Donderdag keert een zeldzaam zestiende-eeuws altaarstuk terug in het Centraal Museum in Utrecht. Het museum viert de terugkeer met een tentoonstelling getiteld In stille harmonie.
Het altaarstuk werd rond 1521 gemaakt. Door wie is niet bekend. Wat wel bekend is, is dat de schilder het drieluik oorspronkelijk maakte voor de voor de families Pauw en Zas, vooraanstaande bewoners van de stad Utrecht. De wapenschilden van deze families hebben een plek gekregen op het middenpaneel. Het drieluik heeft lange
tijd op een van de altaren in het kartuizerklooster Nieuwlicht gestaan. Dit klooster dat ten noordwesten van de stad Utrecht lag, was destijds een van de rijkste van Noord Europa.
Het altaarstuk bevond zich in de collectie van Jacques Goudstikker (1897-1940), een gerenommeerde Joodse kunsthandelaar. De omvangrijke Goudstikkercollectie kwam in de Tweede Wereldoorlog in bezit van Hermann Göring. Na de oorlog viel de collectie uiteen. Een teruggevonden deel van de collectie werd na de oorlog door de geallieerde mogendheden in bewaring gegeven aan de Nederlandse staat. Vanwege de Utrechtse herkomst kreeg het Centraal Museum het altaarstuk in 1948 in bruikleen van Instituut Collectie Nederland.
In 2006 kwam er een eind aan deze bruikleen. De Nederlandse staat gaf het altaarstuk toen aan de erven van de Joodse kunsthandelaar Jacques Goudstikker. Vorig jaar kocht de Stichting Van Baaren het werk op verzoek van het Centraal Museum. Deze stichting heeft het werk nu in langdurig bruikleen aan het museum gegeven. Volgens het museum gaat het om een van de weinige Utrechtse altaarstukken die bewaard zijn gebleven.
De aanwinst wordt van 9 april tot en met 9 oktober tentoongesteld in het museum. In de tentoonstelling, getiteld In stille harmonie, wordt het altaarstuk getoond samen met religieuze beeldhouwkunst tot 1570 en wordt aandacht besteed aan de herkomstgeschiedenis en de voorgenomen restauratie. Het altaarstuk wordt in de loop van 2011-2012 gerestaureerd.