Antitankkanonnen van Hitler-Duitsland (1933-1945)

7 minuten leestijd
3.7 cm Pak 36 (CC-BY-SA 3.0 - Bundesarchiv - wiki)
3.7 cm Pak 36 (CC-BY-SA 3.0 - Bundesarchiv - wiki)

Dit artikel gaat in op de belangrijkste antitankkanonnen die tijdens de Tweede Wereldoorlog ingezet werden door de Wehrmacht en de Waffen-SS. Net als de Duitse tank maakte ook het antitankkanon in Hitler-Duitsland een grote ontwikkeling door: steeds grotere en krachtigere antitankkanonnen werden in de oorlog ingezet.

3,7 cm Pak 36

Het eerste in Hitler-Duitsland ontwikkelde antitankkanon, de 3,7 cm Pak/PaK 35/36 (ook wel 3,7 cm Pak 36 genoemd), was gebaseerd op een eerder ontwikkeld 3,7 cm L/45 geschut. De eerste testen met dat 3,7 cm geschut toonden aan dat het wapen verbeterd kon worden. Zo moesten bijvoorbeeld de houten wielen vervangen worden door wielen van magnesiumlegering die snel gemotoriseerd transport mogelijk maakten. Rheinmetall-Borsig en de wapenafdeling van het Duitse leger gingen daarmee aan de slag en ontwikkelden vervolgens het antitankkanon 3,7 cm Pak 36. Het wapen woog ongeveer 450 kilogram en kon door soldaten, paarden of voertuigen vervoerd of voortgeduwd worden. Het kanon had grote wielen en een gepantserd schild om kogels en kleine granaatsplinter af te laten ketsen.

Tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) en in Polen (1939) werd duidelijk dat het 3,7 Pak 36 geschut in staat was lichte tanks en andere pantservoertuigen te vernietigen. De pantsergranaten wogen ongeveer 0.69 kilogram en legden snelheden van 745 meter per seconde af. Toch bleek het kanon op de lange termijn niet toekomstbestendig te zijn. Het penetratievermogen van de pantsergranaten was te gering om sterkere en zwaardere vijandelijke tanks te vernietigen.

Vooral de Duitse invasies in Frankrijk in 1940 en de Sovjet-Unie in 1941 toonden aan dat het wapen verouderd was. Hoewel het 3,7 cm Pak 36 kanon in staat was het merendeel van de Sovjettanks uit te schakelen, was het vaak niet in staat het pantser van de middelzware T-34 of zware tanks te doorboren. De granaten van de 3,7 cm Pak 36 werden toentertijd ook wel ‘aanklopgranaten’ (‘Panzeranklopfgerät’) genoemd omdat ze vaak niet door het pantser van de beter gepantserde tanks kwamen. De inzet van holle lading munitie in het 3,7 cm kanon bleek op de lange termijn ontoereikend. De productie van de 3,7 cm Pak 36 eindigde in 1942 maar het wapen werd tot aan het einde van de oorlog ingezet.

5 cm Pak 38 (CC-BY-SA 3.0 - wiki - Bundesarchiv)
5 cm Pak 38 (CC-BY-SA 3.0 – wiki – Bundesarchiv)

5 cm Pak 38

Omdat de Duitse militairen zich realiseerden dat het 3,7 cm kanon op de lange termijn niet voldoende zou zijn begon Rheinmetall in 1938 aan de constructie van een nieuw antitankkanon. Het kanon moest niet te zwaar zijn – anders werd transport onmogelijk.

In 1940 waren de eerste 5 cm kanonnen klaar. Het kanon had net als het 3,7 cm kanon wielen. Een groot verschil met het 3,7 cm Pak 36 kanon was echter dat het 5 cm kanon een mondingsrem had die de terugslag van het kanon reduceerde. Daarnaast was een groter gepantserd schild gemonteerd om de soldaten te beschermen tegen kogels en granaatscherven. Het grootste verschil was echter dat de 5 cm Pak 38 L/60, met zijn grotere vuurkracht, beter in staat was om zwaardere pantservoertuigen en sterke vijandelijke doelen uit te schakelen. Het 5 cm L/60 kanon werd eind 1940 geïntroduceerd en werd vanaf april 1941 ingezet in de Sovjet-Unie. Op 22 juni 1941 (Operatie Barbarossa) had het Duitse leger ongeveer 1064 5 cm Pak 38 L/60 kanonnen in dienst.

Het 5 cm Pak 38 antitankkanon was een van de weinige Duitse antitankwapens die in staat waren zwaardere Sovjettanks zoals de T-34 en de KV uit te schakelen. De pantsergranaten hadden een mondingssnelheid van 835 meter per seconde en doorboorden dikker staal dan het 3,7 Pak 36 wapen. Met pantsergranaten (Panzergranate 39/PzGr 39) en wolfraammunitie was het 5 cm kanon in staat de T-34 en de KV te vernietigen, zij het vaak vanaf korte afstand (Panzergranate 39 doorboorde 96 mm staal tot op een afstand van honderd meter). Zo waren de pantsergranaten van het 5 cm Pak 38 kanon vaak niet in staat de KV-1 tot op lange afstand aan de voorkant te doorboren. Alleen met geluk konden kijk- of richtventsters doorboord worden of kon de koepelring worden getroffen. Ook werd regelmatig op rupsbanden geschoten om de Sovjettanks te laten stoppen en daarna door artillerie of vliegtuigen vernietigd te laten worden.

De tankvariant van het kanon (5 cm KwK 39 L/60) die in de nieuwste Panzerkampfwagen III modellen werd gemonteerd was, net als het antitankkanon, vaak niet in staat die zwaardere Sovjettanks aan de voorkant tot op lange afstand (800-1000 meter) te doorboren. De wolfraammunitie (Panzergranate 40) had wat dat betreft een grotere kans om het KV-pantser te doorboren, maar was in kleine hoeveelheden beschikbaar en was minder destructief wat betreft explosieve inhoud vergeleken met de standaard pantsergranaat. Het ontbrak namelijk aan een explosieve vulling. Omdat beide 5 cm kanonnen, 5 cm Pak 38 L/60 en 5 cm KwK 39 L/60, eigenlijk te zwak waren om de T-34, de KV en nieuwere Sovjettanks te vernietigen, besloten de Duitsers een krachtiger antitankkanon in te zetten.

Een Pak 40 bij het Worthington Tank Museum (Ontario, Canada) (CC BY-SA 3.0 - wiki)
Een Pak 40 bij het Worthington Tank Museum (Ontario, Canada) (CC BY-SA 3.0 – wiki)

7,5 cm Pak 40

Een van de meest bekende en succesvolle Duitse antitankwapens is het 7,5 cm Pak 40 kanon (7,5 cm Panzerabwehrkanone 40) dat net als de 5cm-variant wielen en een gepantserd schild had. De ontwikkeling van dat 1,4 ton wegende kanon geschiedde al vanaf 1939, maar de productie begon pas vanaf november 1941 na de confrontatie met Sovjettanks. Het in 23.303 stuks geproduceerde 7,5 cm Pak 40 wapen vormde de basis voor de ontwikkeling van Duitse tankkanonnen, zoals de 7,5 cm KwK 40 L/43 en L/48, die in de nieuwste Panzerkampfwagen IV (Panzer IV) voertuigen werden gemonteerd.

Het 7,5 cm Pak 40 antitankkanon was in staat de meeste Sovjettanks tot op lange afstand uit te schakelen, inclusief de goed gepantserde T-34 en de KV. De middelzware Amerikaanse M4 Sherman-tanks konden tot op lange afstand vernietigd worden. Het penetratievermogen van de tankvariant (7,5 cm KwK 40) met de pantsergranaat (Panzergranate 39) bedroeg plusminus 85 mm staal tot op een afstand van twee kilometer en meer dan 130 mm staal tot op een afstand van honderd meter. Dat was genoeg om de voorkant, de zijkant of de achterkant van de T-34 en de KV-tanks te doorboren. De 7,5 cm PaK 40 had een hogere mondingssnelheid (770 tot 790 m/s) dan de 7,5 cm KwK 40 L/43 (740 m/s) en de 7,5 cm KwK 40 L/48 (750 m/s). Tot aan het eind van de oorlog in 1945 was het kanon in staat alle Sovjettanks en de meest krachtige tanks van de westelijke geallieerden te vernietigen.

8,8 cm Flak (CC BY-SA 3.0 de - Bundesarchiv - wiki)
8,8 cm Flak (CC BY-SA 3.0 de – Bundesarchiv – wiki)

8,8 cm Flak 18/36/37/41 en Pak 43

Naast het 7,5 cm Pak 40 kanon is het meest bekende antitankkanon het 7,4 ton wegende 8,8 cm Flak geschut van Krupp en Rheinmetall. Dat luchtdoelgeschut (‘Flugzeugabwehrkanone’) was geschikt als antitankwapen en diende al in Spanje (1936-1939) en Frankrijk in 1940 waar het als grond-ondersteunend wapen werd ingezet. Verschillende varianten van dat kanon werden tussen 1933 en 1945 ontwikkeld en het 8,8 cm KwK 36 L/56 kanon van de Tiger I-tank was gebaseerd op het wapen. Soms werd het kanon op trucks gemonteerd (8.8cm Flak 37 Selbstfahrlafette auf 18 ton Zugkraftwagen) of op een onderstel met wielen.

Op alle fronten toonde het wapen aan dat het in staat was de beste geallieerde tanks uit te schakelen. Vergeleken met de eerdergenoemde antitankwapens was het kanon krachtiger en zwaarder. De pantsergranaten (PzGr/Pzgr.) legden snelheden van plusminus 810 tot 840 meter per seconde af en penetreerden plusminus 145 mm staal tot op een afstand van honderd meter. De Tiger-tank versie van het kanon (KwK 36) was met de Panzergranate 39 in staat 116 mm staal tot op een afstand van twee kilometer te doorboren in een hoek van negentig graden. De plusminus tien kilogram wegende projectielen waren voorzien van een explosieve lading die vernietigend was tegen vijandelijke pantservoertuigen.

De aan het eind van de oorlog ontwikkelde 8,8 cm Flak 41 en Pak 43 kanonnen waren, na het in 1943 ontwikkelde en plusminus tien ton wegende 12,8 cm Pak 44 L/55 kanon, de meest krachtige antitankwapens van Hitler-Duitsland die tijdens de Tweede Wereldoorlog werden ingezet. Het door Krupp, Rheinmetall-Borsig en Henschel & Son ontwikkelde Pak 43 kanon was in staat een pantsergranaat met een snelheid van plusminus een kilometer per seconde af te vuren. Het penetratievermogen bedroeg plusminus 200 mm staal tot op afstand van honderd meter in een hoek van dertig graden. Dat was genoeg om elke vijandelijke tank aan de voorkant uit te schakelen.

12,8 cm Pak 44 L/55

12,8 cm Pak 44 (Publiek Domein - wiki)
12,8 cm Pak 44 (Publiek Domein – wiki)
Het 12,8 cm Pak 44 antitankkanon ontstond door gebeurtenissen aan het Oostfront toen de Sovjets zware tanks zoals de Jozef Stalin 2 (JS-2) gebruikten. Het 122 mm wapen van die tank maakte grote indruk op de Duitsers en het Duitse leger wilde een gelijksoortig wapen. Fabrikant Krupp begon aan de constructie van het plusminus tien ton wegende kanon en in totaal werden 51 exemplaren gebouwd. De plusminus 28 kilogram wegende pantsergranaten konden elke geallieerde tank tot op lange afstand vernietigen. Het wapen had een maximaal bereik van vierentwintig kilometer. Het 12,8 kanon was echter te groot en te lomp op het slagveld. Zo waren speciale transportvoertuigen nodig om het kanon te vervoeren. Daarom werd besloten om het wapen in tankvernietigers te monteren (Jagdtiger). Van dat voertuig werden slechts enkele tientallen exemplaren gebouwd.

Wat was het meest succesvolle Duitse antitankkanon?

Gelet op productiecriteria, vervoer en effectiviteit kan geconcludeerd worden dat de 7,5 cm Pak 40 en 8,8 cm Flak antitankkanonnen het meest succesvol waren. De 3,7 cm Pak 36 bleek veel te zwak, het 5 cm Pak 38 kanon was ook niet krachtig genoeg en de 12,8 cm Pak 44 was te lomp en te zwaar. De 8,8 cm Flak was weliswaar krachtiger dan de 7,5 cm, maar was tevens groter van omvang, zwaarder en vereiste krachtigere transportvoertuigen dan het 7,5 cm Pak 40 geschut. Het camoufleren van een 8,8 cm Flak was moeilijker dan het camoufleren van een 7,5 cm Pak 40 antitankkanon. Een groot voordeel van de Flak was wel dat het wapen ingezet kon worden tegen gronddoelen en tegen vliegtuigen.

Tegenwoordig zijn die kanonnen in musea of steden te bezichtigen. In Zuid-Limburg te Valkenburg staat bijvoorbeeld een 7,5 cm Pak 40 antitankkanon en in Echt-Susteren een zeldzaam en krachtig 8,8 cm Pak 43/41 geschut.

Meer artikelen over historische tanks
Boek: Panzer III – Hitler’s Beast of Burden

Bronnen â–¼

-BIRD, L. REXFORD & LIVINGSTON, R. D., World War Two Ballistics: Armor and Gunnery, Overmatch Press, 2001.
-CHAMBERLAIN, P. & DOYLE, H., Encyclopedia of German Tanks of World War Two, Silverdale Books, 2004.
-HAUPT, W., German Anti-Tank Guns 1935-1945, 37mm PaK 50mm PaK 75mm PaK, 88mm PaK, Schiffer Publishing, 1990.
-MILLER, D., Tanks of the World, From World War I to the present day, Zenith Press, 2002.
-Wikipedia
-https://bunkermuseumhanstholm.dk/en/museum-tour/the-documentation-centre/7-5-cm-pak-40/

MA Politiek en Samenleving (Cultuurwetenschappen). Grote interesse in militaire historie en de Tweede Wereldoorlog. Heeft veel boeken over tanks en de Tweede Wereldoorlog (algemeen).

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×