De Romeinen en de strijdvaardige Kelten

Wee de overwonnene – Romeinen, Kelten en Germanen in de Lage Landen
6 minuten leestijd
Deel van afbeelding van Cernunnos op de Ketel van Gundestrup
Deel van afbeelding van Cernunnos op de Ketel van Gundestrup (CC BY-SA 3.0 – Malene Thyssen. – wiki)
Bij uitgeverij Omniboek verschijnt komende week het boek Wee de overwonnenen. Romeinen, Kelten en Germanen in de Lage Landen. Hierin vertelt de archeoloog Alexander van de Bunt het verhaal van de vroege bewoners van onze streken. Wij kennen deze volkeren vooral door de ogen van de Romeinen, met name via Julius Caesar en Tacitus. Maar wie waren de bewoners van de Lage Landen? Wat waren hun gebruiken? Welke taal spraken ze? Welke goden vereerden ze? En vooral: waar kwamen ze precies vandaan? Op Historiek een fragment uit het boek over de Kelten.

Strijdvaardige Kelten

Lang voordat Rome de bekende wereld had veroverd, werd het overgrote deel van Centraal-Europa in de ijzertijd bewoond door de Kelten. In de oudheid werden zij door de Grieken en Romeinen geportretteerd als angstaanjagende en oorlogszuchtige barbaren. De oude Kelten zelf lieten geen geschreven teksten achter, en dus was er voor hen geen enkele mogelijkheid om dit gegeneraliseerde beeld te corrigeren. Dankzij archeologisch onderzoek weten we inmiddels dat hun beschaving op maatschappelijk, economisch en religieus vlak lang niet zo primitief was als de Grieken deden voorkomen. Alleen al de manier waarop ze metaal wisten te bewerken, getuigt van hun technologische en artistieke kunnen. Uit archeologische veldverkenningen en opgravingen blijkt dat de Keltische landen bezaaid waren met dichtbevolkte nederzettingen, rijke landbouwgronden, vergaderplaatsen, (heuvel)forten en heiligdommen.

Keltische opgravingen in Galicië
Keltische opgravingen in Galicië (Publiek Domein – wiki)

Niemand weet waar de term ‘Kelten’ oorspronkelijk vandaan komt. In de vroegst overgeleverde antieke teksten spreken de Grieken over de zogenoemde Keltoi en Galatae. De Romeinen refereerden veelal naar de volkeren die zij Celtae en Galli noemden. In ieder geval weten we dat zowel de Grieken als de Romeinen doelden op de volkeren die ten noorden van de Alpen het overgrote gedeelte van continentaal Europa bewoonden. De Grieken en Romeinen hadden geen idee hoe ver het territorium reikte, zo was het bestaan van Brittannië en Ierland voor de komst van Julius Caesar in Gallië geheel onbekend. Pas in de zeventiende en achttiende eeuw werden deze gebieden door taalkundig en vroeg archeologisch onderzoek als Keltisch aangemerkt.

Gezamenlijke taal

‘Sommige stammen waren interregionale supermachten, zoals de Arverniërs en de Haeduers in Gallië’

Volgens taalkundigen waren de Kelten een verzameling van volkeren en stammen die gedurende het millennium voor onze jaartelling (1000-0 v.Chr.) en daarna een gezamenlijke, Keltische taal spraken. Welke taal of dialect iedere groep of stam precies sprak, is door de antieke auteurs niet vastgelegd, en bovendien waren de verschillende dialecten door de tijd heen onderhevig aan vele veranderingen. Het is duidelijk dat het zeker geen homogene groep van volkeren was, die samen een en dezelfde etnische identiteit deelden, wat onder andere het gevolg is van het grote verspreidingsgebied van de Keltische cultuur. Hoewel de verschillende volkeren en stammen veel met elkaar gemeen hadden op het gebied van verwantschap, materiële cultuur, religie en sociale structuren, bestonden ook grote verschillen tussen deze groepen. In de laatste eeuwen voor onze jaartelling ontwikkelden zich nieuwe politieke structuren onder de Keltische stammen, die konden variëren leiding door lokale stamhoofden tot stammen met een gecentraliseerd bestuur. Sommige stammen waren interregionale supermachten, zoals de Arverniërs en de Haeduers in Gallië.

Druïdisme

Het druïdisme was lang niet zo wijdverspreid in de Keltische wereld als vaak gedacht wordt, het beperkte zich tot Noordwest-Europa. Uit de oorlogsverslagen van Caesar weten we dat deze religieuze leer mogelijk uit Brittannië afkomstig was en ver voor de komst van de Romeinen moet zijn overgewaaid naar Gallië. Keltische stammen in het oosten en zuidwesten van Europa waren onbekend met de rituelen en rechtspraak van de druïden.

Wanneer kunnen we nu spreken van de Kelten? Historisch gezien verschenen zij rond het jaar 500 v.Chr. toen ze werden genoemd in een tekst van de Griekse geschiedschrijver en geograaf Hekatoios van Milete. In zijn werk beschrijft hij de stichting van de Griekse kolonie Massilia in het gebied van Liguriërs, nabij het land van de Kelten. Al rond dat tijdstip hadden de Kelten zich verspreid over het Alpengebied, Frankrijk, Zuid-Duitsland en delen van Spanje. Binnen de archeologie worden deze vroege Kelten veelal gerekend tot de zogenoemde Hallstatt-cultuur (1200-475 v.Chr.), vernoemd naar de gelijknamige vindplaats in Oostenrijk.

Deel van afbeelding van Cernunnos op de Ketel van Gundestrup
Deel van afbeelding van Cernunnos op de Ketel van Gundestrup (CC BY-SA 3.0 – Malene Thyssen. – wiki)

La Tène

Rond het begin van de vijfde eeuw v.Chr. ontstond in Midden-Europa een nieuwe Keltische cultuur, vernoemd naar de nabijgelegen archeologische vindplaats van La Tène aan het Zwitserse Meer van Neuchâtel. Op deze plek werden in de negentiende eeuw door een verlaging van de waterstand meer dan 12.000 archeologische voorwerpen aangetroffen. Net zoals de Hallstatt-cultuur, wordt de La Tène-cultuur gekarakteriseerd door rijk ingerichte graven met wapens, mantelspelden, gespen, werktuigen, bronzen ketels en voorwerpen die getuigen van uitgebreide handelscontacten met de mediterrane wereld. Vanwege deze rijkdommen is in het verleden weleens gedacht dat La Tène een belangrijke handelsplaats moet zijn geweest; recent onderzoek toont aan dat een religieus heiligdom vele malen waarschijnlijker is. In de vijfde eeuw v.Chr. bestond het kerngebied van La Tène uit Oost-Frankrijk, Zuid-Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk. Vanaf daar verspreidde het zich verder over het Europese continent. De territoriale expansie van de La Tène-kunst over een groot gebied kan in plaats van het bewijs voor migrerende Kelten ook gewoonweg een modeverschijnsel zijn geweest. In ieder geval is het de materiële cultuur waarmee de Kelten zowel in de oudheid als tegenwoordig worden geassocieerd.

‘De gebeurtenissen van dat jaar en latere conflicten met de Kelten zorgden in Rome voor een grote angst voor alles wat Keltisch of Gallisch was’

Vlak na het jaar 400 v.Chr. trokken de Kelten massaal over de Alpen om zich te vestigen in de Povlakte in Noord-Italië. Al gauw zouden zij een bittere nasmaak bij de Romeinen nalaten, want in 390 v.Chr. werd Rome geplunderd door de Keltische stam van de Senones onder leiding van Brennus. De Romeinen betaalden hun een forse goudschat van 500 kilogram om hen ervan te overtuigen de stad te verlaten en zich terug te trekken uit het Romeinse grondgebied. De gebeurtenissen van dat jaar en latere conflicten met de Kelten van Noord-Italië zorgden in Rome voor een grote angst voor alles wat Keltisch of Gallisch was. Je zou zelfs kunnen spreken van een soort van ‘barbarofobie’, een traumatische afkeer die van generatie op generatie onder de Romeinen in leven werd gehouden. Vanaf dat moment keken de Romeinen met argusogen naar het noorden, zeker als ze nieuws vernamen over ‘barbaarse’ hordes die vastbesloten waren om naar het zuiden te trekken. Dit vijandbeeld moet later zeker hebben bijgedragen aan het veiligheidsargument van ambitieuze generaals en provinciale gouverneurs om de grenzen van het Rijk naar het noorden te verleggen.

Keltische verspreiding tussen de zesde en eerste eeuw v.Chr.. Uit: Wee de overwonnenen
Keltische verspreiding tussen de zesde en eerste eeuw v.Chr.. Uit: Wee de overwonnenen

Niet alleen het nog jonge Rome viel ten prooi aan de Keltische expansie, ook de Grieken kregen te maken met groepen Keltische krijgers die brandend en plunderend door hun land heen trokken. Rond het begin van de derde eeuw v.Chr. trok een grote alliantie van Keltische stammen het Balkangebied binnen, waarna ze Griekenland aanvielen en het heiligdom van Delphi in 279 v.Chr. plunderden. Diezelfde Kelten durfden ook de overtocht naar Anatolië te wagen, waar ze zich na lange omzwervingen vestigden als de Galaten.

Oprukkende Germanen

Wee de overwonnenen
Wee de overwonnenen
In de derde eeuw v.Chr. strekte de Keltische wereld zich uit van Ierland tot aan het huidige Hongarije. Tegen het einde van de derde eeuw en in de loop van de tweede eeuw v.Chr. zou er een einde komen aan de grootschalige expansie van de La Tène-Kelten. Vanuit het noorden kwamen ze onder toenemende druk te staan van de oprukkende Germanen, en in het zuiden begonnen de Romeinen met de verovering van het Middellandse Zeegebied.

In de loop van de tweede eeuw v.Chr. begonnen de Romeinen met de verovering van Spanje. Later richtten ze ook hun aandacht op de verovering van Anatolië, waar het gehelleniseerde koninkrijk van de Galaten in 80 v.Chr. bijna werd vernietigd door het koninkrijk van Pontus. De grootste klap voor de Kelten kwam in 58 v.Chr., toen de Romeinse legioenen onder leiding van Julius Caesar in de Romeinse provincie Gallia Narbonensis Gallië binnenvielen. Tegen het einde van de eerste eeuw viel het overgrote deel van de Keltische wereld onder de invloed en macht van het Romeinse Rijk.

~ Alexander van de Bunt

Boek: Wee de overwonnenen – Alexander van de Bunt

Bekijk dit boek bij:

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×