Anne Lister hield enkel van vrouwen

12 minuten leestijd
Anne Lister rond 1830 - Portret door Joshua Horner
Anne Lister rond 1830 - Portret door Joshua Horner

Een nieuwsgierig genie, zo omschreef Anne Lister zichzelf. Nu staat de Engelse geboekstaafd als ‘de eerste moderne lesbienne’. Maar Anne Lister (1791-1840), ook wel bespot als Gentleman Jack, was meer dan dat: grondeigenaar, onderneemster, gewiekste zakenvrouw, reizigster, intellectueel, verwoed brieven- en dagboekschrijfster. Een apart vrouwmens.

Vijf miljoen woorden in zesentwintig dikke volumes en veertien reisdagboeken werden – na haar dood – ontdekt achter de houten lambriseringen van Shibden Hall, nabij Halifax in Yorkshire.

Shibden Hall erfde Anne na de dood van haar oom James, haar vader, haar vier broers en haar tante. In dat vijftiende-eeuwse Tudorhuis met lage plafonds, glas-in-loodramen, donker en vochtig, was ze in haar jeugd warmhartig opgevangen door haar oom en haar tante, die haar merkwaardig gedrag tolereerden. Haar alcoholistische moeder kon geen weg met de rebelse, energieke belhamel die Anne was. Dus werd ze een tijdje op internaat gestuurd… en opnieuw weggestuurd.

Intellectueel geïnteresseerd in zowat alles studeert Anne in haar eentje: ze leert Latijn, Grieks, bestudeert de mathematica van Euclides, de Chinese geschiedenis, geografie, mijnbouw, leest Voltaire in het Frans, volgt in Parijs lessen aan het Collège de France, haar kennis van het Frans is meer dan behoorlijk en haar woordenschat is ervan doorspekt… Op haar zolderkamertje in de Franse hoofdstad dissecteerde ze – in het geheim – een doodgeboren foetus. Eveneens in Frankrijk liet ze zich in een mijnschacht afdalen om zich met eigen ogen van de mogelijkheden én de winsten van mijnbouw te vergewissen.

Shibden Hall
Shibden Hall, met links de bibliotheektoren die werd toegevoegd door Anne Lister (CC BY-SA 2.0 – Alexander P Kapp – wiki)

Vrouw in een mannenwereld

Want de ondergrond van Shibden zat vol steenkool. Een mineraal dat ontzettend begeerd werd in die negentiende-eeuwse opkomende industrieën met stoommachines én stoomtreinen. Steenkool kon dus voor extra opbrengst zorgen. Als kleine landeigenaren waren de Listers allesbehalve gefortuneerd. Een oude, degelijke burgerfamilie maar zonder de luxe van de nieuwe rijken uit de textielindustrie. New Money dat Anne misprees maar wel kon gebruiken. Wanneer zij het landgoed begint te besturen, zet ze meteen orde op zaken: pachters die niet betalen worden – zonder pardon – uit hun huizen gezet. Pachtgelden worden nu met regelmaat geïnd en inzake prijzen is Anne een gewiekste onderhandelaarster. Over een concurrent zegt ze smalend:

Hij was nog nooit verslagen maar ik, een vrouw, versloeg hem.

De concurrerende buren die via ondergrondse gaanderijen de steenkool van haar domein stiekem stelen, maken dra kennis met haar koppige onverzettelijkheid en haar onversaagdheid. Van jong af deed Anne wat ze wou; dwaalde als kind door de nachtelijke straten, speelde kaart met mannen… Als zakenvrouw in een voltallig mannelijk gezelschap neemt ze op een ferme manier het woord, argumenteert en zorgt voor haar zaakjes.

De aandelen in de kanaalmaatschappijen die nuttig zijn voor het transport van goederen, zijn niet meer zo rendabel, als nieuwe spoorlijnen worden aangelegd en treinen veel efficiënter zijn en sneller goederen ter bestemming brengen. Anne Lister werkt plannen uit om de mijnbouw op haar terreinen uit te breiden en nieuwe putten te graven. Daarom bestudeert ze eerst geologie, mijnconstructies, de gevaren van instortingen en het onder water lopen van mijngangen.

Eigengereid en eigenhandig

Pagina uit één van de de dagboeken van Anne Lister
Pagina uit één van de de dagboeken van Anne Lister (annelister.co.uk)
Natuur en cultuur, alles interesseert haar. Maar ze kan evengoed haar pistolen zelf laden met aangestampt buskruitpoeder en ze ook gebruiken als het moet maar evenzo steekt ze zelf de handen uit de mouwen bij het tuinonderhoud. Zoals blijkt uit haar dagboek van 18 januari 1833:

Snij- en tailleerwerk in het bos en het moeras. Bij het snoeien van een grote els viel een tak in de rivier. Toen ik erover wou klauteren, gleed ik uit in het water. En daar stond ik dan drijfnat tot aan de knieën en heupen en zelfs verder.

Een bezige bij is Anne Lister. En vooral ongedurig. Een voorbeeld van een dagindeling zoals ze nauwgezet noteert in haar notities:

8:35 – 51 graden Fahrenheit.
De pagina’s 347 tot 362 van de inleiding tot de geologie van Bakewell gelezen.
Ontbijt om 8:55, de krant Morning Herald tot 10:30 gelezen.
Een half uur gebeden tot 12:15.
Dokter Sunderland bezocht mijn tante om 13.00 uur.
Vervolgens ben ik met Adney om 2:15 naar de kerk vertrokken. Aangekomen na 18 minuten. De eerwaarde Wilkinson heeft de dienst geleid en het vers 4 van hoofdstuk 18 van het evangelie volgens Petrus gelezen. Die tijd heb ik al soezend verschalkt.
Terug naar huis om 4:40.
Eetmaal gedurende 40 minuten om 6:05.
Na de lectuur tot pagina 427 van Bakewell, 25 minuten in gezelschap van mijn vader en mijn zus Marian.
Vervolgens koffie in mijn kamer en voorleessessie aan Adney van de twee eerste hoofdstukken van het eerste volume van de Schets tot de Chinese geschiedenis van Gutzlaff.
Op mijn wens om te gaan slapen, antwoordde Adney: ‘vooruit en laten we ons ontkleden.’ Dat deed ze en binnen het kwartier hadden we een eerder “good kiss”.
Na dat heb ik mijn pelisse opnieuw aangetrokken en om 9:40 hield ik mijn tante gedurende 20 minuten gezelschap.
Een mooie dag. 53 graden Fahrenheit.

Lesbisch

Die zesentwintig dagboekvolumes van elk ruim driehonderd pagina’s zijn een ontzettend belangrijke historische informatiebron, niet enkel over haar uiterst persoonlijk leven, maar ook over het dagelijkse leven in het begin van de negentiende eeuw in Engeland, de politieke twisten, de sociale revoltes, haar scherpe observaties, haar uitgaves en… haar liefdesleven. Want Anne is onomwonden over haar erotische voorkeuren: ze ‘valt’ op vrouwen. Niet dat ze over haar lesbisch zijn enige twijfel of schaamte voelt:

Ik ben wie ik ben, zoals God me heeft geschapen.

Anne Lister 1822
Anne Lister 1822
Boud stelt ze dat ze enkel van de fairer sex kan houden. Anne Lister toont zelfs een nauwelijks verholen misprijzen voor mannen, vooral als ze hen weinig intelligent acht.

Ondanks al mijn gebreken, gunt de Hemel me de deugd van de eerlijkheid. En hoewel ik de donkere spelonken van zinsverbijstering en wroeging doorkruis, blijft er een enkel lichtpuntje, het licht van de waarheid die me uiteindelijk zal leiden.

Homoseksualiteit is in de negentiende eeuw echter een absoluut taboe, vooral bij mannen die zwaar gestraft kunnen worden. Maar in de negentiende-eeuwse mentaliteit is ‘vrouwenliefde’ enkel een platonische, romantische vriendschap. Vrouwen zijn – denkt men – immers geen seksuele wezens. Geslachtsverkeer is – voor vrouwen – niet gericht op plezier of lust, maar op voortplanting of op het plezier van de… man.

Toen begin negentiende eeuw twee onderwijzeressen verklikt en beschuldigd werden van een lesbische relatie, besliste het House of Lords – dus het parlement – weliswaar na een heisa van acht jaar dat ‘zoiets’ niet kon omdat vrouwen niet tot ‘zoiets’ in staat waren.

Maar de ladies of Llangollen, twee adellijke dames, die eind achttiende, begin negentiende eeuw samenleefden in Wales, kregen wel bezoek van hooggeplaatste tijdgenoten en de koningin drong bij haar gemaal aan op een steunvergoeding voor beide dames. Sociale klasse speelt onmiskenbaar een rol in Groot-Brittannië.

Codetaal

Daar was Anne Lister, zelf maar telg van de burgerij, zich sterk van bewust. Ook al was ze zelfverzekerd, haar vranke dagboeken waren echter in codetaal. Een eigen, zelf bedachte geheimtaal in Grieks, Latijn, mathematische symbolen, leestekens en dierenriemtekens… Zoals: Anne Lister code

Toen John Lister, erfgenaam uit een andere tak van de familie, Shibden Hall erfde, vond hij die dagboeken rond 1890. Samen met een vriend/onderwijzer kon hij de ‘schandaleuze’ inhoud ervan ontcijferen waarop de vriend hem aanraadde om de volumes te vernietigen. Dat advies sloeg hij in de wind, maar hij verborg de in leer gebonden boeken wel achter de houten lambrisering van het landhuis. Daar werden ze in de jaren 1930 ontdekt en begon het noeste ontcijferwerk opnieuw. Helena Whitbread, een lerares met een geschiedenisdiploma, kraakte de code rond 1985 en opnieuw gingen de monden van verbazing open.

Trailer van de BBC-serie ‘Gentleman Jack’

In 2011 werden de dagboeken van Anne Lister opgenomen in de UNESCO Memory of the World Programme. De argumentatie luidt:

Hoewel de dagboeken een nauwgezette beschrijving van een tijdperk bevatten, is het evenwel ook een alomvattend en pijnlijk eerlijk verslag van een leven als lesbienne en de overpeinzingen van haar aard die van die dagboeken een uniek document maken.

De erotische details in haar dagnotities zijn zeer expliciet:

‘A kiss’: is niet enkel een zoen maar ook de hele seksuele daad.
‘To be connected’: dezelfde betekenis maar neutraler.
’Incur a cross’: eufemisme voor een orgasme, ook genoteerd met een kruis of met X.
‘Cousin’: menstruatie.
‘Bringing Monsieur again’ (monsieur in het Frans genoteerd): zichzelf plezier geven. ‘Grubbling’ of ‘Groping’: hand-tasten.

Eerste liefde

Listers eerste liefde, connectie, was Eliza Paine op haar veertiende of vijftiende. Eliza, dochter van een Engelse geneesheer gestationeerd met de East Indian Company in India en een plaatselijke schone, werd na de dood van haar vader samen met haar zusje naar een Britse kostschool gestuurd. De meisjes zullen hun moeder nooit terugzien. In het racistische Groot-Brittannië krijgt de mooie Eliza – volgens Anne Lister: ‘het mooiste meisje dat ze ooit zag’ – naar de zolderkamer verbannen. Daar moest ook de tomboy, de rebelse, rusteloze Anne haar nachten doorbrengen. De meisjes vonden troost in elkaars armen. Al was de liefde van Anne niet onbaatzuchtig. Bij haar meerderjarigheid zou Eliza een grote som als erfenis van haar vader krijgen en Anne ziet daarin het ‘vrijheidsgeld’ waarmee ze samen zouden kunnen leven.

Eliza left us (Eliza heeft ons verlaten) is de eerste dagboeknotitie rond 1806 van Anne Lister, wanneer Eliza na haar vakantiedagen op Shibden Hall terugkeert. Nadat beide meisjes uit de kostschool worden geweerd, verliest Anne haar interesse. Eliza treurt, heeft liefdesverdriet, krijgt depressies en zal haar dagen eindigen in een… asiel voor geesteszieken.

Liefdesstrooptochten

Zonder enige gewetenswroeging is Anne alweer op jacht. Snob als ze is, gaat haar aandacht naar vrouwen uit de betere kringen. Zo kan ze zelf bouwen aan een betere sociale status en haar shabby huis en familie de rug toekeren. Zo is er TIB (Isabella) een adellijke vrouw die duidelijk een masculiene Jack is. Jack is een negentiende- eeuws ‘slang’woord voor ‘lesbienne’. Dat begrip én woord werd toen nog niet gebruikt. Vandaar dat in Halifax, haar thuisbasis, Anne stiekem en besmuikt als Gentleman Jack wordt bespot.

Ladylike kleedt Anne zich ook niet: ze draagt geen elegante satijnen puntmuiltjes maar stevige laarzen waarmee ze kan doorstappen. En dat het moet vooruitgaan! De vele onderrokken met frullen die vrouwen dragen, noemt ze pettycoat dictatuur. Zij draagt een wit hemd met een gilet met een zakhorloge en een lavalière, een brede donkere rok, een gabardine-mantel en een hoge hoed, zoals de mannelijke adel. Kleding die voor haar praktisch en handig is. Een korset – een must voor een dame in de negentiende eeuw – is voor haar een marteltuig.

Voor vrouwen is het in die negentiende eeuw nog niet toegelaten om lange pantalons te dragen, dus wanneer Anne – vaak in de sneeuw – de Mont Blanc en ook de Pyreneeën gaat bevechten, wikkelt ze haar lange rok om haar benen en bindt het textiel met touwen vast zodat ze meer bewegingsvrijheid heeft. Overigens werd in de Spaanse Pyreneeën een berg naar haar genoemd: Collado de Lady Lister.

Collado de Lady Lister
Collado de Lady Lister – Google Street View

Rusteloos

Want tussen al haar liefdesveroveringen is Anne een gedreven reizigster. Ruim een tiental landen bezoekt ze met de nieuwsgierige argusogen van een kind. In 1819 (ze is dan achtentwintig jaar) reist ze met haar tante een tweetal maanden door Europa. In 1824 is ze opnieuw in Parijs, waar ze heel graag verblijft en eraan denkt zich te vestigen. Later volgen ontdekkingstochten in Noord-Italië, Zwitserland, Schotland, België, Duitsland, de Nederlanden, Denemarken, tot haar laatste reis via Zweden naar Rusland en de Kaukasus.

Haar reisredenen zijn meervoudig: het ontdekken van landen en culturen waarover ze in haar kindertijd heeft gelezen, ontsnappen aan haar ‘saaie en vervelende’ familie die ze misprijst, de vlucht voor de confrontatie en de heisa rond haar ‘excentrieke’ persoonlijkheid, de drang naar vrijheid…

Huwelijk

In 1834 gaat haar huwelijksreis met Ann Walker opnieuw richting Frankrijk en Zwitserland. Huwelijk is een te groot woord voor een geheime rituele overeenkomst tussen twee vrouwen. Op Paasdag 1834 gaan Anne en Ann samen naar de Holy Trinity kerk in Goodramgate (York) en ontvangen er tegelijkertijd de hostie. Dat sacrament en de ring die ze uitwisselen, beschouwen ze als een eeuwige belofte aan mekaar. Aan de kerk hangt nu een blauwe gedenkplaat met een regenboogbord om het eerste lesbische huwelijk – dat nog niet wettelijk was – te herdenken.

Gedenkplaat voor Anne Lister bij de Holy Trinity kerk in Goodramgate, York
Gedenkplaat voor Anne Lister bij de Holy Trinity kerk in Goodramgate, York (CC BY-SA 4.0 – Astronomyblog – wiki)

Met dat verbond realiseert Anne Lister haar jarenlange wens: een gezamenlijk leven met een vrouw uitbouwen. Een vrouw die vrouwelijk was. Een vrouw die van een hogere sociale status is en die bemiddeld is. Dat is Ann Walker, de frêle erfgename van rijke textielindustriëlen. Ook al kijkt Anne Lister, een telg uit een geslacht van oude, edoch verarmde gentry (grondeigenaren), neerbuigend naar the new money. Dat nieuwe geld van de nieuwe textielindustrie verschaft Miss Walker wel een jaarlijks inkomen van 3.000 pond. Een aanzienlijke som vergeleken met het 12.5 pond jaargeld dat Anne Lister van haar oom ontving. Met de centen van haar eega kan ze haar grootse plannen verwezenlijken: Shibden moderniseren en een boekentoren bouwen, nieuwe koolpitten boren, immobiliënprojecten opzetten, reizen…

Holy Trinity Church, Goodramgate
Holy Trinity Church, Goodramgate (CC BY-SA 2.0 – Gordon Hatton – wiki)
Die ‘bruidsschat’ maakt veel goed want Anne Lister is niet dolverliefd op het zachtaardige, hoog gevoelige, fragiele wezentje dat Miss Walker is. In haar hoofd blijft haar grote liefde spelen: Mariana Belcombe, dochter en zus van geneesheren. Maar Mariana – Mary in brieven – zwicht voor de sociale druk van haar familie en huwt een rijke weduwnaar. Tegelijkertijd wil Mariana haar ‘vriendschaps’relatie met Anne niet vergeten. Het leidt tot een trekken en afstoten en zelfs het doorgeven van een… venerische ziekte, via de ontrouwe echtgenoot. Ook daarover schrijft Anne Lister heel open in haar dagboeken.

Het emotionele getouwtrek met Mariana en het besef dat ze waarschijnlijk nooit als koppel zullen samenwonen, doet Anne Lister – vrij rationeel – besluiten om een verbond met de zachtaardige en onschuldige Miss Walker een kans te geven. Ann Walker trekt zelfs in op Shibden waar ze hartelijk wordt verwelkomd door de familie en tegen haar eigen familie die de erfenis al ziet wegvloeien in een unnatural relatie. Voor de verlegen Ann Walker is de stoutmoedige durfal Anne Lister de persoon die ze bewondert om haar moed, haar standvastigheid, haar enorme kennis en haar energie. Anne Lister is gewiekster:

Ze heeft geen enkel benul van wat ik voor ogen heb. Ze heeft geld en dat compenseert haar sociale status. We komen goed overeen, tot nu toe.

Het ‘huwelijk’ is geen rozengeur en maneschijn. Ann Walker voelt zich vaak buitengesloten, als Lister zonder haar haar vroegere vrienden gaat bezoeken. Bovendien ziet ze haar geld in de ambitieuze projecten wegvloeien en ze panikeert. Eigenlijk gedraagt Anne Lister zich niet anders dan veel echtgenoten die de bruidsschat van hun eega verkwanselen.

Laatste reis

Alweer wordt Anne Lister ongedurig en ze sleurt haar nieuwe ‘echtgenote’ mee op reis: richting Zweden, vervolgens Sint Petersburg en Moskou waar ze vorstelijk ontvangen worden en de dames zich vergapen aan de somptueuze gebouwen en cultuur. Alsof ze er niet genoeg van kan krijgen, besluit Anne de bevroren Wolga tot het zuiden te volgen. Iedereen, zeker de Russen, raden het haar af: het is putje winter en bovendien ontzettend gevaarlijk. Anne wil van geen wijken weten. Koppig zet ze door: warme pelsen mantels, kniehoge laarzen worden aangeschaft. De rijkoets wordt omgebouwd zodat ze ook als slee kan dienen. Betrouwbaar personeel wordt ingehuurd en soms zelfs gewapende soldaten. Reizen in de eerste helft van de negentiende eeuw is nog een primitief avontuur maar deze reis is waaghalzerij. De dames slapen waar ze plek vinden: soms in een schuur op het hooi, soms in een overvolle kamer met kinderen met luizen en hoestende volwassenen.

In haar reisverslag noteert Anne:

De mensen kwamen zich aan ons vergapen alsof we vreemde dieren waren die ze nooit eerder hadden gezien.

De reis waarbij de beide vrouwen onderweg de landschappen, bossen, bergen bewonderen, strekt tot aan de Kaukasus en de Zwarte Zee. Het is er vochtig en drukkend warm. In de zomer van 1840 bezoeken ze de historische stad Kutaisi (nu Georgië). In het afgelegen bergdorp Jgali, noteert Anne op 11 augustus 1840:

In het Noorden, hoge bergen met beboste pieken die zich hier en daar verhieven tot conische toppen. We dronken tee om 20.25 uur en gingen slapen om 21.30 uur.

Halifax Minster
Halifax Minster (CC BY 2.0 – Tim Green – wiki)

Dat is het laatste dagboekschrijfsel van Anne Lister. Zes weken later overlijdt ze. De oorzaak is onzeker: een insectenbeet die haar koorts bezorgde. In het In Memoriam in de krant van Halifax staat als doodsoorzaak fièvre chaude (in het Frans in de tekst – warme koorts).

De fragiele Ann Walker die voortdurend maar nutteloos geprotesteerd had tegen de al te uitdagende reis, heeft de karaktersterkte om het gebalsemde lichaam van haar geliefde tot het thuisfront te begeleiden Meer dan 7.000 kilometer tot Shibden, een miserabele tocht van acht maanden. Anne Lister wordt op 29 april 1841 in de kathedraal van Halifax begraven.

Zoals Listers testament stipuleerde, kreeg haar ‘echtgenote’ het vruchtgebruik over Shibden en miss Walker blijft er leven. Maar na een tijd wil haar familie haar daar weghalen. Met zware mentale problemen als voorwendsel, worden een dokter, een advocaat en een politieman opgetrommeld om de deuren in te beuken en de verschanste rouwende te ontzetten. Ann Walker wordt naar een psychiatrisch asiel gevoerd. Hetzelfde instituut waar nog altijd… Eliza Paine, de eerste liefde van Anne Lister ‘vegeteerde’.

Boek: Gentleman Jack: The Real Anne Lister

Bronnen

-Diary archives – (annelister.co.uk)
-Choma, Anne, Gentleman Jack: The Real Anne Lister. (Penguin Books & BBC Books, 2019).
-Hughes, Patricia, The Early Life of Miss Anne Lister and the Curious Tale of Miss Eliza Raine. (Hues Books Ltd, 2010).
-Liddington, Jill, Female Fortune: Land, Gender and Authority: The Anne Lister Diaries and Other Writings, 1833–36. (Rivers Oram Press, 1998).
-Vicinus, Martha, Intimate Friends: Women Who Loved Women, 1778–1928. (University of Chicago Press, 2004).
-Whitbread, Helena, I Know My Own Heart: The Diaries of Anne Lister 1791–1840. (Virago, 1988).

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×