Midden in het centrum van Ouderkerk aan de Amstel ligt Beth Haim, een van de oudste Sefardische begraafplaatsen ter wereld. Recentelijk is deze historische begraafplaats, in bezit van de Portugees-Israëlitische Gemeente in Amsterdam, beter toegankelijk gemaakt voor het publiek. Ook is er een entreepaviljoen geplaatst, bedoeld om bezoekers inzicht te geven in de geschiedenis van de meer dan vierhonderd jaar oude Joodse begraafplaats.
De oudste graven op Beth Haim (Hebreeuws voor ‘Huis des Levens’) dateren uit de zeventiende eeuw. Toen de eerste Sefardische Joden vanwege de vervolgingen in met name Spanje en Portugal naar het destijds relatief tolerante Amsterdam trokken, was hun eerste prioriteit het bouwen van een synagoge. Daarna wilde men snel een begraafplaats aanleggen. Daarvoor kwam aanvankelijk geen toestemming van het stadsbestuur. De Sefardiem waren daarom genoodzaakt hun doden zo’n vijftig kilometer verderop te begraven, in Groet, een plaatsje in de buurt van Alkmaar. In 1614 kwam er alsnog toestemming voor een Joodse begraafplaats in Amsterdam en werd voor een bedrag van 2700 gulden een eerste stuk grond aangekocht. Twee jaar later kon de begraafplaats in gebruik worden genomen. Personen die eerder in Groet waren begraven kregen hierna een herbegrafenis op Beth Haim. In de loop van de zeventiende eeuw werd de begraafplaats stukje bij beetje uitgebreid.
De begraafplaats is in deze periode ook afgebeeld op een bekend schilderij van Jacob van Ruisdael. Op dit werk uit circa 1654 zijn verschillende graven te zien, waaronder de grafsteen van rabbijn Isaac Uziël. De ruïne op de achtergrond is van Kasteel Egmond.
Spinoza en Menasseh ben Israël
In de loop der tijd kregen ook veel prominente figuren, waaronder rabbijnen, diplomaten en wetenschappers, hun laatste rustplaats op Beth Haim. Ook de ouders van filosoof Benedictus de Spinoza liggen er begraven. Hun zoon was overigens niet welkom op de begraafplaats. In 1656 werd hij namelijk wegens ‘vreselijke ketterij’ door de Joodse gemeente verbannen. Zijn tijdgenoot Menasseh ben Israël ligt wel op Beth Haim begraven. Met een Engelse vertaling van zijn boek De hoop van Israël wist dit beroemde gemeentelid rond 1655 de sympathie van de Engelse Lord Protector Oliver Cromwell te winnen. Hij verleende Joden in de destijds Britse kolonie Suriname hierdoor volledige burgerrechten.
Veel van de oude graven met grafstenen zakten in de loop der eeuwen weg in de grond. In de negentiende eeuw werd de begraafplaats op initiatief van David Henriques de Castro gerestaureerd en opnieuw in kaart gebracht. Hierbij werden honderden oude, verzakte grafstenen naar de oppervlakte gehaald en vervolgens met bakstenen gestut, zodat ze vandaag de dag nog zichtbaar zijn.
Tweede Wereldoorlog
De begraafplaats is nog altijd in gebruik. En er is naar verwachting nog ruimte genoeg om de komende tachtig jaar mensen op Beth Haim te begraven. Daar zit een wrang randje aan. In 1923 was de begraafplaats namelijk bijna vol en moest een achttiende-eeuws gedeelte met nieuwe aarde worden bedekt. In deze nieuwe laag konden vervolgens nieuwe overledenen worden begraven. Oude graven ruimen mag volgens de Joodse wet namelijk niet. De verwachting was in 1923 dat de begraafplaats na veertig jaar opnieuw moest worden uitgebreid. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden er echter zoveel leden van de Portugees-Joodse gemeenschap vermoord, dat er nu nog altijd voldoende plek is.
Reinigingshuis
Op de begraafplaats is ook een traditioneel metaheer- of metaarhuis te vinden, waar overledenen ritueel worden gereinigd. Tijdens een begrafenisceremonie lopen de mannelijke gasten hier zeven keer om de baar heen, waarna de kist onder het zingen van psalmen naar het graf wordt gebracht.
In 1838 verrees op Beth Haim een huis voor de beheerder van de begraafplaats. Dit huis staat tegenwoordig bekend als het Vegahuis, als eerbetoon aan Louis Alvares Vega die de functie van bewaarder (guardião) vijftig jaar bekleedde. Tegenwoordig wordt het gebouw vooral gebruikt voor vergaderingen en ontvangsten. In 1634 was al eens een huis voor de bewaarder en zijn familie op de begraafplaats gebouwd. Dit gebouw, dat aanzienlijk groter was dan het huidige Vegahuis, moest vanwege stormschade na verloop van tijd echter vervangen worden.
Een urnenveld heeft de oude begraafplaats niet. Volgens de Joodse regels is cremeren namelijk verboden. Wel zijn op Bath Haim vijfentwintig urnen begraven van mensen die in Westerbork om het leven kwamen. Tijdens de oorlog werden deze urnen met as bij de Portugees-Israëlitische Gemeente afgegeven, waarna ze in 1943 een plek kregen op de begraafplaats. Op die plek is tegenwoordig een oorlogsmonument te vinden.
De slaaf Elesier
Al in het reglement van de begraafplaats uit 1614 wordt melding gemaakt van het begraven van slaven. Bepaald werd dat deze een aparte plek moesten krijgen, afgezonderd van de andere graven. In de Republiek was het particulier houden van slaven – anders dan in de koloniën – in de zeventiende eeuw verboden. In 2002 werd op Beth Haim echter het graf gevonden van een man die in het register werd omschreven als ‘de bruine, die van Paulo de Pina was’. Hieruit werd afgeleid dat het ging om een tot slaafgemaakte man, genaamd Elieser. In 1610 kwam hij met De Pina, een invloedrijke koopman en mede-oprichter van Beth Haim, naar Amsterdam. Vast staat dat Elieser onderdeel uitmaakte van het huishouden van deze koopman, maar over de vraag of de donkere Jood daadwerkelijk een slaaf was verschillen de meningen.
Volgens Odette Vlessing van het Stadsarchief Amsterdam, gespecialiseerd in de geschiedenis van de Joodse gemeenschap, kan het ook zijn dat hij als familielid of als bediende werkte in het huishouden van De Pina. In de archieven ontdekte ze dat Elieser in aanzien stond binnen de Portugees-Joodse gemeenschap. Zo werd hij 1617 zelfs opgeroepen om in de synagoge een gebed uit te spreken. Elieser overleed in 1629 en vond in ieder geval zijn laatste rustplaats op Beth Haim. De onduidelijkheid over zijn status vindt mogelijk zijn oorsprong in de inscriptie die op zijn grafsteen werd geplaatst:
“S[epultura] de bom servo Elieser” – Graf van de goede bediende Elieser
Volgens Vlessing is hier ten onrechte uit afgeleid dat het gaat om het graf van een slaaf. Tegenover Het Parool zei ze hierover in 2014:
“We weten dat in die tijd een slaaf niet werd aangeduid met servo maar met escravo. Het zou ook een raar grafschrift zijn geweest, goede slaaf.”
Anderen stellen juist dat het woord ‘servo’ in het Portugees gebruikt werd voor bedienden met een slavernij-achtergrond. Was die achtergrond er niet dan sprak men van ‘moço’ of ‘criado’.
Als Elieser inderdaad een tot slaafgemaakte man was, dan zou het het zeer bijzonder zijn dat hij op Beth Haim tussen de andere gemeenteleden werd begraven. Er zijn namelijk geen andere gevallen bekend van slaafgemaakten van Afrikaanse origine op een Joods begraafplaats. Opvallend detail is overigens dat Elieser begraven ligt naast de Joodse VOC-koopman Jacob Israel Belmonte. Die handelde niet alleen in suiker, maar ook in slaven.
Net buiten Beth Haim is sinds 2013 een beeldje te vinden van Elieser, gemaakt door de Surinaamse kunstenaar Erwin de Vries, tevens ontwerper van het Nationale Monument Slavernijverleden in het Oosterpark is Amsterdam. De Vereniging Opo Kondreman houdt jaarlijks een slavernijherdenking bij het beeldje van Elieser.
Herinrichting
Om de vier hectare grote begraafplaats beter toegankelijk te maken voor het publiek is Beth Haim eind 2020 onder handen genomen. De architecten Herman Kossman en Jan Loerakker ontwierpen hiervoor een nieuwe inrichting. Er werden paden gemaaid door het landschap, nieuwe zitbanken geplaatst op verschillende rustpunten en er kwamen trappen om de onbereikbare delen van de begraafplaats te ontsluiten. Ook werd er een mobiele app ontwikkeld die de verhalen rond de belangrijkste graven tot leven wekt.
Sluitstuk van de herinrichting was een vrij toegankelijk entreepaviljoen. Bezoekers kunnen hier onder meer een introductiefilm over de geschiedenis van de begraafplaats bekijken. Daarnaast zijn er drie maquettes te vinden. Eén daarvan geeft weer hoeveel graven er in de loop der jaren in de grond zijn weggezakt. In een andere vitrine is een 1:1 detail van één van de honderd 3D gescande grafstenen te zien, uitgefreesd in Carrara-marmer.
In de buitengevel van het paviljoengebouw is een grote uit natuursteen gefreesde reliëfkaart opgenomen. Ook zijn hier plekken uitgespaard om te rusten, ritueel de handen te wassen of een keppeltje te pakken. Architectenbureau Kossmanndejong:
“Het uitgangspunt van het ontwerp was om de vergankelijkheid die bij deze historische begraafplaats hoort in alle toegepaste materialen terug te laten komen: het gebroken metselwerk in de gevel, de zachte natuursteenelementen, het verweerde messing van de entreedeuren, de dakconstructie van onbehandeld massief eiken en de banken van hetzelfde hout. Alle elementen refereren aan het leven en de schoonheid van het verval dat daarbij hoort. Ook in het interieur wordt geprobeerd de naam ‘Huis des Levens’ eer aan te doen, door een lichte ruimte te creëren met een groot daklicht. Een veranderlijke, fonkelende wereld die door het ivoor-glazuur met craquelé speelt met het licht.”
Beth Haim is vrij toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang van zondag tot en met vrijdag. De begraafplaats trekt bezoekers van over de hele wereld. Onder meer de rijkbewerkte marmeren grafzerken zijn beroemd.
Boek: Het Beth Haim in Ouderkerk aan de Amstel
Bronnen â–¼
-https://www.parool.nl/ps/de-eeuwenoude-grafstenen-op-beth-haim-zijn-weer-te-bewonderen~b6cfa9f9/
-Persbericht Kossmanndejong
-https://www.begraafplaats.nl/de-begraafplaats/artikel/het-huis-des-levens-kent-alleen-overlevenden/
-https://www.bethhaim.nl/400-jaar/
-https://www.amsterdam.nl/stadsarchief/stukken/beroemd/spinoza-ban/
-https://www.historischamstelland.nl/ontdekken/monumenten-ouder-amstel/kerken-en-begraafplaatsen/beth-haim
-https://www.historischamstelland.nl/ontdekken/monumenten-ouder-amstel/kunst/elieser
-https://www.joodsamsterdam.nl/menasseh-ben-israel/
-APP Beth Haim (Elieser, servo / criado)