Mostar, een stadje in het huidige Bosnië-Herzegovina en eeuwenlang een cultureel kruispunt tussen Oost en West, haalde in november 1993 abrupt het wereldnieuws toen de zestiende-eeuwse Ottomaanse brug over de rivier de Neretva tijdens een niets ontziend conflict werd verwoest.
Armageddon van een republiek
In 1991 roepen Slovenië en Kroatië gelijktijdig hun onafhankelijkheid uit hetgeen al vlug resulteert in een heuse burgeroorlog met het voormalige Joegoslavische volksleger dat openlijk de kant kiest van de Servische nationalisten. In Slovenië verloopt het conflict relatief rustig en na een amper een tiental dagen onderlinge strijd wordt een staakt het vuren ondertekend. In Kroatië daarentegen duurt de oorlog onverminderd verder. Zagreb, de Kroatische hoofdstad, wordt hevig gebombardeerd door Servische jagers maar ook verscheidene Dalmatische kuststeden zoals onder meer Zadar, Sibenik en Dubrovnik hebben zwaar te lijden onder het oorlogsgeweld. Pas in 1995, met de Akkoorden van Dayton, wordt tussen de strijdende partijen een broos vredesverdrag bereikt.
Tezelfdertijd maakt Macedonië gebruik van de situatie om eveneens de onafhankelijkheid uit te roepen. De Serviërs, die de handen vol hebben met de Kroaten, laten dit betijen en zien af van een gewapende interventie. In 1992 verklaart Bosnië-Herzegovina plotseling zichzelf ook autonoom waardoor de situatie snel escaleert en de aanleiding vormt voor wat de geschiedenis zal ingaan als de ‘Bosnische Oorlog’. Uiteindelijk zal in 2006 na een referendum Montenegro zich ook losscheuren van Servië, waardoor het voormalige Joegoslavië voorgoed tot het verleden behoort.
Een architecturaal meesterwerk
In mei 1453 veroverde de Ottomaanse sultan Mehmet II (1432-1481) na een wekenlang beleg Constantinopel, het huidige Istanbul, wat meteen het einde inluidde van het Byzantijnse Keizerrijk dat eeuwenlang de hoeder was geweest van de Romeinse beschaving en als bufferzone fungeerde tegen de oprukkende islam. Vrij snel zette de sultan zijn veroveringstocht verder en amper een tiental jaar later onderwierp hij de ganse regio die nu bekend staat als Bosnië-Herzegovina. Het Ottomaanse rijk zou er de baas blijven tot 1878.
Vanaf 1463 viel dus ook de stad Mostar, toen reeds een smeltkroes van culturen, onder vreemde heerschappij. Onder de Turkse overheersing groeit de stad, mede door haar strategische ligging en als centraal knooppunt op de bestaande handelsroutes, vrij vlug uit tot een burgerlijk en militair machtscentrum. De stad werd door de rivier Neretva als het ware in tweeën gesneden en de beide stadsdelen waren enkel verbonden door een aan kettingen opgehangen houten loopbrug.
Halverwege de zestiende eeuw was deze gammele constructie echter zodanig aan vernieuwing toe dat sultan Süleyman de Grote (1494-1566) opdracht gaf om een stenen brug te bouwen. Het was de mimar (Turks voor bouwkundige) Hajrudin, een leerling van de beroemde Ottomaanse architect Sinan (1489-1588), die omstreeks 1557 de netelige taak kreeg toegewezen om dit huzarenstukje te verwezenlijken.

Hajrudin berekende dat zelfs op het nauwste gedeelte van de rivier een afstand moest worden overbrugd van bijna 29 meter en dat op een hoogte van 21 meter, rekening houdend met de zomerse waterstand van de rivier. Toen hij negen jaar later, in 1566, de brug opleverde, overtrof het uiteindelijke resultaat alle verwachtingen. Hajrudin slaagde erin om de beide oevers te verbinden met een ellipsvormige vier meter brede stenen brug bestaande uit één enkele boog. Hiervoor werden niet minder dan 456 kalkstenen blokken onderling verbonden met in lood gegoten ijzeren klemmen, pluggen en haken. Daar waar mogelijk liet hij op ingenieuze wijze de structuur voorzien van holle ruimtes waardoor het gewicht van het kunstwerk met veertig procent kon worden gereduceerd zonder ook maar aan draagkracht in te boeten. Hiermee bewees Hajrudin zijn tijd ver vooruit te zijn want dezelfde techniek wordt nu, meer dan 400 jaar later, nog steeds in constructies van gewapend beton toegepast…
De brug, beter bekend onder haar plaatselijke naam ‘Stari Most’ (wat zoveel betekent als ‘Oude Brug’), was uiteraard al voorzien van de nodige verdedigingstorens die in de loop der tijden aangepast, versterkt en gerestaureerd werden. Op de rechteroever bevindt zich nu nog de ‘Halebija toren’, die op de begane grond vroeger dienst deed als gevangenis, terwijl de bovenliggende ruimtes fungeerden als behuizing voor de wachtposten van de stad. De linkeroever wordt tot op de dag van vandaag nog steeds gedomineerd door de ‘Tara toren’. Het is een imposant half-cilindervormig bouwwerk met meer dan drie meter dikke muren die als opslagplaats voor kruit en ammunitie dienst deed tot aan de Habsburgse bezetting in 1878. Wat verderop, op enkele tientallen meters afstand, situeert zich de ‘Asker moskee’. Dit Islamitisch gebedshuis dateert uit 1520 en werd gebouwd onder sultan Selim (1470-1520) de voorganger van Süleyman de Grote. Bijzonder aan het bouwwerk is dat het geen minaret heeft en uitsluitend voorbehouden was aan de ‘Mostari’, of de poort- en stadswachters van de ‘Halebija toren’.
Toen de Bosnische oorlog ook Mostar bereikte, kreeg de stad het zwaar te verduren. Een regen van obussen, granaten en mortiervuur vernielde honderden huizen en historische monumenten. Ook Hajruradin’s kunstwerk dat gedurende meer dan vier eeuwen lang probleemloos de tijd had getrotseerd werd op 9 november 1993 verwoest.
Ofschoon het niet echt vaststaat wie verantwoordelijk is voor deze wandaad menen sommige bronnen dat niet de Kroatische milities de brug hebben vernield, maar dat deze door een mijn tot ontploffing werd gebracht die geactiveerd zou zijn vanuit het moslimgedeelte van de stad. Uiteraard beweren de andere betrokken partijen net het tegendeel. De juiste toedracht zal waarschijnlijk nooit echt achterhaald worden.
De wederopbouw
Een jaar later, in 2005, werd de gerestaureerde brug samen met de volledige historische stadskern op de werelderfgoedlijst van UNESCO geplaatst.