De abdij van Affligem – Geschiedenis

3 minuten leestijd
De abdij van Affligem in het midden van de 17e eeuw (afbeelding uit Chorographia Sacra Brabantiae van Antonius Sanderus - 1659) - Publiek Domein - wiki
De abdij van Affligem in het midden van de 17e eeuw (afbeelding uit Chorographia Sacra Brabantiae van Antonius Sanderus - 1659) - Publiek Domein - wiki

Ongetwijfeld behoort de abdij van Affligem tot de oudste en meest vermaarde abdijen van de Lage Landen. Volgens de overlevering werd de abdij omstreeks 1062 gesticht door zes tot inkeer gekomen ridders die van paltsgraaf Herman II van Lotharingen (ca.1049-1085) toelating verkregen om op zijn domein een kloostergemeenschap op te richten naar de regel van Sint-Benedictus. Na een aanzienlijke schenking van graaf Hendrik III van Leuven groeide het abdijcomplex uit tot de ‘Primaria Brabantiae’, de voornaamste abdij van het toenmalige hertogdom Brabant.

Een eerste kennismaking

Abdij van Affligem – Foto: CC/Spotter2
Reeds gedurende de eerste decennia van haar bestaan spitste de abdij zich toe op armenzorg en bouwde hiervoor een netwerk op van kloosters, priorijen en conventen. Citeren we in deze samenhang voornamelijk de abdij van Sint-Andries te Brugge (opgericht ca. 1100), de abdij van Vorst te Brussel (opgericht ca. 1105) en het vermaarde abdijcomplex Maria Laach in het Rijnland (opgericht ca. 1112). Daarnaast oefende de abdij het patronaat uit over zo’n 45 parochies en het begevingsrecht van ongeveer 130 beneficies, onder meer hofsteden, wind- en watermolens, zandsteengroeven en talrijke visvijvers. Dit alles maakte dat in de veertiende eeuw Affligem verbonden was met niet minder dan 62 kloosters en abdijen en de abten vanaf de vijftiende eeuw zetelden als primaat in de Staten van Brabant waarbij een zekere abt Johannes t’Serjacobs het zelfs schopte tot kanselier van Brabant en algemeen beschouwd wordt als medestichter van de Leuvense universiteit.

De turbulente geschiedenis

Abdij van Affligem – Foto: CC/Periergeia
Affligem genoot eveneens grote vermaardheid onder de kruisvaarders die er de regeltucht van de monniken loofden. Zo zouden niet alleen Godfried van Bouillon (1060-1100) en zijn broer Boudewijn (ca. 1068-1118) de abdij bezocht hebben alvorens naar het Heilig Land te vertrekken, maar ook Bernardus van Clairvaux (1090-1153) die de tweede kruistocht predikte zou er te gast geweest zijn.

Affligem bleef echter niet gespaard van tegenspoed. Zo werd de abdij in de loop van de veertiende eeuw tweemaal het slachtoffer van de oorlogen tussen het graafschap Vlaanderen en het Hertogdom Brabant. In 1580 werd het complex zelf omzeggens volledig verwoest door de troepen van Willem van Oranje (1533-1584) en zwierven de monniken bijna dertig jaar lang rond in ballingschap.

Pas vanaf de zeventiende eeuw kende de kloostergemeenschap opnieuw een materiële en spirituele heropleving. Niet voor lang echter, want nadat eerst troepen van Lodewijk XIV (1638-1715) de abdij teisterden, brak enkele decennia later de Franse Revolutie uit. Op 11 november 1796 viel de abdij in handen van de Franse revolutionairen die de monniken meedogenloos verjaagden. De gebouwen alsook al de bezittingen werden openbaar verkocht en het abdijdomein dat op dat moment meer dan achtduizend hectare grond en een veertigtal boerderijen telde, ging volledig verloren.

Bijna veertig jaar lang leefden de monniken verspreid her en der over het land. Pas in 1837 konden zij het kloosterleven hervatten doordat Dom Veremundus D’Haes een leegstaand kloosterpand in Dendermonde wist aan te kopen. De eigenlijke terugkeer naar Affligem greep evenwel slechts plaats in 1870 na de aankoop van het laatbarokke Bisschopshuis. Een decennium later volgde de bouw van een neogotische vleugel en van de abdijkerk. In de twintigste eeuw werden de gebouwen verder uitgebreid.

Affligem abdijbier – Foto: CC/Periergeia
Intussen herleefde de abdij eveneens volop op spiritueel vlak. In 1911 stichtte de abdij niet alleen een kloostergemeenschap in het Zuid-Afrikaanse Transvaal, maar was ook actief in de liturgische beweging door onder meer een ‘volksmisboek’ en een Tijdschrift voor liturgie te verspreiden. Zowat medio twintigste eeuw, in 1967 om precies te zijn, werd een Cultureel Centrum geopend dat opvalt door zijn fraaie glas-in-lood ramen, ontworpen door de vermaarde Gentse glazenier Armand Blondeel (1928-2002). Zowat tegelijkertijd werd ook het jeugdheem ‘Sint-Benedictus’ opgericht.

De abdijkerk is dagelijks toegankelijk en op zaterdag worden er om 18.00 uur Gregoriaanse vespers gezongen. Daarnaast verwierf de abdij culinaire bekendheid door haar smaakvolle abdijkaas en haar verrukkelijk abdijbier.

Gepassioneerd door vreemde culturen en de geschiedenis van het vroege neolithicum tot aan onze moderne tijden schreef Rudi Schrever verscheidene jaren op regelmatige basis artikelen voor Historiek.net en andere gespecialiseerde vakbladen.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×