In 1959 organiseerde een groepje Indische Nederlanders de Pasar Malam Tong-Tong in de Haagse Dierentuin. Het moest een podium worden voor de Indische cultuur in Nederland. Het werd een succes. Nu, ruim een halve eeuw later, vindt het festival plaats op het Malieveld onder de naam Tong Tong Fair en is het meer dan een viering van de Indische cultuur. Er is een Eetwijk, er wordt gedanst en er zijn tal van kraampjes met batik, spekkoek en specerijen. Maar de 57e Tong Tong Fair biedt meer. Er is namelijk ook aandacht voor de Indo-Europese en Indonesische geschiedenis.
“Onderdeel van de vaderlandse geschiedenis”
Stichting Tong Tong, opgericht door Tjalie Robinson in 1960, is de drijvende kracht achter het festival. Als oudste Indische culturele organisatie in Nederland bevorderen zij de kennis over Indische cultuurgeschiedenis. Volgens de Stichting is de “Indische cultuur een onlosmakelijk deel van de Nederlandse cultuur” en “Indische geschiedenis een onderdeel van de vaderlandse geschiedenis.”
“De Indo-Europese geschiedenis begint voor ons al vóór de Nederlandse ontdekking van de route naar de Oost, namelijk in de Portugese tijd. Veel Indische cultuurverschijnselen hebben hun geboorte in die pre-Nederlandse tijd,”
…aldus persvoorlichter Florine Koning. Sinds de band tussen Nederland en Indonesië begin jaren zeventig is hersteld, wordt er ook aandacht besteed aan het moderne Indonesië. Indonesische schrijvers, kunstenaars, theatermakers en activisten krijgen een podium. Samen onderzoeken zij het koloniale én postkoloniale verleden van de Indonesische archipel doormiddel van debatten, interviews en bezielende voordrachten.
Tussen bewondering en kritiek
De kritische inslag van de culturele programmering maakt het festival tot een must voor liefhebbers van Indo-Europese en Indonesische geschiedenis. Stichting Tong Tong is verantwoordelijk voor de programmering in het Tong-Tong-Theater. Koning:
“We nodigen ook mensen uit die kritisch zijn op de koloniale tijd, Nederland of Indonesië nu.”
Een voorbeeld daarvan is historica Vilan van de Loo, die op het festival haar biografie Pa: Johannes ‘Pa’ van der Steur (2015) presenteerde.
Johannes van der Steur ving ruim 7.000 Indo-Europese weeskinderen op in tehuizen in Nederlands-Indië. En nog steeds dragen weeshuizen in Indonesië zijn naam. Dit jaar is hij een van de historische personen die eruit springt in het programmaboekje. In het Cultuurpaviljoen is een foto-expositie over Van der Steur en op donderdag 4 juni wordt er een Skype-verbinding gelegd met het kindertehuis Yayasan Pa van der Steur in Jakarta. Er is veel geschreven over ‘Pa van der Steur’ en zijn ‘Steurtjes’, vooral in lovende bewoordingen. Van de Loo plaatst daar kanttekeningen bij. Sommige Steurtjes werden namelijk onder dwang opgevangen en ze waren lang niet altijd wees.
Precies dit spanningsveld tussen bewondering en kritiek wordt in het Tong-Tong-Theater op prikkelende wijze opgezocht.