Dark
Light

‘Cherry’ Ingram, milieubeschermer lang voordat term populair werd

“Sakura – Hoe een Engelsman de Japanse kersenbloesem redde” – Naoke Abe
5 minuten leestijd
Kersenbloesem in het Sugimura-park in Hashimoto
Kersenbloesem in het Sugimura-park in Hashimoto (CC BY-SA 4.0 - Yae Yamamoto - wiki)

Op vele locaties op het noordelijk halfrond met een gematigd klimaat genieten natuurliefhebbers en buitenmensen omstreeks maart en april elk jaar weer van de uitbundige roze en witte bloesems van de sierkers. De boom kent verschillende soorten en variëteiten en is nergens zo populair als in Japan, waar deze van nature voorkomt en sakura wordt genoemd. Al eeuwenlang speelt de kersenbloesem een belangrijke rol in de Japanse cultuur als symbool van de tijdelijkheid van het bestaan. Het is immers maar kort dat de bloesempracht in Japan te bewonderen is; na één of twee weken laten de bloemblaadjes los en verandert de kleur van boom van roze of wit in groen. Dan duurt het weer een jaar voordat de bloesem terugkeert.

De populariteit van de kers in zowel Japan als het westen is mede te danken aan de Engelse plantenverzamelaar en hortoloog Collingwood Ingram (1880-1981), die de kersen prees om hun “verfijnde elegantie wanneer ze in bloei staan”. Hij importeerde verschillende soorten vanuit Japan naar Engeland, maar bracht een geliefde soort, de taihaku, ook terug naar Japan. Uit enkele door hem gekweekte exemplaren van de taihaku waren na de Tweede Wereldoorlog wereldwijd al tienduizenden bomen voortgekomen.

Wie omstreeks halverwege de twintigste eeuw in het voorjaar de tuin bij zijn landhuis The Grange in Benenden (Kent) bezocht, waande zich in een sprookjeswereld. Er groeiden planten van over de hele wereld die de eigenaar als zaadjes van zijn reizen had meegenomen in sigarettenkistjes en snoeppotten. Het meest spectaculair waren zijn sierkersen, waarvan de bloesems elke lente weer met groot enthousiasme werden onthaald door Ingram zelf. In zijn in 1948 verschenen magnum opus “Ornamental Cherries” beschreef de kersenexpert 129 soorten, die allemaal in zijn eigen tuin voorkwamen.

Sakura - Kersenbloesem
Sakura – Kersenbloesem (CC0 – Pixabay – shell_ghostcage)

Soortenrijkdom

Toen de Japanse journaliste Naoko Abe in 2001 naar Londen verhuisde, was ze verbaasd door de prominente aanwezigheid van kersenbloesems in het Britse landschap. De soortenrijkdom was een stuk groter dan in haar moederland en bovendien duurde het bloesemseizoen veel langer. Tijdens het schrijven van een krantencolumn over de verspreiding van de kers in het Verenigd Koninkrijk stuitte ze op de naam van Collingwood Ingram. Ze kreeg de mogelijkheid om het archief van de autodidactische botanist te bestuderen en sprak met mensen die hem goed hadden gekend. Daarnaast reisde ze af naar diverse locaties op de wereld om de verschillende variëteiten in de kersenbloesems te aanschouwen. Al dit onderzoek leidde tot een boek over ‘Cherry’ Ingram dat in 2016 in Japan verscheen en daar beloond werd met een belangrijke prijs voor non-fictie. In 2019 verscheen een uitgebreide Engelstalige versie, waarvan in 2020 de door Fred Hendriks verzorgde Nederlandse vertaling werd uitgebracht.

Kersenbloesem op een negentiende-eeuwse Japanse prent van Hiroshige
Kersenbloesem op een negentiende-eeuwse Japanse prent van Hiroshige (Publiek Domein – wiki)
Voor het internationale lezerspubliek voegde de schrijfster veel informatie toe over de Japanse historie en cultuur. Ze legt uit hoe het eeuwenlang sterk afgezonderde Japan tijdens de Meijiperiode van 1868 tot 1912 zijn deuren opende voor de wereld. De daarbij komende industrialisering en een catastrofale aardbeving in 1923 hadden grote gevolgen voor het landschap en de sierkersen. “De oude oosterse steden zijn weggevaagd”, constateerde Collingwood Ingram tijdens een bezoek aan het land in 1926.

“Ik heb de indruk dat Japan een veel te grote dosis westerse beschaving te snel en in één teug naar binnen probeert te werken”.

De soortenrijkdom van de kers was als gevolg van deze ontwikkelingen afgenomen. Veel bomen waren immers gekapt om ruimte te maken voor economische expansie. Het was tijdens die reis dat de Brit tijdens een bijeenkomst van Japanse kersenliefhebbers waarschuwde voor de slechte situatie waarin de nationale plant verkeerde. Hij beloofde de in Japan uitgestorven soorten, die nog wel in zijn eigen tuin in Engeland groeiden, waaronder de taihaku, terug te brengen naar het keizerrijk.

Bombardementen en brandhout

De Tweede Wereldoorlog deed de kersen in Japan evenmin goed. Abe beschrijft hoe de bomen in de steden tot as werden gereduceerd tijdens Amerikaanse bombardementen en gerooid werden om plaats te maken voor gewassen of om gebruikt te worden als brandhout. Waar ze ook uitvoerig op ingaat is hoe de kersenbloesems in de oorlogsjaren werden benut als symbool van militarisme en opofferingsbereidheid. Soldaten en kinderen zongen liederen waarin sneuvelen voor de keizer werd vergeleken met het korte leven van de kersenbloesems. “In geval van nood moeten wij als kersenbloesems vallen voor de keizer”, zo citeert de schrijfster een in de jaren 30 invloedrijke Japanse hoogleraar. Ook kamikazepiloten moesten zich laten inspireren door de kersenbloesems voordat ze zich met hun vliegtuigen lieten neerstorten op geallieerde doelen. Abe:

“Bloemen die meer dan tweeduizend jaar bloemen van vrede waren geweest, waren nu bloemen van massavernietiging geworden”.

De oorlog raakte ook Ingram en zijn naasten. Terwijl hij zelf in zijn woonplaats de Home Guard van Benenden leidde en een neergekomen Duitse piloot arresteerde, maakte zijn schoondochter Daphne de gewelddadige Japanse inval in Hong Kong mee en zat ze daarna gevangen in een Japans gevangenenkamp. De beschrijving van deze donkere tijden overheerst niet in dit boek, waar ook veel ruimte is voor luchtige details, zoals Ingrams gewoonte om menselijke eigenschappen toe te kennen aan kersenvariëteiten. Niet elke kers kon op zijn loftuiting rekenen. De naam van de pink-perfection deed hem bijvoorbeeld denken aan “een verwend victoriaans nest dat nodig een pak voor de broek moet hebben”.

‘Slonzige prostituees’

Toen omstreeks 1970 een kanzan-boom werd geplant in de tuin van de kostschool voor meisjes in Benenden, waarop zijn eigen dochters en prinses Anne (de dochter van koningin Elisabeth) hadden gezeten, was hij furieus. Hij eiste een gesprek met de directrice aan wie hij duidelijk maakte dat deze kers niet thuishoorde op een meisjesschool. “Het zijn slonzige prostituees, die altijd maar staan te pronken”, zo onderbouwde hij zijn mening.

Sakura Hoe een Engelsman de Japanse kersenbloesem redde
Sakura – Hoe een Engelsman de Japanse kersenbloesem redde
“Sakura” is een prachtig geschreven boek, dat zowel geschiedenis- als plantenliefhebbers zal fascineren, hoewel eerstgenoemden mogelijk wel wat moeite zullen hebben met alle botanische feitjes. Behalve dat het interessant is om te lezen over Ingrams passie voor de kers en over de rol van de kersenbloesem in de Japanse cultuur, bevat dit boek ook een belangrijke boodschap voor de lezer van nu. Collingwood Ingrams strijd voor het behoud van kersenvariëteiten en -soorten kan ons tegenwoordig inspireren tot het beschermen van biodiversiteit. Volgens Naoko Abe was haar hoofdpersoon “een milieubeschermer lang voordat de term populair werd”. Ze geeft aan dat hij zich in de jaren twintig al zorgen maakte over de toekomst van de planeet en de gevolgen van ongebreidelde economische groei. “Vooruitgang, verbetering, ontwikkeling – noem het zoals je wilt –”, noteerde hij negentig jaar geleden in zijn dagboek,

“…is hard op weg zelfs de meest afgelegen hoeken van de wereld te bereiken. Als de moderne mens in contact komt met de natuur, drukt hij er een misvormend stempel op. Naarmate het aantal mensen toeneemt, neemt de fundamentele schoonheid van het heelal af.”

Een boek waarin zonder betutteling of betweterij een boodschap als deze is verwerkt, verdient een groot lezerspubliek.

Boek: Sakura – Hoe een Engelsman de Japanse kersenbloesem redde

Bekijk dit boek bij:

Kevin Prenger (1980) is hoofdredacteur artikelen van TracesOfWar.nl. Zijn aandacht gaat vooral uit naar de geschiedenis van de Holocaust en nazi-Duitsland. In 2015 verscheen zijn boek Oorlogszone Zoo, over de geschiedenis van de Berlijnse dierentuin tijdens de naziperiode. Verschillende boeken over minder bekende verhalen uit de Tweede Wereldoorlog volgden: De boodschapper uit de hel, Een rechter in Auschwitz, Het masker van de massamoordenaar, Kerstmis onder vuur en Kolberg, Meer dan alleen Auschwitz en In de schaduw van Schindler. Momenteel werkt hij aan een boek over onderwijs en indoctrinatie van de jeugd in nazi-Duitsland. Zie ook zijn website of X-account.

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×