Je bent de klos! Dat krijg je te horen als er iets helemaal verkeerd gaat. Of als je bijvoorbeeld de pech hebt dat juist jij een vervelende taak moet uitvoeren die een aardig tijdje gaat duren. Waar komt de uitdrukking “de klos zijn” eigenlijk vandaan?
Harde bronnen over de herkomst van dit gezegde hebben wij niet kunnen vinden. Een – wat ons betreft – logische verklaring is echter te vinden in de wereld van de touwslagerij. Bij touwslagerijen werd vroeger, meestal met behulp van hennep, touw gemaakt. Een vast onderdeel in het maakproces vormde de klos. Deze hield de verschillende draden van het nieuwe touw bijeen.
Degene die bij de klos moest staan – en dus de spreekwoordelijke klos was – moest geregeld een heel eind met het touw meelopen. Sommige zogenoemde lijnbanen waren meer dan driehonderd meter lang. De arbeider die de klos was versleet in een jaar dus heel wat schoenzolen. Hij was de dupe…
Volgens andere lezingen wordt met klos eigenlijk ’teelbal’ of ‘kloot’ bedoeld. Daarmee zou de uitdrukking raakvlakken hebben met varianten als de sigaar, de pisang of de sjaak zijn.