Dark
Light

De Britse rol bij het ontstaan van de Eerste Wereldoorlog

81 minuten leestijd

De Britse bemiddelingsvoorstellen

Op 20 juli 1914, na de moord op de Oostenrijk-Hongaarse troonopvolger Franz-Ferdinand, deed Grey zijn eerste voorstel tot het houden van directe besprekingen tussen Rusland en Oostenrijk-Hongarije. (153)
Dit, overigens logische voorstel, werd echter met kracht van de hand gewezen, niet door Duitsland, maar door Poincaré, de Franse president, die, zodra het hem ter kennis kwam, onmiddellijk telegrafeerde dat hij een gesprek tussen Rusland en Oostenrijk-Hongarije zeer gevaarlijk achtte. (154)

Tussen 24- en 25 juli zond Grey zijn tweede bemiddelingvoorstel, ditmaal aan St.Petersburg. (155) Hij stelde daarin voor dat Engeland, Frankrijk, Duitsland en Italië, samen een bemiddelingpoging zouden ondernemen. Deze landen zouden immers minder direct betrokken zijn bij de situatie en daardoor in de beste positie zijn om escalatie te helpen voorkomen. Duitsland reageerde positief op dit voorstel (156) maar Rusland en Frankrijk verwierpen het. (157) Fischer noemt wel Grey’s bemiddelingpoging maar niet het Duitse antwoord daarop. Hij hekelt echter wel de Duitse traagheid bij het overbrengen van het Britse verzoek om Wenen tot kalmte te manen. (158)

‘Dieser vorschlag gab Jagow so spät nach Wien weiter dass er erst nach Ablauf des Ultimatums eintreffen konnte. Ausserdem fügte er dem Greyschen Vermittlungsvorschlag keinerlei Kommentar bei, was praktisch in diplomatische Sprache einer Aufforderung zur Ablehnung gleichkam’.

Fischer heeft hierin gelijk. Duitsland gaf dit verzoek slechts met de grootste tegenzin door en pas nadat het aan Wenen had duidelijk gemaakt dat ze niet anders kon maar er niet achter stond. Ook dit bemiddelingsvoorstel van Grey leed dus schipbreuk, hetgeen overigens wel de vraag opwerpt hoe serieus zijn voorstellen genomen moesten worden. Nog op die zelfde dag stelde het ministerie van Buitenlandse Zaken in een memorandum (het was toen 25 juli en precies de dag dat Rusland besloten had te mobiliseren: (159)

‘The moment has passed when it might have been possible to enlist French support in an effort to hold back Russia. It is clear that France and Russia are decided to accept the challence thrown out to them. What ever we may think of the merits of the Austrian charges against Serbia, France and Russia consider that these are the pretexts and that the bigger cause of Triple Alliance versus Triple Entente is defenitely engaged…..I think it would be impolitic, not to say dangerous, for England to attempt to controvert this opinion or to endeavour to obscure the plain issue by any representation at St.Petersburg and Paris…. Our interests are tied up with those of France and Russia in this struggle , which is not for the possession of Serbia , but one between Germany aiming at a political dictatorship in Europe, and the Powers who desire to retain individual freedom.

Edward Grey
Edward Grey
Als men zo over de situatie dacht, vanwaar dan nog allerlei bemiddelingspogingen, ook na de 25e? Moest Grey voor het oog van de wereld de Britse wil tot vrede demonstreren? Wilde hij, evenals Frankrijk en Rusland tijdwinst?

Op 25 juli had Grey inmiddels van zijn ambassadeur in St.Petersburg vernomen dat de tsaar de mobilisatie had goedgekeurd (161) en Grey wist dat mobilisatie onherroepelijk gelijk stond aan oorlog. (162) Daarom moeten zijn bemiddelingpogingen van na de 25e juli, met de grootste omzichtigheid worden beoordeeld en het is in dit verband dan ook opvallend dat Grey zelf, geheel bezijden de waarheid, in zijn memoires steeds vermeld dat al zijn pogingen door Duitsland werden afgewezen.

Grey’s voorstel van de 26e juli illustreert zijn verkeerde voorstelling van zaken. Hierin riep hij op tot het houden van een conferentie van ambassadeurs, wat heel redelijk klonk, maar het in werkelijkheid niet was. Wat hij voorstelde kwam eigenlijk neer op de vorming van een tribunaal van Engeland, Frankrijk en Italië – drie landen die niet direct als ‘vriend’ van Duitsland beschouwd konden worden – gericht tegen Duitsland en Oostenrijk-Hongarije en het lijdt geen twijfel hoe zo’n zitting zou aflopen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Duitsland dit voorstel weigerde en deze weigering wordt door verschillende historici aangegrepen om Duitslands kwade trouw aan te tonen.

Men ziet daarbij gemakshalve wel over het hoofd dat ook Frankrijk pas na veel aarzelen, op de 27 juli een van veel voorwaarden voorzien bevestigend antwoord gaf en dat Rusland haar antwoord uitstelde omdat men liever wilde wachten met het bijeenroepen van zo’n conferentie.

Sazonov telegrafeerde daarover aan zijn ambassadeur in Parijs dat, als een en ander tot doel had om een matigende invloed op Rusland uit te oefenen, hij dit al bij voorbaat afwees omdat men vanaf het begin nu eenmaal al een standpunt had ingenomen dat niet meer gewijzigd kon worden omdat zijns inziens al aan alle Oostenrijkse eisen die daarvoor in aanmerking kwamen, tegemoet was gekomen. (163) Nader beschouwd valt het op dat Grey’s bemiddelingpogingen steeds voor een of meer partijen niet acceptabel bleken te zijn en daarom dus vanaf het begin weinig kans maakten te worden aangenomen.

Zijn voorstellen van na de 25e juli waren zonder meer hypocriet. Toen was hij immers op de hoogte van de beslissing van Rusland om te gaan mobiliseren (164) en wist hij dat de oorlog niet meer kon worden tegengehouden. (165) Mocht hij dat zijn vergeten dan was daar het memorandum van zijn eigen medewerkers die hem er op wezen dat het beter was zijn pogingen te staken omdat Engelands belangen bij Frankrijk en Rusland lagen. Toch ging Grey door met zijn voorstellen. Op 28 juli liet hij weten dat hij het eerder door Duitsland al geaccepteerde plan om rechtstreekse besprekingen te houden tussen Oostenrijk en Rusland, eigenlijk beter vond dan zijn voorstel van een ambassadeurs-conferentie (166), maar zoals we weten was dit voorstel nu juist door de Franse president afgewezen.

Nu het Duitsland echter ter ore was gekomen dat Rusland tot mobilisatie had besloten, zag ze het nut van rechtstreekse Russisch-Oostenrijkse besprekingen niet meer in. Men kan zich afvragen waarom Grey dit oude plan weer naar voren haalde. De Duitse weigering werd echter later wel weer gebruikt om aan te tonen dat het wederom Duitsland was dat dwars lag.

Op 29 juli diende Grey weer een voorstel in. Hij adviseerde Oostenrijk-Hongarije nu om Belgrado dan maar te bezetten maar dan haar militaire acties te staken om zo de grootmachten de gelegenheid te geven tussen beide landen te bemiddelen. (167) Dit nu was precies het voorstel dat Duitsland al een dag eerder, op de 28e, aan Oostenrijk deed toekomen hetgeen toen werd afgewezen.

Hendrik van Pruisen (1862-1929)
Hendrik van Pruisen (1862-1929)
Op 30 juli 1914 stuurde koning George van Engeland een telegram aan prins Heinrich van Pruisen luidende:

‘My Government is doing its utmost, suggesting to Russia and France to suspend further military operations, if Austria will consent to be satisfied with occupation of Belgrade ….as a hostage for satisfactory settlement of her demands, other countries meanwhile suspending their war preparations. Trust William will use his great influence to induce Austria to accept this proposal thus proving that Germany and England are working together to prevent what would be an international catastrophe’. (168)

Engeland zelf, weigerde echter steeds nadrukkelijk invloed uit te oefenen op Frankrijk en Rusland terwijl het dit van Duitsland wel verlangde en het van kwade trouw beschuldigde als het niet aan haar verzoeken voldeed.

Opvallend is dat Grey, op de dag dat hij het voorstel tot de bezetting van Belgrado (29 juli) deed, hij tegelijkertijd toestemming gaf om de, in de Grey-Cambon afgesproken werkwijze in geval van een crisis, in gang te zetten (169) terwijl hij de volgende dag, er was toen nog geen sprake van een Duitse mobilisatie, de Britse ambassadeur in Brussel verzocht de Belgische regering te waarschuwen dat Engeland van haar verwachtte dat zij haar neutraliteit met kracht zou verdedigen.

Hoe dan ook, Grey rekende op oorlog en zoals al werd aangetoond had hij alleen een aanleiding nodig om Engeland daaraan te laten meedoen. Zo’n aanleiding was uiteraard een Duitse inval in België. Grey zond nu twee telegrammen, een aan Duitsland en een aan Frankrijk waarin hij beide landen vroeg of ze de neutraliteit van België zouden respecteren. Hij wist uiteraard het Franse antwoord al en kon vermoeden wat het Duitse antwoord zou zijn. Hij kende immers het Von Schlieffenplan en wist dat de Duitse reactie zou afhangen van de houding van de verdere ontwikkelingen, met name de mobilisatie van Rusland.

Grey’s verzoek was natuurlijk een politieke meesterzet op het pad van de verschuiving van de schuldvraag naar Duitsland. Duitsland antwoordde dat het bereid was deze belofte te geven als Engeland verklaarde neutraal te blijven. Als Grey dit positief had beantwoord dan zou er hoogstwaarschijnlijk geen Wereldoorlog zijn ontbrand maar Grey kon en wilde dit natuurlijk niet beloven.

Het gehele stelsel van bemiddelingpogingen en vredesvoorstellen na de 25e juli leek dan ook voornamelijk bedoeld om tijd te winnen en de publieke opinie te mobiliseren. We herhalen nog eens het telegram van de Russische ambassadeur in Parijs, Iswolski, aan zijn minister van Buitenlandse Zaken Sazanov, waarin hij er op aandrong om, in verband met de aan de gang zijnde bemiddelingpogingen, de Russische militaire voorbereidingen zo geruisloos mogelijk te laten verlopen, daaraan toevoegend:

‘De Franse minister van Oorlog deelde mede dat we zouden kunnen verklaren dat we, in het belang van de vrede, bereid zijn onze militaire voorbereidingen te vertragen. Natuurlijk zou zo’n verklaring ons niet behoeven te verhinderen gewoon door te gaan of zelfs onze mobilisatie -voorbereidingen te versnellen , zolang maar wordt voorkomen dat er grote troepenverplaatsingen plaatsvinden (die kunnen worden opgemerkt).

Tijdgenoten over Grey

The origins of the World War - S. Fay
The origins of the World War – S. Fay
Hoewel Fritz Fischer in zijn boek ‘Griff nach der Weltmacht’ duidelijk maakt dat de Duitse bedoelingen en medewerking aan de bemiddelingspogingen op dat moment niet overal meer oprecht waren, moet helaas hetzelfde gezegd worden van Grey’s voorstellen. Grey was niet de nobele, integere en uiterst betrouwbare, ouderwets degelijke en beminnelijke gentleman zoals bijvoorbeeld de Nederlandse historicus Prof. Dr. Schulte Nordholt hem schetst. (171)

Of Grey echter de schurk was zoals historici als Alberto Lumbroso of Morhardt hem zagen (172) is een andere vraag die mogelijk later nog wordt beantwoord. Zeker is wel dat Grey een uiterst beslissende rol heeft gespeeld bij de deelname van Groot-Brittannië aan de Eerste Wereldoorlog. Zo hij die oorlog al niet bewust heeft gewild, diep in zijn hart heeft hij de wenselijkheid daarvan steeds door z’n handelingen en vooral door zijn buitenlandse politiek ondersteund en zeker onvoldoende gedaan om ze te voorkomen en deze mening wordt door vele anderen gedeeld.

Sydney. B. Fay schreef in zijn ‘The origins of the World War’ onder andere;

‘Grey was unwilling to heed the German pleadings that he should exercise restraint at Paris and St.Petersburg because he did not wish to endanger the Anglo-Russian entente and the solidarity of the Tripple Entente because he felt a moral opbligation to France’. (173)

En Churchill, zijn vriend en tijdgenoot schreef over de rol van Grey in een brief aan diens biograaf Trevelyan in 1935:

‘There is no doubt in my mind that Grey defenitely accepted the task of resisting the German power and of making England play a decisive part in that. This led to the Great War in 1914. Had he taken a different course, he would not have prevented the war but it would have been another war’. (174)

…en Lloyd George voegde daar later aan toe dat:

‘his personality was distinctly one of the elements that contributed to the great catastrophe’. (175)

De historicus Barnes schreef in zijn boek “Genesis of the World War (1927)” ’n veel directere veroordeling uit zeggende:

‘Grey not only secretly and arbitrarily brought England into the war, but he also committed Party-treason in addition. (176) Grey’s attempt to justify his conduct towards Germany is, quite inevitable, entirely misleading and evasive’. (177) As to the primary responsibility of Grey, Crowe and Nicholson for pushing England into the war, there can be no doubt.’ (178)

Een andere tijdgenoot van Grey, de Russische ambassadeur in Londen, zei het weer anders toen hij, in een telegram aan Sazonov seinde:

‘Het was Grey die het Britse volk de oorlog invoerde en hij voelde zich daar, los van de verantwoordelijkheden van het Kabinet, persoonlijk verantwoordelijk voor’. (179)

Ook recentere historici komen tot die conclusie. Zo schreef Luigi Albertini in zijn ‘The origins of the war’ (1953):

‘Grey must undoubtedly have been aware of the false situation which had arisen in regard to Anglo-French- and indirectly Anglo-Russian relations’. (180)

…en hoewel hij elders in zijn boek stelde niet te twijfelen aan de goede trouw van Grey, merkte hij toch op:

“Can it be said that Grey had done all in his power to prevent the fatal stap from being taken? The anwer must be no. It is not possible to absolve Grey’. (181)

Recenter nog is de mening van Zara S Steiner, geuit in haar boek ‘Britain and the origins of the First World War’ (1977) toen ze, we herhalen het, schreef:

‘The military and naval chiefs did take an active role in determining the strategic possibilities open to the Cabinet. They consciously tightened the links with France and planned a course of military action which became the only plan available when war came. If Grey did not fully appreciate the connection between strategy and diplomacy , he gave his consent to decisions which led to a continental engagement ‘. (182)

…en verder:

‘Grey’s role was central. The Foreign Secretary was not a profound thinker or even a great statesman. There was much what he did not comprehend. He did not understand the effects of contemporary changes on the relative positions of states or on the conduct of war. He shied away from the irrational and cut himself off from forces he did not understand.. Grey misjudged situations ….in all such matters Grey was conservative and insular . He was naive in military matters and did not anticipate the price for victory though he never conceded that the cost was too high.’ (183)

Dat is dan nog een vrij milde karakterschets. Men wordt geen minister van Buitenlandse Zaken en houdt dat niet vele jaren vol, zeker niet in het Engeland van die tijd, als men zo zwak is als Steiner ons wil doen geloven, zeker ook niet als men Grey’s jarenlange intriges daarin mede betrekt.

Grey moet dan ook zonder enige twijfel gezien worden als de man die steeds met volle inzet en in het bezit van z’n volle verstandelijke vermogens, slechts een doel nastreefde namelijk: “to check Germany”. Zodra de tijd daartoe rijp was en wel via een oorlog die, met behulp van Frankrijk en Rusland,de verwijdering van Duitsland als politieke- en economische macht, van het wereldtoneel moest zeker stellen.

Grey en enige andere Britse politici en hoge militairen waaronder zeker ook veldmaarschalk Henry Wilson gerekend dient te worden, waren dan ook medeschuldig aan het ontstaan van de ‘Grote Oorlog’. Niet alleen streefden ze er naar, werkten plannen daartoe uit en droegen er zorg voor dat deze plannen ook konden worden uitgevoerd, maar ze hadden ook de wens en de wil om het zover te laten komen.

Toch blijft het uitermate moeilijk de zwaarte van hun schuld te meten omdat het onmogelijk moet worden geacht dat ze de volle consequenties van hun daden konden overzien en het is wel zeker dat, hadden ze de gevolgen geweten, er geen ‘Eerste Wereldoorlog’ zou zijn gekomen. Wat Grey betreft zijn de woorden van prof. Barnes in zijn boek ‘The Genesis of the World War’ wellicht het dichtst bij de werkelijkheid toen hij schreef:

‘Grey’s carreer is not the record of a great scoundrel,but is interesting rather as an illustration of the disasters which may befall a country which entrusts its destiny to a well meaning but vacillating and indecisive man and a ignorant, stupid and naive diplomat”. The tragedy of Grey is also an example for all posterity of the evil effects of bad company upon a diplomat and of the pernicious influence of the permanent staff of Foreign Offices. Grey’s published memoires are inaccurate and evasive and presents a picture of the crisis of 1914 almost exactly the reverse of the actual facts. They discredit the man far more than his acts of 1914’. (184)

Zijn deze woorden duidelijk genoeg, nog simpeler vatte de Britse geleerde Frederick Cornwalls Coneybear Grey’s politiek samen toen hij, in een brief aan een Amerikaanse collega op 4 augustus 1922 schreef:

‘Grey was doubtless as much of a hypocrite in the week before the war as he had been for eight years before that. We attacked Germany for three reasons:
1: To down her Navy before it got any larger,
2: To capture her Trade and
3: To take her Colonies’.

En aldus geschiedde.

~ Hans Andriessen

Noten

×