Dark
Light

Herophilos van Chalcedon en Erasistratos van Alexandrië

Twee beroemde Griekse geneeskundigen
5 minuten leestijd
Erasistratus ontdekt de oorzaak van de ziekte van Antiochus. Schilderij door Jacques-Louis David (1774)
Erasistratus ontdekt de oorzaak van de ziekte van Antiochus. Schilderij door Jacques-Louis David (1774)

De stad Alexandrië, gesticht door Alexander de Grote in 332 v.Chr., ontwikkelde zich tussen 332 en 30 v.Chr. door de grote liefde voor de kunsten en wetenschappen van de Ptolemaeën niet alleen tot een belangrijk handelscentrum, maar ook tot het grootste culturele centrum van de toen bekende wereld.

De stad ontwikkelde zich tevens tot een centrum van medische kennis en onderzoek. De befaamde Bibliotheek van Alexandrië, die in de derde eeuw voor Christus werd opgericht, met ongeveer een miljoenen boeken, bood geleerden de werken van de Griekse klassiekers aan; het beroemde Museum (Μουσείον) bood ruimte voor onderzoek. De geneeskunde kreeg in Alexandrië een grote boost, vooral in de anatomie en fysiologie van het menselijke lichaam dankzij de opheffing, voor de eerste keer in de geschiedenis van de geneeskunde, van het verbod op dissecties op menselijke kadavers door Ptolemaeus I de Verlosser, de eerste Ptolemaeus die de troon besteeg (305 v.Chr). Tot die tijd, werden er geen dissecties uitgevoerd bij menselijke lijken, niet alleen omdat dit verboden was, maar ook omdat de oude Grieken veel respect hadden voor het dode lichaam dat begraven moest worden. Dit is ook de reden waarom de oude Grieken gebrekkige kennis hadden van de anatomie van het menselijk lichaam, met uitzondering van de boten.

Twee beroemde artsen

Herophilos van Chalcedon - Reliëf bij de Universiteit van Saragossa
Herophilos van Chalcedon – Reliëf bij de Universiteit van Saragossa (CC BY-SA 3.0 es – Ecelan – wiki)
De School van Alexandrië heeft twee beroemde artsen voortgebracht, Herophilus (Ηρόφιλος) voornamelijk in anatomie en Erasistratos (Ερασίστρατος) voornamelijk in fysiologie. Hun revolutionaire ontdekkingen zijn een belangrijke stap in het begrip van het menselijke lichaam. Voor de anatomie in Alexandrië wijst Galenus erop:

“Bekommeren jullie je er niet alleen om om uit de boeken nauwkeurig de vorm van elk bot te leren, maar verkrijg ook direct visueel contact met de menselijke boten […] Dit is heel gemakkelijk in Alexandrië […] daarom en voor niets anders moet je proberen de stad te bezoeken.”

Grondlegger van de anatomie

Herophilus (331-250 v.Chr.) uit Chalcedon van Klein-Azië (nu Turkije) wordt beschouwd als de grondlegger van de anatomie. Hij voerde als eerste dissecties op menselijke lichamen uit. Volgens de Romeinse christelijke auteur Tertullianus (ca. 160-220 n.Chr.) zou hij dissecties uitgevoerd hebben in ongeveer zeshonderd kadavers. Celsus ondersteunt ook deze weergave, waarin staat dat Herophilus de autoriteiten vroeg om toestemming om dissecties uit te voeren op mensen die ter dood waren veroordeeld. Celsus in zijn werk De Medicina:

“Longeque optime fecisse Herophilum et Erasistratum, qui nocentes homines, a regibus ex carcere acceptos, vivos inciderint, considerarintque spiritu remanente, ea quae natura anteclausisse teorumque positum colore”. (Herophilus en Erasistratos deden iets beters dan kadavers openen en onderzoeken. Met koninklijke toestemming openden ze het lichaam van levende mensen, criminelen uit de gevangenis en onderzochten ze, terwijl de mens nog ademde, omsloten lichaamsdelen, hun kleur, vorm en positie – vertaling G.K. Pournaropoulos).

In de eeuwen erna, kregen de twee wetenschappers forse kritiek omdat de methoden die zij gebruikten niet ethisch zouden zijn. Zodoende zijn ze soms beschreven als de “slagers van Alexandrië”. Tertullianus beweerde dat Herophilus in levende mensen sneed en beschuldigde hem ervan…

“een dokter of liever een slager te zijn, die mensenhaat voedde en ontelbare mensen sneed omwille van kennis”.

Herophilos hield zich intensief bezig met de anatomie van de hersenen en het ruggenmerg. Nadat hij zich realiseerde dat het zenuwnetwerk, dat zich uitbreidt naar het hele lichaam, uitkomt bij de hersenen, concludeerde hij dat de hersenen het orgaan zijn waar alle acties, bewegingen en zintuigen worden aangestuurd. Hij ontdekte ook veel nieuwe anatomische elementen van het brein zoals de wijnpers van Herophilos (torcular Herophili), het ventrikelstelsel, de veneuze sinussen en de plexus choroideus (of plexus van Herophilos). Hij maakte ook een onderscheid tussen zenuwen en bloedvaten.

Diagram van het oog
Diagram van het oog (CC0 – Pixabay – Clker-Free-Vector-Images)
Herophilos hield zich tevens bezig met het oog. Hier heeft hij zelfs een boek aan gewijd: «Περί Οφθαλμών». Hij beschreef nauwkeurig de oogzenuw, noemde de drie onderdelen van het oog die al bekend waren, het hoornvlies, omdat hij eruitziet als geschraapte hoorn, de harde oogrok (het oogwit), het druifvlies (ook uvea genoemd van het Latijnse woord voor druif, uva) vanwege zijn gelijkenis met een druif en voegde ook het netvlies toe. Dat laatste werd vroeger arachnoïde genoemd vanwege zijn gelijkenis met een spinnenweb (arachi is spin in het Grieks), maar Herophilos veranderde zijn naam naar netvlies (retina) vanwege zijn gelijkenis met het open net van de vissers (αμφίβληστρον). Hij had kennis van de lens die hij in het centrum van het oog plaatste. Gedetailleerd zijn ook zijn beschrijving van het glasvocht.

Erasistratos

Erasistratos (waarschijnlijk 310-250 v.Chr.), afkomstig van het Griekse eiland Kea, was niet alleen een anatomist maar kan ook beschouwd worden als de grondlegger van de moderne fysiologie. Hij hield zich bezig met de anatomie van de hersenen en het cerebellum (kleine hersenen) maar zijn grootste bijdrage was het onderscheid dat hij maakte tussen motorische zenuwen (zenuwen die spieren prikkelen tot samentrekken) en sensorische zenuwen (gevoelszenuwen). Hij ontdekte het vaatstelsel van de hersenen dat hij choroidea noemde en bij uitbreiding noemde hij ook choroidea, het vaatvlies van het oog. Andere belangrijke bevindingen waren de scheiding tussen slagaders en aders en de ontdekking van de hartkleppen (de termen tricuspidalis en bicuspidalis klep zijn van hem afkomstig). Erasistratos kan dus beschouwd worden als de pionier van de bloedcirculatie waarvan de grote ontdekking in 1628 na Christus werd gedaan door William Harvey.

Achttiende-eeuws portret van Claudius Galenus door Georg Paul Busch
Achttiende-eeuws portret van Claudius Galenus door Georg Paul Busch
De Alexandrijnse periode eindigde in 30 v.Chr. toen de Romeinen de controle over Egypte kregen. Tegelijkertijd kwam de vooruitgang in Alexandrië tot stand. Tijdens de Romeinse periode werd de geneeskunde gedomineerd door Galenus (ca. 128/129 – 200 n.Chr.), een Griekse arts uit Pergamon van Klein-Azië. Met zijn grote successen werd hij zeer rijk. Hij werd gehaat door zijn Romeinse collega’s maar verwierf zulke grote reputatie dat hij naar Rome geroepen werd om persoonlijke arts van keizer Marcus Aurelius te worden. Ondanks de fouten, bleef zijn werk Galenisme vijftien eeuwen lang (tot de zeventiende eeuw) een medische autoriteit. De impact van zijn werk was dusdanig groot dat men zelfs bij overduidelijke fouten meende dat niet Galenus een fout had gemaakt, maar dat het menselijke lichaam was veranderd sinds de tijd van de medicus. Toen Andreas Vesalius een anatomische waarneming van Galen durfde te betwisten werd hij door de Inquisitie ter dood veroordeeld waarvan hij uiteindelijk met koninklijke gratie werd gered. Kritiek op het werk van Galenus werd voor het eerst gemaakt door Paracelcus (1527) terwijl de grootste kritiek werd geuit door Harvey (1628) met de ontdekking van de bloedcirculatie.

~ Pandelis Fotiou

Ook interessant: De geschiedenis van de bril

×