Zurbarán, ‘Master of Spain Golden Age’

3 minuten leestijd
Francisco de Zurbarán, Saint Peter Nolasco’s Vision, 1629
Francisco de Zurbarán, Saint Peter Nolasco’s Vision, 1629

Francisco de Zurbarán, The House of Nazareth, ca. 1644-1645
Francisco de Zurbarán, The House of Nazareth, ca. 1644-1645
Onder de titel Zurbarán, ‘Master of Spain Golden Age’ staat het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel de komende maanden met een grote tentoonstelling stil bij het leven en werk van de zeventiende-eeuwse Spaanse barokschilder Francisco de Zurbarán.

Francisco de Zurbarán, The Immaculate Conception, ca. 1635
Francisco de Zurbarán, The Immaculate Conception, ca. 1635
Francisco de Zurbarán, Saint Peter Nolasco’s Vision, 1629
Francisco de Zurbarán, Saint Peter Nolasco’s Vision, 1629
De jonge Francisco werd op zeven november 1598 in een wat bescheiden gezin geboren in Fuente de Cantos, een dorpje in de Spaanse regio Extremadura. Vrij vlug kwam zijn teken- en schilderstalent tot uiting. Op jonge leeftijd stuurde zijn vader hem dan ook naar het atelier van een plaatselijke, niet onverdienstelijke schilder, Juan de Roelas (1570-1625). In 1614 ging Zubarán in Sevilla in de leer bij de schilder Pedro Diaz de Villanueva (1564-1654) waar hij de verdere knepen van het vak leerde.

Geheel volgens de geest van de contrareformatie bestaat Zubarán’s oeuvre voornamelijk uit religieuze onderwerpen. Taferelen uit het leven van heiligen, martelaren en monniken vormden zeker in het begin van zijn kunstenaarsloopbaan het overwegend deel van zijn werk. Zijn eerste doorbraak begon evenwel pas in 1626. In dat jaar sloot hij een contract af met het Dominicanenklooster ‘San Pablo el Real’ in Sevilla voor het schilderen van eenentwintig doeken gewijd aan het leven van de heilige Domenicus, samen met enkele werken van kerkvaders en –leraren. Van die opdracht zijn slechts zes doeken bewaard gebleven, waaronder het wondermooie “Christus aan het kruis” met een duidelijke Caravaggiaanse invloed (Art Institute of Chicago). Twee andere schilderijen van deze zes: “De heilige Domenicus” en “De miraculeuze genezing van de zalige Reginala van Orléan”’ zijn te bewonderen op de tentoonstelling. De tentoonstelling zelf is thematisch en chronologisch uitgewerkt. Ze overloopt de belangrijkste kenmerken van Zubarán’s werk dankzij niet minder dan vijftig uitgestalde doeken. Deze zijn zowel afkomstig uit diverse internationale musea, als uit particuliere verzamelingen.

In 1628 wist Zurbarán een tweede groot contract in de wacht te slepen. Ditmaal voor het klooster van de geschoeide Mercedariërs (1), dat nu in Sevilla onderdak biedt aan het ‘Museo de Bellas Artes’. Voor deze orde schilderde hij een aantal doeken over het leven van de heilige Petrus Nolascus (ca. 1182-1256), de stichter van de kloostergemeenschap.

Voor het Kartuizerklooster van ‘Santa Maria de la Defensión’ in Jerez de la Frontera, schilderde hij naast een aantal werken voor het retabel van het hoofdaltaar ook voor het kleinere retabel in de kerk. Daarnaast maakte hij voor de sacristie van het klooster van de Hiëronymieten (1) in Cácares een reeks fraaie doeken, het enige geheel dat nu nog op zijn oorspronkelijke plaats hangt. Met al die opdrachten kon hij definitief zijn reputatie als kunstenaar bevestigen.

Een ander thema dat Zurbarán zeer ter harte ging was het ‘Agnus Dei’. Het verfijnde exemplaar dat de bezoeker op de tentoonstelling kan bewonderen is afkomstig uit het ‘San Diego Museum of Fine Art’. Het toont een lam met gebonden poten, afgebeeld tegen een volledig donkere achtergrond. Het lam verwijst als beeld van lijdzaamheid naar Christus die, zoals de profeet Jesaja het formuleerde, weerloos naar de ‘slachtbank’ werd geleid. Naast zijn mystieke en religieuze onderwerpen ontpopt Zurbarán zich eveneens tot een genreschilder van stillevens. Opmerkelijk hierbij is het feit dat hij deze elementen vaak integreert in zijn kerkelijke composities.

Zijn bekendheid nam dermate toe, dat hij omstreeks 1634 door de Spaanse koning Felipe IV (1605-1665) naar Madrid werd geroepen om er benoemd te worden tot hofschilder. Hij diende er onder meer zijn medewerking te verlenen aan de decoratie van het Grote Salon van het ‘Palaciodel Buen Retiro’. Hierdoor behoort Zubarán samen met Diego Velázquez (1599-1660) en Bartolomé Murillo (1617-1682) ongetwijfeld tot de belangrijkste barokschilders uit Spanje’s Gouden Eeuw. Hoewel Zurbarán zich steeds nauw verwant voelde met zijn thuishaven Sevilla, vertoefde hij de laatste jaren van zijn leven in Madrid. Hij overleed er op 27 augustus 1664.

~ Rudi Schrever

Brusselse stadsgids
Rondleidingen op aanvraag
e-mail: [email protected]

Voetnoten:
(1) De orde der Mercedariers richt zich op de leer van Sint-Augustinus. In 1239 werd de kloostergemeenschap officieel erkend door paus Gregorius IX (ca. 1170-1241).
(2) De Hiëronymieten zijn eveneens een Augustijnerorde, maar baseren zich tevens op de teksten van de kerkvader en woestijnmonnik Sint-Hiëronymus van Bethlehem.

Gepassioneerd door vreemde culturen en de geschiedenis van het vroege neolithicum tot aan onze moderne tijden schreef Rudi Schrever verscheidene jaren op regelmatige basis artikelen voor Historiek.net en andere gespecialiseerde vakbladen.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×