Begin volgend jaar verschijnt bij uitgeverij Lannoo in België het boek “Het proces tegen Wilhelm II. Een studie naar de houdbaarheid van de in het Verdrag van Versailles opgenomen aanklachten tegen de Duitse keizer Wilhelm II door de geallieerden”.
De Eerste Wereldoorlog is een van de gruwelijkste oorlogen uit de geschiedenis. De strijdende partijen kwamen al snel in een dodelijke omstrengeling terecht.
Voornaamste doel van veel geschriften was om de schuld aan de oorlog bij keizer Wilhelm II te leggen als de psychopaat die het Duitse rijk naar de ondergang had gevoerd.
In de historiografie van de Eerste Wereldoorlog wordt veelal opgemerkt dat het feit dat Duitsland als eerste tot de aanval overging en België en Luxemburg binnentrok, overduidelijk aantoont dat Duitsland zonder meer schuldig moet worden geacht aan het begin van de Eerste Wereldoorlog.
Het Fashoda incident, de Marokkocrises. De oorlogsplannen en de betekenis van de Russische mobilisatie. De invloed van de Franse president Poincaré op het uitbreken van de oorlog, het verraad van Italië en de medeschuld van Frankrijk aan het ontstaan van de oorlog
Het geheime Frans-Russische militaire verdrag van 1892/1893, de Russische algemene mobilisatie in 1914, de historische context en de juridische visie daarop. De vraag of Duitsland zich kon beroepen op “noodweer” toen het België binnenviel, is van uitermate groot belang voor het bepalen van de schuldvraag, een onderwerp dat momenteel weer in het midden van de belangstelling staat. Een van de
Een van de aanklachten die tegen Duitsland werden ingediend in het vredesverdrag van Versailles luidde dat: “Troepen van het Duitse Rijk opzettelijk de neutraliteit van het Koninkrijk België hebben geschonden ofschoon die neutraliteit uitdrukkelijk door het Duitse Rijk was gegarandeerd”.
Hoe neutraal was Amerika eigenlijk tijdens de Eerste Wereldoorlog? En mat het land niet met twee maten toen het Duitsland de oorlog verklaarde?
Servië en de Eerste Wereldoorlog. Een achtergrondartikel van Hans Andriessen.
Het is alweer ruim 100 jaar geleden dat Wilhelm II gezegd schijnt te hebben ‘Unsere zukunft liegt auf dem Wasser’. En zoals zo vaak als Wilhelm iets zei, had hij ook deze woorden achteraf misschien maar beter niet kunnen uitspreken.
Het Britse ultimatum zou die nacht om 12 uur aflopen en zwijgend wachtte men op de reactie uit Berlijn. Grey beende nerveus heen en weer. Pas nu drong de volle zwaarte van zijn buitenlandse politiek van de afgelopen jaren tot hem door.
Aan het eind van de Eerste Wereldoorlog was het een chaos bij de Hochseeflotte, de belangrijkste oorlogsvloot van de Kaiserliche Marine.
Tijdens besprekingen met de Britse regering over mogelijke wapenstilstandsonderhandelingen eind 1918, adviseerde de Britse opperbevelhebber generaal Haig zijn regering de wapenstilstandseisen voor Duitsland niet te zwaar te maken en slechts de volledige terugtrekking van de Duitse troepen uit de bezette gebieden te eisen. Voorts zouden de Duitsers België al haar rollend materieel moeten teruggeven alsmede alle krijgsgevangenen moeten vrijlaten. Na
Ludendorff stelde voor om, zodra de wapenstilstand een feit was van die rustpauze gebruik te maken om bliksemsnel over de Maas terug te trekken en daarbij het vrijkomende “niemandsland” zo grondig en totaal te verwoesten dat het de geallieerden maanden zou kosten om het Duitse leger te volgen.
Er is vaak gesteld dat Duitsland een grote fout maakte toen het besloot de onbeperkte duikbootoorlog, na een betrekkelijke periode van inactiviteit, in te voeren. Men oordeelde dat Duitsland hierdoor de Verenigde Staten welhaast dwong om aan de zijde van de geallieerden aan de oorlog te gaan deelnemen en daardoor haar laatste kans om de oorlog nog met gunstig gevolg
De terechtstelling van kapitein Fryatt door de Duitsers was uiteindelijk een harde maar logische consequentie van het door de Britten gevoerde beleid met betrekking tot de houding van koopvaardijgezagvoerders ten opzichte van Duitse onderzeeboten, uitmondend in de orders van Churchill die hen daarmede regelrecht ‘vogelvrij’ verklaarde.
Al in 1917 waren er in Duitsland politici die niet meer in een overwinning geloofden en een snelle vrede noodzakelijk achtten. Een van hen, gedelegeerde Erzberger vormde daarop een groep van leden van de Rijksdag, van het Centrum Sociaal Democraten en Progressieven, die samen een “vredesresolutie” opstelden, een initiatief om snel tot vrede te komen en daartoe een plan indienden.
Recent werd een studie afgerond naar de houdbaarheid van de in het Verdrag van Versailles door de geallieerden opgenomen aanklachten tegen de Duitse Keizer Wilhelm II. Zij daagden hem voor een tribunaal in een proces dat echter nooit heeft plaatsgevonden.