Boris Tadic (1958) – Servische president

Servische psycholoog, leider van de Democratisch Partij en van 2004 tot 2012 president van Servië: Boris Tadic.

Boris Tadic wordt op 15 januari 1958 geboren in Sarajevo. Zijn vader, Ljubomir, is filosoof en zijn moeder Nevenka is psycholoog. Als Boris Tadic drie jaar is verhuist het gezin naar Belgrado waar zijn vader een baan krijgt bij een krant. Tadic doorloopt verschillende opleidingen en studeert af in de psychologie aan de universiteit van Belgrado. Tijdens zijn studie wordt Tadic gearresteerd omdat hij anti-communistische lezingen zou hebben georganiseerd. Gedurende zijn tienerjaren speelt Boris Tadic in zijn vrije tijd waterpolo bij de club Partizan Belgrado. Hieraan komt een einde als hij geblesseerd raakt.

Na zijn studie werkt Boris Tadic onder meer als journalist, klinisch psycholoog in het leger en als leraar psychologie aan het gymnasium van Belgrado.

Politiek

Tadic sluit zich in 1990 aan bij de Democratische Partij en wordt, na de val van Slobodan Milosevic, in 2000 minister van Defensie in de federale regering van Servië en Montenegro. Hij zuivert het leger hierna van aanhangers van de voormalig president Milosovic.

Nadat in 2003 de leider van de Democratische Partij, Zoran Djindjic, is vermoord, wordt Tadic de nieuwe partijleider. Hij besluit de lijn van zijn voorganger Djindjic te volgen. Een democratische, pro-Europese lijn met veel aandacht voor het creëren van een vrije markt in Servië. Daarnaast spreekt hij zich nogmaals uit tegen het nationalistische beleid dat Slobodan Milosevic voerde.

Tijdens de verkiezingscampagne belooft Tadic de kiezers dat hij Servië dichter naar een toetreding tot de Europese Unie zal leiden. Hij is er van overtuigd dat dat levensstandaard van de Serviërs zal verhogen. Boris Tadic wint de verkiezingen en wordt op 27 juni 2004 president van Servië. Hij wint de verkiezingen van de presidentskandidaat van de Servische Radicale Partij: Tomislav Nikolic.

De pro-Westerse president Boris Tadic gaat op 28 september 2008 op audiëntie bij paus Benedictus XVI. Hij is daarmee de eerste Servische leider die op audiëntie gaat bij een paus.

Tijdens een referendum dat moet beslissen over de onafhankelijkheid van Montenegro in 2006, is Tadic voorzitter. Nadat Montenegro op 8 juni dat jaar onafhankelijk is geworden bezoekt Tadic de nieuwe onafhankelijke staat als eerste staatshoofd.

Oorlogsmisdadigers

Op 3 februari 2008 wordt Tadic herkozen als president. Lang niet alle Serven voelen zich echter door hem vertegenwoordigd. Zeker niet als in 2008 de voormalig president van de Bosnische Serviërs Radovan Karadzic in Servië wordt gearresteerd en overgedragen wordt aan het Joegoslavië Tribunaal in Den Haag. Boris Tadic wil graag dat Servië toetreedt tot de Europese Unie, maar die heeft geëist dat Servië dan eerst een aantal van oorlogsmisdaden verdachte personen moet laten arresteren. Naast de al gearresteerde Radovan Karadzic wil de EU dat ook Goran Hadzic en Ratko Mladic worden gearresteerd. Tadic heeft aangegeven zich in te zetten voor de arrestatie van deze verdachten maar in eigen land ligt die zaak gevoelig. Veel nationalistische Serven zien de door het Joegoslavië Tribunaal gezochte verdachten als helden. Na de arrestatie van Karadzic doen verhalen de ronde over ‘Servische patriotten’ die geld inzamelen voor een aanslag op president Boris Tadic.

Kosovo

Een andere belangrijk punt voor Tadic is de ‘zaak-Kosovo’. Volgens Servië is Kosovo een autonome provincie van Servië. Kosovo zelf beschouwt zich echter als een onafhankelijke staat en spreekt op 17 februari 2008 een onafhankelijkheidsverklaring uit. Niet de gehele internationale gemeenschap erkent dit echter. Tadic wil dat de Verenigde Naties de zaak-Kosovo voorlegt aan het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. Wat de president in ieder geval niet wil is zijn claim op Kosovo opgeven in ruil voor EU-lidmaatschap. Tadic: “EU-lidmaatschap is in het hoogste nationale belang en we zullen [dit doel] nooit opgeven, maar dat betekent niet dat de regering zal zwichten voor chantage”. Een groot aantal EU-lidstaten heeft Kosovo erkent als een onafhankelijke staat.