De conservering van het in 1997 bij Vleuten-De Meern gevonden Romeinse schip De Meern 1 vordert gestaag. Donderdag is de tweede helft van het vijfentwintig meter lange schip door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in een speciale conserveringstank geplaatst.
In de Leidsche Rijn bij Vleuten-De Meern werd in 1997 een Romeins schip gevonden. Het bleek om een zogenaamde rivierpraam te gaan, een schip met een platte bodem dat bedoeld was voor de binnenwateren. Het schip werd niet onmiddellijk gelicht omdat men bang was dat het dan snel zou vergaan. In 2003 werd het schip uiteindelijk gelicht.
De rivierpraam bleek te zijn gemaakt van drie grote eikenbomen. Deze werden rond 148 na Christus in Nederland gekapt.
Na te zijn gelicht werd het schip naar de afdeling Scheepsarcheologie van de Rijksdienst in Lelystad getransporteerd. De helft van het scheepswrak kreeg daar enige tijd geleden een plek in een grote conserveringsbak. De andere helft heeft de afgelopen tijd in een sproeivloer gelegen. Daar werd het oude schip nat gehouden om te voorkomen dat het weg zou rotten.
De conservering van De Meern 1 is uniek omdat het voor het eerst is dat in Nederland scheepshout wordt geconserveerd door het hele schip onder te dompelen in een conserveringsoplossing.
Het eerste deel van het schip heeft inmiddels lang genoeg in de conserveringsbak gelegen. Donderdag is dit deel uit de bak gehaald om plaats te maken voor de andere helft van het schip. Dit deel zal het komend jaar in de tank liggen. Ook een oude kano en een puntertje uit de Middeleeuwen mogen er de komende tijd in liggen. Het deel dat al in de bak gelegen heeft wordt de komende tijd nog verder bewerkt.
Door de behandeling die het schip in Lelystad krijgt, kan de Romeinse rivierpraam volgens de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed straks weer decennia mee.
Overzicht van boeken over het Romeinse Rijk