De meeste musea hebben hun eerste ervaringen met het anderhalvemeterbeleid achter de rug. Ze houden zich aan een protocol dat voor alle musea geldt, ondanks de verschillen in gebouwen. De medewerkers van het Zeeuws Museum in Middelburg kwamen voor een grote uitdaging te staan om hun middeleeuwse gebouw coronaproof te maken. De nodige aanpassingen waren ingrijpend en heeft het museum duizenden euro’s gekost. Op woensdag 17 juni om 13.00 uur kon het museum eindelijk open voor publiek. Een uur daarvoor sprak Leonie Wingen met tentoonstellingsmaker Ivo van Werkhoven.
Een interessant gebouw
‘Het is een spannend moment. We hebben 60 reserveringen voor de eerste dag, dus ik ben benieuwd,’ vertelt Van Werkhoven enthousiast.
‘Toen het protocol voor musea bekend werd gemaakt zijn we meteen aan de slag gegaan om de route te wijzigen. We zitten in een voormalige abdij gebouwd in de twaalfde eeuw. Een interessant gebouw, maar niet gemaakt om bezoekersstromen uit elkaar te houden. Om de ingang te scheiden van de uitgang hebben we op het plein buiten een tijdelijke entree met garderobe en toiletten laten bouwen.’
Na het mislopen van inkomsten door de tijdelijke sluiting, verwacht de organisatie ook nog 80.000 euro extra kwijt te zijn aan de verbouwing en extra inhuur dit jaar.
Een nieuwe bezoekerservaring
Vanuit de nieuwe entree gaan bezoekers door een zijdeur in de oude abdijpoort naar binnen. Aan de hand van grote oranje pijlen worden ze door de smalle gangen zoveel mogelijk in één richting door het museum geleid. ‘Bijzonder is dat de bezoekers door de kruip-door-sluip-door ruimtes mogen die normaal afgesloten zijn. De reden dat dit geen onderdeel is van de gebruikelijke route is omdat het door kleine trappetjes niet geschikt is voor mensen die slecht ter been zijn’, legt Van Werkhoven uit. Voor deze bezoekers is nu een speciaal moment in de week gereserveerd dat zíj het museum kunnen komen bezoeken en wél gebruik kunnen maken van de lift. Van Werkhoven:
‘Voor vaste bezoekers is het inhoudelijk ook even wennen, want sommige tentoonstelingen doorloop je nu van achter naar voren. Het is een hele nieuwe bezoekerservaring.’
In de tijdelijke tentoonstelling Nooit meer werken heeft Van Werkhoven een ruimte moeten afsluiten en het videowerk uit deze zaal in aangepaste vorm naar het begin verplaatst. ‘De anderhalvemeter kon niet worden gewaarborgd, met als gevolg een inhoudelijke verschuiving. Aanvullend krijgen bezoekers via een digitale link thuis toegang tot alle videowerken uit de tentoonstelling. Dit helpt ons de doorstroom beter te reguleren’, verklaart de tentoonstellingsmaker.
Coronalaag
Het Zeeuws Museum heeft een diverse collectie met verzamelingen in mode en streekdracht, wandtapijten, geschiedenis en archeologie, kunst en kunstnijverheid. Ivo van Werkhoven richt zich op de inbreng van hedendaagse kunst en laat kunstenaars reageren op de collectie of de actualiteit. In zijn tentoonstelling Nooit meer werken stimuleert hij mensen na te denken over hun werkende leven. De tentoonstelling zou staan tot in mei, maar is verlengd tot na de zomer. Het onderwerp is actueler dan ooit en toepasselijk voor deze tijd waarin we uit onze vaste werkstructuur en routines zijn gehaald. De tentoonstelling die al een jaar staat, wordt door corona voorzien van een nieuwe context. Mensen met een nulurencontract die in de coronaperiode zonder werk kwamen te zitten, kunnen zich herkennen in het werk van de Britse kunstenaar Jeremy Deller ‘Hello, today you have day off’ uit 2013. Het verwijst naar de groeiende groep mensen met een nulurencontract die ongewenst vrij van betaald werk worden gesteld. ‘Het werk is opnieuw te lezen vanuit de huidige tijd en is representatief voor de periode waar we uitkruipen,’ stelt Van Werkhoven. Hetzelfde geldt voor het onderzoek van de Amerikaanse antropoloog David Graeber, die mensen vraagt of ze het idee hebben dat ze met hun werk een nuttige bijdrage leveren aan de maatschappij. Een vraag die lijkt te zijn ingehaald door de actualiteit sinds de rijksoverheid een scheiding maakte tussen cruciale en niet-cruciale beroepen voor de samenleving gedurende de intelligente lockdown. ‘De hele tentoonstelling, en de museumervaring, zijn voorzien van een coronalaag’, stelt Van Werkhoven. ‘Nooit meer werken zou in mei sluiten, maar is verlengd tot na de zomer. De nieuwe context leggen we vast voor de toekomst via digitale storytelling in onze online database.’
Naar buiten
Door het maken van de tentoonstelling en door de coronatijd heeft Van Werkhoven zelf ook veel nagedacht over zijn baan en maakt de balans op:
‘Ik werk al tien jaar voor het Zeeuws Museum en reis vier uur per dag met de trein. Toch heb ik voor mezelf geconcludeerd dat ik hiermee doorga en aan de goede kant zit binnen de categorie nutteloze beroepen.’
Dat het Zeeuws Museum van nut is bevestigt het ministerie van OCW met een subsidietoekenning voor de komende vier jaar. Het is voor het eerst dat het regionale museum aanspraak heeft kunnen maken op de rijkssubsidie voor culturele instellingen, de Basisinfrastructuur. Van Werkhoven: ‘Onze planning ligt op de schop door corona, maar gelukkig heeft dit geen invloed op de plannen die we hebben ingediend voor de subsidie. We gaan onze ervaring in het voeren van gesprekken over kunst inzetten om het maatschappelijke probleem van eenzaamheid tegen te gaan. Corona maakt dit nog urgenter. We gaan nieuwe samenwerkingen aan en treden meer naar buiten.’
Binnen het museum is de Werkplaats de plek voor ontmoeting en activiteiten. Van Werkhoven betreurt het dat deze ruimte vooralsnog gesloten is. Ook de rondleidingen Onvergetelijk Zeeuws Museum voor mensen met dementie zijn voorlopig uitgesteld:
‘Het is een kwetsbare doelgroep. Bij deze rondleidingen is juist het contact met de museummedewerkers zo belangrijk. Nu het museum gereed is gemaakt om weer open te kunnen is de volgende stap om te onderzoeken op welke manieren we de interactie met ons publiek weer kunnen aangaan binnen de museummuren, binnen de gestelde regels.’
Hij vervolgt:
‘De plannen om meer buiten de museummuren te treden vallen toevallig goed samen met de huidige beperkingen die gelden op bezoek binnen het gebouw. Corona geeft dan ook een extra impuls om er nu al mee aan de slag te gaan.’
Meer artikelen uit deze serie
Overzicht van boeken over de geschiedenis van Zeeland