Charles de Gaulle streefde naar (herstel van) de grandeur van Frankrijk, maar betrok dat niet op zichzelf. In tegenstelling tot zijn opvolgers had De Gaulle een sobere levensstijl. Als hij en zijn vrouw doordeweeks dineerden op het Élysée, deden ze na afloop zelf het licht van de eetzaal uit, om stroom te besparen. Hun weekenden brachten ze door in hun familiewoning in het plattelandsdorpje Colombey-les-deux-Eglises. Privé was privé: politici en ambtenaren kwamen niet binnen. Dat maakte die ene keer, 14 september 1958, dat een politicus ontvangen werd des te uitzonderlijker. Dat was niet zomaar iemand: het betrof Konrad Adenauer, de bondskanselier van Duitsland.
Voor Adenauer was het allerminst vanzelfsprekend om bij Charles de Gaulle op bezoek te gaan. Tijdens de oorlog, eind 1944, had De Gaulle nog een bilateraal akkoord gesloten met Stalin. Het vorige Frans-Russische akkoord, 1894, was tegen Duitsland gericht geweest. Direct na de Tweede Wereldoorlog had Frankrijk ingezet op opdeling van Duitsland in kleinere landen – De Gaulle was premier tot 1946. Adenauer had contacten onderhouden met diverse politici van de Vierde Republiek (1946-1958). De Gaulle had echter na zijn premierschap geen openbare functies meer bekleed. Via rechts-conservatieve politici in het parlement bleef hij echter aanwezig in de Franse politiek. Naast de communisten waren het de gaullisten die in 1954 de Europese Defensiegemeenschap hadden weggestemd en zij waren evenmin blij met het Verdrag van Rome (1957). Adenauer had beide projecten gesteund.
In de tweede helft van de jaren vijftig raakte de Vierde Republiek steeds meer in crisis – en gingen steeds meer mensen in De Gaulle de oplossing zien. De Gaulle was een autoritaire man die weinig op had met het bestaande politieke stelsel. De Gaulle was in de jaren 1950 net zo omstreden als Donald Trump in 2016.
Adenauer, die de ondergang van de Weimarrepubliek had beleefd, had zo zijn redenen om bezorgd te zijn over het aan de macht komen van een autoritaire leider in een zwakke democratie…
Adenauer zag dus niet aankomen dat De Gaulle aan zou kondigen dat de vijandschap tussen Duitsland en Frankrijk – drie oorlogen tussen 1870 en 1945 – moest veranderen in vriendschap. Daarnaast verklaarde De Gaulle zich akkoord met het Verdrag van Rome – het enige levensvatbare compromis tussen het Franse dirigisme (centraal geleide economie) en de Angelsaksische vrije markteconomie. Wel zou er een Europees landbouwbeleid moeten komen.
Waarom deed De Gaulle dit? Bij De Gaulle stond altijd het belang van Frankrijk voorop. Als het Verdrag van Rome niet afgeschaft kon worden, dan moest het maar ten goede gebruikt worden. Hij en Adenauer bleken allebei voor Europese samenwerking, maar niet noodzakelijk voor de door Jean Monnet gewenste supranationale samenwerking. Internationale samenwerking hoefde niet automatisch te leiden tot afdracht van nationale soevereiniteit aan instanties die boven de staten staan. Daarnaast was Frankrijk in de jaren vijftig en zestig een invloedrijker land dan West-Duitsland. Samenwerking betekende voor De Gaulle altijd dat hij (of in ieder geval Frankrijk) senior-partner zou zijn. Hij schatte in dat de Duitsers mee zouden werken:
“Van mij verwachten ze absolutie voor hun oorlogsmisdaden”. 1
Er zijn echter redenen om aan te nemen dat de Frans-Duitse verzoening – uitzonderlijk voor De Gaulle – niet enkel machtspolitiek was. Vóór de Tweede Wereldoorlog vreesde hij Duitsland, maar hij bewonderde het ook. Hij sprak Duits en bewonderde Duitse schrijvers en filosofen (veelzeggend voor zijn politiek: vooral Nietzsche en Schopenhauer). In tegenstelling tot de Amerikanen waren de Duitsers een oud volk met een verleden. In tegenstelling tot de Britten rekenden ze zich tot het Europese continent. Was er trouwens wel een ander land om een bondgenootschap mee te sluiten? Oost-Europa werd gedomineerd door de Sovjet-Unie, Spanje en Portugal waren dictaturen, Groot-Brittannië wist niet of het Europees wilde zijn en de andere landen legden geen gewicht in de schaal.
Adenauer kwam het goed uit. Sinds hij bondskanselier was geworden, had hij zich sterk gemaakt voor Frans-Duitse verzoening. Daarnaast was hij, net als De Gaulle, sceptisch geworden over de Amerikaanse steun aan Europa. Een belangrijk verschil: Adenauer wilde het bondgenootschap met Amerika niet opheffen, maar hij vond het wel raadzaam om voor defensie niet alléén op Amerika te vertrouwen. Zeker niet vanaf 1961, toen John F. Kennedy president werd – in de ogen van Adenauer een onberekenbaar en onbekwaam president.2
Zondag 14 september 1958 betekende het begin van de samenwerking en de vriendschap tussen Adenauer en De Gaulle. Dat was niet altijd makkelijk – De Gaulle was en bleef moeilijk in de omgang, voor iedereen die met hem te maken had. Samen slaagden ze er wel in om het Frans-Duitse antagonisme (mogelijk terug te rekenen tot de opkomst van Pruisen als militaire macht in de achttiende eeuw) te begraven.
Boek: De man die nee zei – Charles de Gaulle, 1890-1970
Bronnen ▼
2 – Hans-Peter Schwarz, Adenauer. Der Staatsmann: 1952-1967 (Stuttgart, 1991), p. 727-729 en 739.