Wie pech heeft en een klus moet uitvoeren die vervelend is en bovendien een aardig tijdje duurt is de klos. Waar komt de uitdrukking “de klos zijn” eigenlijk vandaan?
Harde bronnen over de herkomst van dit gezegde hebben wij niet kunnen vinden. Een – wat ons betreft – logische verklaring is echter te vinden in de wereld van de touwslagerij. Bij touwslagerijen werd vroeger, meestal met behulp van hennep, touw gemaakt. Een vast onderdeel in het maakproces vormde de klos. Deze hield de verschillende draden van het nieuwe touw bijeen. Degene die bij de klos moest staan – en dus de klos was – moest geregeld een heel eind met het touw meelopen. Sommige zogenoemde lijnbanen waren meer dan driehonderd meter lang. De arbeider die de klos was versleet in een jaar dus heel wat schoenzolen. Hij was de dupe…
Volgens andere lezingen wordt met klos eigenlijk ’teelbal’ of ‘kloot’ bedoeld. Daarmee zou de uitdrukking raakvlakken hebben met varianten als de sigaar, de pisang of de sjaak zijn.
Meer: historische uitdrukkingen en gezegden
Misschien ook leuk: Hoe wangelatich is het klootjesvolk?
…en: Wat is een lijnbaan?
Boekenrubriek: Taalgeschiedenis