Bij de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam is vanaf 8 juni de tentoonstelling Toerist in de Gouden Eeuw. Amsterdam voor vijf duiten per dag te zien.
In de zeventiende eeuw was Amsterdam een aantrekkelijke bestemming voor toeristen. De stad was op het hoogtepunt van haar macht en bood gastvrijheid, exotische koopwaar, kunst, cultuur, talloze herbergen en taveernen, concertzalen en huizen van plezier. Er was vrijheid en bruisende welvaart. In de tentoonstelling Toerist in de Gouden Eeuw krijgt de bezoeker een beeld van de zeventiende-eeuwse toerist.
Aan de hand van boeken, prenten en objecten uit de Gouden Eeuw verzameling van de Bijzondere Collecties wordt getoond hoe bezoekers zich vermaakten in zeventiende-eeuws Amsterdam. Te zien zijn onder meer handschriften van P.C. Hooft, een gekleurde stadsplattegrond van Daniel de la Feuille, afbeeldingen van het Stadhuis in het vroegste in kleur gedrukte boek en de tekeningen van de beroemde menagerie (dierentuin) van Blauw Jan uit de Artis Bibliotheek. Verder zijn werken te bewonderen van de Amsterdamse boekbinder Albert Magnus en een door Dirk Jansz van Santen ingekleurde Bijbel (1682). De boedelinventaris van Rembrandt, prenten en tal van geïllustreerde boeken geven een beeld van het dagelijks leven in Amsterdam in de Gouden Eeuw. Ook wordt zeventiende-eeuws serviesgoed en glaswerk tentoongesteld.
De tentoonstelling is gebaseerd op de historische reisgids Amsterdam voor vijf duiten per dag, geschreven door Maarten Hell en Emma Los. Deze gids verschijnt binnenkort bij uitgeverij Athenaeum-Polak & Van Gennep. Toerist in de Gouden Eeuw is te zien van 8 juni tot en met 4 september 2011 bij de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam.