“Een spook met een dikke buik”; dat was wat de corpulente nazibons Hermann Göring zag in één van de inktvlekken van de zogenoemde Rorschachtest. Deze inktvlekkentest werd hem na de oorlog afgenomen in zijn cel in Neurenberg, waar hij in afwachting was van zijn proces. Zijn behandelaar was de ambitieuze Amerikaanse legerpsychiater Douglas Kelley.
In “De nazi en de psychiater” wordt de relatie tussen Kelley en Göring nader beschouwd. De auteur van dit boek is de Amerikaanse journalist Jack El-Hai, die vooral schrijft over onderwerpen aangaande geschiedenis en medische wetenschap. In zijn recent in het Nederlands vertaalde boek uit 2013 heeft hij beide specialisaties gecombineerd. Behalve dat hij de psychiatrische behandeling van de voormalige rijksmaarschalk behandelt, geeft hij ook een indruk van hoe het er in de gevangenis van Neurenberg aan toe ging. Hier zaten behalve Göring ook 21 andere door het Internationale Tribunaal van Neurenberg aangeklaagde topnazi’s gevangen. Ook zij stonden van augustus 1945 tot januari 1946 onder behandeling van Kelley, die erop moest toezien dat de aangeklaagden geestelijk gezond genoeg waren om het proces aan te kunnen.
Jack El-Hai begint zijn boek met een beschrijving van de arrestatie van Hermann Göring in mei 1945. In het Derde Rijk had hij het gezag gevoerd over de Luftwaffe en daarnaast nog tal van andere titels en functies gehad. Als belangrijkste nog in leven zijnde nazileider, na de zelfmoord van Adolf Hitler, Heinrich Himmler en Martin Bormann, had hij verwacht met de egards van een staatsman door de westerse geallieerden behandeld te worden. Dat zou hem vies tegenvallen. Na zich overgegeven te hebben aan de Amerikanen werd de flamboyante nazi overgebracht naar een hotel in Mondorf-Les-Bains dat was ingericht als gevangenis en veelzeggend aangeduid werd als “Ashcan”. De twaalf koffers die hij had meegenomen, met daarin onder andere kostbare juwelen, zijden ondergoed en opzichtige uniformen, werden in beslag genomen. Tot zijn grote verontwaardiging was hem eerder al zijn rijk gedecoreerde maarschalksstaf ontnomen.
De ziel van nazileiders
In een reistas van Göring werd door de bewakers van Ashcan een voorraad van circa 20.000 pillen aangetroffen. Daaronder vooral de pijnstiller paracodeïne waaraan hij zwaar verslaafd was. El-Hai vertelt hoe psychiater Kelley zijn patiënt hielp om van zijn verslaving af te komen, eerst in Ashcan en later in de gevangenis van Neurenberg waarheen Göring en de anderen in augustus 1945 werden overgeplaatst. Maar het contact tussen de Amerikaan en de Duitser ging verder dan dat. De praatgrage nazi vond in de arts een intellectuele gelijke en een gewillige luisteraar. Kelley zag het niet enkel als zijn medische plicht om de verhalen van Göring en de andere gevangenen aan te horen, maar wilde ook de ziel van de nazileiders ontrafelen. Wat bezielde hen om te komen tot hun daden; lag er wellicht een psychiatrische afwijking ten grondslag aan hun meedogenloze en nietsontziende handelen? Ashcan en de gevangenis in Neurenberg waren een geweldig laboratorium voor Kelley’s onderzoek.
El-Hai verhaalt over hoe Kelley onder meer de (tegenwoordig controversiële) inktvlekkentest toepaste om zijn proefpersonen te onderzoeken. Bij deze in 1921 door de Zwitserse psychiater Hermann Rorschach geïntroduceerde methode worden symmetrische inktvlekken getoond die door de testpersoon geïnterpreteerd moet worden. Deze interpretatie helpt de behandelaar bij het vaststellen van de persoonlijkheid van de testpersoon en eventuele geestelijke ziekten. Mede dankzij deze test wist Kelley één van de gevangenen, Robert Ley (leider van het Duitse Arbeidsfront), te diagnosticeren met een hersenbeschadiging, omdat hij kleuren verkeerd had benoemd en verwarde beschrijvingen had gegeven. Nadat Ley op 25 oktober 1945 zelfmoord had gepleegd en er sectie op zijn lichaam was verricht, zond Kelley de hersenen voor nader onderzoek in een houten doosje per luchtpost naar een neuropatholoog in Washington DC. De diagnose van de psychiater werd bevestigd, hoewel die conclusie in 1947 alweer genuanceerd werd.
Niet bij Göring, die zeer creatief was in het interpreteren van de inktvlekken, en evenmin bij de overige gevangenen (Ley uitgezonderd) constateerde Kelley een psychiatrische afwijking. Zelfs niet bij de verwarde Rudolf Hess, die in 1941 op eigen houtje naar Engeland vloog voor vredesonderhandelingen en in Neurenberg geheugenverlies veinsde. El-Hai citeert de psychiater: “Hun karaktertrekken zijn zo gewoon dat, hoewel ze niet sociaal wenselijk gedrag vertonen, mannen die op hen lijken ook in Amerika te vinden zijn”. Tegenwoordig is dat een welbekend inzicht, onder meer gebaseerd op wat Hannah Arendt “de banaliteit van het kwaad” heeft genoemd. In haar boek “Eichmann in Jeruzalem” (1963) portretteerde de Duits-Amerikaanse filosofe Holocaustorganisator Adolf Eichmann als een beangstigend gemiddeld persoon. Het is fascinerend om te lezen dat Douglas Kelley ruim 15 jaar eerder vanuit de psychiatrische wetenschap een vergelijkbare conclusie velde over de nazileiders in Neurenberg.
Wat “De nazi en de psychiater” verder interessant maakt is de levensloop van Kelley die eveneens uitvoerig aan bod komt. De psychiater, die na zijn avontuur in Neurenberg in de Verenigde Staten een bekende criminoloog werd met een eigen televisieprogramma, blijkt meer overeenkomsten te hebben met Hermann Göring dan enkel zijn intelligentie en grenzeloze ambitie. Ook Kelley kende een duistere kant, die uiteindelijk zijn ondergang betekende. Verder laat de schrijver de lezer kennis maken met andere relevante personen, zoals de norse gevangenisdirecteur Colonel Burton C. Andrus, die zijn belangrijkste gevangene Göring omschreef als een “onnozele sukkel” en zich niets aantrok van diens vele klachten die met name het gevangeniseten betroffen. Ook het verdere reilen en zeilen in de gevangenis van Neurenberg, zoals de veiligheidsmaatregelen, wordt door El-Hai op intrigerende wijze uit de doeken gedaan.
Het is teleurstellend dat het boek een aantal feitelijke fouten bevat. Zo wordt de Amerikaanse hoofdaanklager aangeduid als opperrechter en wordt Wilhelm Frick, de minister van Binnenlandse Zaken, eenmaal verward met Hans Fritzsche, chef radio van het ministerie van Propaganda. Zelfs het jaartal van de nazimachtsovername wordt twee keer verkeerd weergegeven. Ondanks deze slordigheden, die ofwel aan de auteur, ofwel aan de vertaler toegeschreven moeten worden, is dit vlot geschreven boek het lezen absoluut waard. Jack El-Hai geeft een boeiend inkijkje in de cellen van Neurenberg en in de geest van de ex-nazileiders. Die geest was heel wat minder ziek of afwijkend dan ook tegenwoordig nog vaak aangenomen wordt. Dat blijft een onaangename waarheid die oproept tot waakzaamheid.
~ Kevin Prenger – Go2War2
- Boek: “De nazi en de psychiater”
- Lees hier het eerste hoofdstuk van het boek