Beroemde Parijse zanger en cabaretier die vooral bekend werd door de affiches met zijn beeltenis, die Henry de Toulouse Lautrec voor hem maakte.
Aristide Bruant , afkomstige uit de gegoede burgerij, vertrok in 1866 na zijn vader’s dood van het Franse platteland naar Parijs, om daar te gaan werken. Buiten werktijden was hij veel te vinden in het caféleven in de kunstenaarswijk Montmartre. Daar ontwikkelde hij zijn muzikale talent en werd hij één van de sterren van de – destijds beroemde – nachtclub ‘Le Chat Noir’.
In 1885 kocht Bruant dat café, doopte het om tot ‘Le Mirliton’, en zong eigenwijze en provocerende liedjes. Ondanks zijn hoge afkomst, gingen zijn liedjes en monologen vooral over meisjes van plezier, hoerenlopers en boeven.
De affiches
In zijn café kwam Bruant in aanraking met de schilder Toulouse-Lautrec. Deze maakte affiches voor zijn optreden, wat voor nog meer roem zorgde. De kleding van het affiche, de rode sjaal en zwarte hoed, droeg Bruant altijd tijdens zijn optredens.
Inspiratie
Het cabaret van Bruant ligt ten grondslag aan het Nederlandse cabaret. Tijdens een bezoekje aan Parijs raakte Neerlands eerste cabaretier Eduard Jacobs door hem geïnspireerd. De Nederlandse journalist Jean-Louis Pisuisse besloot na het zien van Bruant om zijn baan als journalist op te zeggen en artiest te worden. Pisuisse richtte het eerste Nederlandse cabaretgezelschap op, die veel nummers van Bruant op de planken bracht.
Bruant was naast zanger ook schrijver. In Montmartre is ook een straat naar hem vernoemd.