Het oude archief van het Sint-Catharinagasthuis (1291-1965) is vrijwel volledig bewaard gebleven en is in Nederland uniek in zijn soort. Het grote belang hiervan was voor de beheerder, Stichting Erfgoed Maaszicht Grave, en het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) in ’s-Hertogenbosch reden om de handen ineen te slaan en het volledige archief materieel te laten verzorgen en te laten digitaliseren. Daardoor komt het archief met ruim 200.000 pagina’s en zo’n 2000 perkamenten charters (vaak met zegels) nu via internet online.
Het Sint-Catharinagasthuis in Grave zorgde sinds zijn stichting rond 1291 tot ver in de twintigste eeuw voor de zieke en behoeftige personen in Grave en omstreken. Deze verzorgende taak wordt tot op de dag van vandaag voortgezet door zijn opvolger: Catharinahof. Zorgden de regenten vroeger voor hun minder bedeelde medemensen, nu waren het de eeuwenoude documenten van het gasthuis die verzorging nodig hadden. Die hebben ze gekregen via het Nationaal Programma Metamorfoze.
Het archief van het Sint-Catharinagasthuis en de Tafel van de Heilige Geest zijn een van de oudste en best bewaarde archieven op het gebied van de medische en sociale zorg in Noord-Brabant. Het gasthuis is in 1291 gesticht door heer Jan I van Cuijk, een diplomaat van Europees niveau.
Tussen pest en corona
Aan het eind van de achttiende eeuw verzuchtte de Graafse geschiedschrijver Paringet al dat de bedeling niet goed geordend verliep, ‘…want ieder haalt wie wil en de onbeschaamste het meest’.
De verzoeken om hulp zijn inderdaad zeer uiteenlopend en lijken soms aangedikt. Johannes Beekman, gevangen genomen door piraten, de tong uitgesneden, gecastreerd en onmenselijk gepijnigd, klopt in 1755 aan om financiële hulp. Hij krijgt die. Dat geldt ook de pruikenmaker, van wie bekend is dat hij alles verzuipt; en voor de moeder van twee flinke zonen die te beroerd zijn om te werken. Maar over het algemeen was de gevraagde hulp letterlijk brood- en broodnodig. Het waren immers vaak barre tijden met hevige epidemieën die zich moeilijk lieten bedwingen. We ondervinden dat heden ten dage zelf aan den lijve.
Zieken- en armenzorg in Grave en het Land van Cuijk
Het archief bevat rijke gegevens over sociale en medische zorg in Grave en het Land van Cuijk. Soldaten van elders, ook buitenlandse, waren met hun gezinnen langdurig ingekwartierd in de garnizoensplaats Grave. De vrouwen en kinderen werden er regelmatig achtergelaten en waren dan aangewezen op de bedeling. Het gasthuis was een gemeenschap op zich met inkomsten uit beleggingen en uit landbouw en veeteelt.
Het beschikte over een eigen pesthuis. Als onderdeel van het gasthuis fungeerde tot 1965 een lokaal ziekenhuisje. Een grote groep armen kreeg hulp vanuit het gasthuis dat tevens als Tafel van de Heilige Geest en weeshuis optrad. De maatschappelijke onderklasse was geheel afhankelijk van de goodwill van lokale regenten.
Het archief beslaat zo’n zestig meter en bestaat uit papieren en perkamenten stukken. Aan de ongeveer 2000 perkamenten oorkonden hangen vaak nog prachtige zegels. Bijzonder zijn de stukken die een directe relatie laten zien met leden van het huis van Oranje als heren van Grave. Maar belangrijker zijn de documenten die het dagelijkse leven van de gewone man in Grave en het Land van Kuijk openbaren: een hard en onzeker bestaan.
Op 12 augustus wordt de digitale inventaris met de scans van alle documenten officieel geopend. Het gasthuisarchief is vanaf dat moment te raadplegen via de website van het BHIC: www.bhic.nl/catharinagasthuis
~ BHIC