene die kan lezen, dit aan anderen voorlezen!

La Réunion, 1927. De ballingschap van de familie al-Khattabi. Van links naar rechts:
Abdeslam, emir Abdelkrim en Si M’hammed, vergezeld door hun kinderen. Privéarchief: Yassin Akouh (voorheen privéarchief Naïma Azerkane)
La Réunion, 1927. De ballingschap van de familie al-Khattabi. Van links naar rechts: Abdeslam, emir Abdelkrim en Si M’hammed, vergezeld door hun kinderen. Privéarchief: Yassin Akouh (voorheen privéarchief Naïma Azerkane). Uit: Koloniale vloek

De nazi’s beperken zich niet tot propaganda alleen: ze proberen ook daadwerkelijk om emir Abdelkrim te helpen ontsnappen uit zijn ballingsoord op La Réunion, aldus Idris, de zoon van de emir. Op een dag in 1942 nadert een vreemdeling de poort van hun huis. Idris brengt zijn vader onmiddellijk op de hoogte, en samen gaan ze kijken wie het kan zijn.

Ik ben door de Führer [Hitler] gestuurd om u terug naar Marokko te brengen…

…zegt de man in het Frans. Hij beweert officier te zijn van een Duitse onderzeeër die voor de kust ligt en twee dagen zal wachten. Hoewel Abdelkrim verlangt om terug te keren naar zijn geliefde thuisland, wijst hij de hulp van de nazi’s af. Zijn reactie spreekt boekdelen:

Niet met de hulp van die man.

Allal Fassi, een Marokaanse nationalist
Allal Fassi, een Marokaanse nationalist
In 1973 getuigt de Tunesiër Youssef Rouissi dat hij, samen met Habib Thameur, in oktober 1943 in Berlijn steun probeert te verkrijgen van de Duitse autoriteiten om de ontsnapping van Abdelkrim uit ballingschap mogelijk te maken. Amin al-Husseini, de grootmoefti van Jeruzalem, die toentertijd al in Duitsland verblijft, informeert de twee heren dat hij reeds een soortgelijke stap heeft ondernomen. Voor het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft hij een memorandum opgesteld en ingediend. Maar de nazi-autoriteiten weigeren het verzoek, uit respect voor zowel de Spaanse als de Vichy-regering. Rouissi en Thameur proberen het nogmaals, maar opnieuw zonder succes. Ze vernemen dat de Duitsers hun steun hebben aangeboden aan emir Abdelkrim om hem te helpen ontsnappen, maar dat hij dit aanbod heeft afgewezen. De twee heren twijfelen aan deze bewering. Pas later in hun leven, wanneer ze de emir ontmoeten, bevestigt hij het verhaal.

De geallieerden en de asmogendheden richten hun aandacht niet enkel op emir Abdelkrim. Ook Marokkaanse nationalisten, zoals Allal al-Fassi, wekken hun interesse. Maar dan wel voor minder gewelddadige doeleinden: propaganda. Om moslims aan hun zijde te krijgen, woedt er een heuse propagandaoorlog. Deze bestaat uit verschillende methoden, waaronder de verspreiding van kranten, strooibiljetten en radio-uitzendingen, waarbij zelfs Koranvoordrachten worden uitgezonden. Volgens onderzoeker David Motadel weten de Britten dankzij hun koloniale rijk de beste Koranvoordragers ter wereld in te schakelen, zoals de beroemdheden van de Egyptische staatsradio – die onder Brits toezicht staan.

Koloniale vloek - Yassin Akouh
 
In 1941 willen de Britten de Marokkaanse nationalist Allal al-Fassi inzetten om de Duitse propaganda in Noord-Afrika via radio-uitzendingen tegen te gaan. Een van de mannen die betrokken is bij de verspreiding van de Duitse propaganda, is Abdelkhalek Torres, een invloedrijke Marokkaanse nationalist uit Tetouan. Al-Fassi verblijft op dat moment al enkele jaren in ballingschap in Gabon, waar hij geplaatst is vanwege zijn nationalistische activiteiten. De Britten vragen toestemming aan de Vrije Fransen, die zich tegenover het Vichy-regime stellen, om hun plan door te voeren. Generaal De Gaulle ziet echter niets in een vrijlating van al-Fassi. Zijn aanwezigheid in Londen, gecombineerd met zijn grote reputatie, zou onvermijdelijk als een aanmoediging voor de Marokkaanse nationalisten worden gezien. De plannen gaan daarom niet door. In 1945 komt er een einde aan de Tweede Wereldoorlog.

Yassin Akouh is journalist en werkt voor zowel Belgische als internationale media. Zijn focus ligt voornamelijk op Marokko, sociale bewegingen en geopolitieke vraagstukken.

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
2000
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 55.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×