“Genius of Photography” is een interessante zesdelige dvd-serie over de ziel, het ontstaan en de ontwikkeling van de fotografie. De serie beslaat in totaal zes uur. Qua tijdspanne behandelt deze BBC-documentaire – die in 2007 de Royal Television Society Award won – de eerste experimenten met fotograferen in de jaren 1840 tot en met de huidige digitale revolutie.
De historische en filosofische insteek van deze dvd-box maakt de serie interessant. Elke aflevering begint met een wijsgerige overdenking over de functies en voor- en nadelen van de fotografie, gevolgd door een historisch-chronologisch overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen in de fotografie. De lezer maakt daarbij kennis met een keur aan professionals: schrijvers, fotografen en diverse fotohistorici onder wie Larry J. Schaff, Geoffrey Batchen en Nancy Martha West.
Schaduwen vastleggen
Aflevering één is getiteld “Fixing the shadows” (de schaduwen vastleggen) en brengt de ontstaansgeschiedenis van de fotografie in kaart. De geschiedenis van de fotografie begon in 1839, toen de Fransman Louis Daguerre en de Engelsman Henry Fox Talbot afzonderlijk van elkaar ontdekten dat ze ‘schaduwen konden vastleggen op beeld’. Daguerre kon beelden direct vastleggen op spiegels (maar moest ze wel eerst vastbranden), terwijl Talbot het negatief ontdekte en beelden vastlegde op papier. Talbots uitvinding zou de toekomst van de fotografie gaan bepalen: beelden op papier zijn namelijk veel goedkoper én beter reproduceerbaar dan op spiegel.
De wens om te fotograferen is echter al veel ouder dan de uitvinding zelf. Zo bescheef de Romeinse schrijver Plinius een vrouw die de schaduw van haar man natekende op een muur. Haar vader maakte hiervan een sculptuur en zo, naar men zegt, ontstond de Westerse kunst.
Het is niet toevallig dat de fotografie ontstond in het tijdperk van de Industriële Revolutie en de Romantiek. Er werden veel nieuwe uitvindingen gedaan (zoals de ontdekking van zilverchloride en zilvernitraat als lichtgevoelige chemicaliën) en de snel veranderende omgeving voedde de wens om de authentieke omgeving vast te leggen op beeld. Bijzonder is ook dat de stoomtrein (beweging!) en fotografie in 1879 samenkwamen in de animatie, de voorloper van de film. Eadweard Muybridge maakte met foto’s een bewegend paard en componeerde prachtige 360-gradenfoto’s van San Francisco.
In deze eerste aflevering gaat de aandacht verder uit naar beroemde negentiende-eeuwse fotografen als Elifath Brown en Nadar. Nadar is het pseudoniem van Gaspard-Félix Tournachon, die wereldberoemde foto’s maakte van onder meer Jules Verne en Charles Baudelaire. Tot slot behandelen de documentairemakers de geschiedenis van het bekende Amerikaanse bedrijf Kodak (gesticht door George Eastman), die ervoor zorgde dat de fotografie vercommercialiseerde. Kodak bracht een handzame fotocamera – met de leus “You press the button, we do the rest” – op de markt en vond het filmrolletjes uit. Foto’s maken werd zo iets gewoons en alledaags, een leuke activiteit voor iedereen.
Joden en zwarten
Deel twee, “Documents for artists” vangt aan met de Eerste Wereldoorlog en behandelt een aantal thema’s. Het belangrijkste thema is de rol van fotografie als propagandamiddel en de rol van foto’s binnen de industriële samenleving als emotieloze, machinale herdrukken van de tijd.
De Duitse fotograaf August Sander krijgt de nodige aandacht. Hij legde joden en zwarten vast op de gevoelige plaat, met dezelfde waardigheid als hij burgemeesters fotografeerde. Dit tot woede van de nazi’s. Een bijzonder project was ook het boek Art Forms of Nature (1925) van de Karl Blossfeldt, waarin hij de natuurlijke precisie van planten en groenten fotografisch verheerlijkte. Zijn boek werd in Duitsland een bestseller.
De fotomontagetechnieken van de communistische fotograaf Aleksandr Rodtsjenko, die propagandistische collages maakte voor Stalin. In het interbellum kwam de fotografie in dienst te staan van politieke ideologieën en werden typologieën populair (categoriseren door bijvoorbeeld alle watertorens in Nederland te fotograferen, of alle soorten rassen in nazi-Duitsland).
Enkele beroemde fotografen die verder nog aan bod komen in deel twee zijn de Fransman Eugène Atget (fotografeerde het veranderde centrum van Parijs) en Walker Evans (die de Depressie in de VS vastlegde).
Gesmolten fles
De derde documentaire gaat over de chaos van de Tweede Wereldoorlog, waarbinnen de fotojournalistiek (daarbij gaat het om vastleggen van actie) opkwam en menselijk leed geportretteerd werd. Met name de wereldberoemde foto’s van Robert Capa, die op geniale wijze D-Day vastlegde, passeren de ogen van de kijker.
Minder bekend zijn de indrukwekkende foto’s van de gevolgen van de atoombommen van Shomei Tomatsu, die het menselijk leed en de materiële schade in Nagasaki, Hiroshima en omgeving in beeld brengen. Zijn ‘melted bottle’ (een gesmolten fles uit Nagasaki die lijkt op een foetus) uit 1961 is een typerend icoon.
Ten slotte krijgt hier de best bezochte foto-expositie aller tijden, “The Family of Man” in New York in 1955, de nodige zendtijd. Uit cicra één miljoen foto’s selecteren de organisatoren 500 foto’s van 273 fotografen over allerlei menselijke taferelen. Wereldwijd trok de exhibitie negen miljoen bezoekers.
Naoorlogse periode: reizen
De laatste drie afleveringen op de tweede dvd, waarvan deze recensie de inhoud niet volledig verklapt, behandelen de periode vanaf het einde van de Tweede Wereldoorlog tot 2007. “Fotografische reizen” bleken trendy, mogelijk gemaakt door goedkope benzine, betaalbare auto’s en vliegtickets. Het maken van foto’s was een wild avontuur geworden en vond steeds meer plaatsen buiten de studio’s.
Het abstracte expressionisme van Robert Frank (die oude conventies losliet en scheve foto’s afdrukte) is boeiend, maar natuurlijk ook de naaktfotografie van Diane Arbus of de familiefotografie van Sally Mann.
De prachtige serie “Genius of Photography” eindigt met een filosofische reflectie op de invloed van digitale media en postmodernisme op de kiekjeswereld. Wereldwijd worden tegenwoordig jaarlijks minstens achttien miljard foto’s geschoten en online geplaatst. Dit roept allerlei ‘levensvragen’ op, zoals wat het betekent om fotograaf te zijn in het digitale tijdperk en wat foto’s eigenlijk nog waard zijn als ze zo massaal geproduceerd worden.