De verhalen van moderne indiaanse stadsbewoners

Er is geen daar daar – Tommy Orange
3 minuten leestijd
Pow Wow in Amerika, 2005 (wiki - Smithsonian Institution)
Pow Wow in Amerika, 2005 (wiki - Smithsonian Institution)

In Tommy Oranges debuutroman Er is geen daar daar volgen we twaalf hedendaagse natives, afstammelingen van Cherokee-indianen. Op een Pow Wow in Oakland, een indianenfestival, horen we hun levensverhaal.

“Het indianenverleden, vol tradities en mythen, is als een soort reddingsboei, als iets dat houvast, grip of oriëntatie in het heden biedt.”

Dene Oxedene, een twintiger met Indiaanse roots, wint in een subsidieproject een paar duizend dollar. Met dat geld wilt Dene, in navolging van zijn zojuist overleden oom, een cinematografisch project lanceren op een festival voor indianen, een zogenoemde Pow Wow, in de stad Oakland. Hij schaft een goede filmcamera aan, gaat naar het festival, stelt zijn statief op en laat passanten hun verhaal voor de camera vertellen. Doel van het project is het verzamelen en beschikbaar maken van verhalen, zodat mensen van de indianengemeenschap die kunnen zien, want “als je verhalen hoort van mensen zoals jij voel je je niet zo alleen.”

Stadsindianen

Het zijn (uiteraard) geen met vredespijp en verentooi uitgeruste, stereotype indianen, die aan het woord komen. Het zijn natives: weliswaar veelal afstammend van de Cherokees, maar veelal geboren en getogen in Oakland. Stadsindianen dus.

Geen journalistiek, geen sturende vragen, geen ingestudeerde antwoorden, geen luisteraars. Alleen de passanten en de camera in een festivaltent op een Pow Wow in Oakland. Zij vertellen ongestuurd en ongestoord hun verhaal. Achteraf luistert Dene de verhalen terug, tikt ze uit op z’n laptop en stelt ze online beschikbaar om zo de indianengemeenschap weer zichtbaar te maken, uit de vergetelheid te halen. Tegelijkertijd is het delen van de verhalen een aanmoediging, een steuntje in de rug, voor de rest van de community, die versplinterd, beschadigd en verstopt in Oakland leeft.

Indentiteit

De natives kampen met tal van problemen: gebroken gezinnen, armoede, verslavingen (alcohol, drugs, game- en eetverslavingen), racisme, geweld en criminaliteit. Al die ellende komt voort uit één overkoepelend probleem: niet weten wie je bent, waar je vandaan komt en waar je thuis hoort – identiteitsproblematiek dus.

In meer of minder woorden beschrijven de Cherokee-afstammelingen een onbestemd gevoel van heimwee. Ze halen mooie herinneringen op aan oude plaatsen en lang gestorven voorouders, maar het is onmogelijk om terug te keren naar plaatsen die onherroepelijk veranderd zijn, die niet meer bestaan, of naar voorouders, die tot stof zijn vergaan. Daar is geen daar meer.

Tradities

Ze vertellen ook over hun dubbelzinnige, haast schizofrene, verhouding met tradities en symboliek: hoe het enerzijds zorgt voor een ‘sense of belonging’ en hoe het anderzijds een obstakel vormt om in het heden een plekje te vinden.

Het indianenverleden, vol tradities en mythen, is als een soort reddingsboei, als iets dat houvast, grip of oriëntatie in het heden biedt. Maar het is evengoed als eeuwenoude bagage, die je als vol gewicht met je mee torst, en waar verwachtingen en verplichtingen aan kleven. Als een anker uit het verleden, dat je verzwaart, verstikt, in datzelfde verleden, en waardoor je maar beperkt bewegingsruimte hebt in het heden.

Onrecht

Er is geen daar daar
Er is geen daar daar
Via de band van de natives met hun verleden, leren we ook veel over de aard van hun verleden. Over hoe de ‘witte man’ hun gebieden heeft opgepakt, hoe indianen werden vergiftigd en vermoord, hoe hun verminkte lijken als waarschuwingen en als trofeeën werden tentoongesteld, hoe indianen vijfhonderd jaar later gedwongen werden om naar de stad te verhuizen om te assimileren, op te lossen, en zo voorgoed te verdwijnen.

Je begrijpt tevens wat voor een enorm onrecht de indianen is aangedaan. De roman maakt dat, juist door niet te expliciet met een beschuldigende vinger te wijzen naar de ‘witte man’, bijzonder invoelbaar. Juist die relatief sombere en misschien zelfs berustende toon, maakt de roman bijzonder, bijzonder schrijnend ook, en pijnlijk. Het is goed dat Orange op deze manier het verhaal – de vele verhalen – van de stadsindianen verteld.

Er is geen daar daar is een kunstig mozaïek van heden én verleden, van verdwijnen en voortleven, van ontworteld raken en vertrouwd voelen. Een voortreffelijke, ontroerende roman.

Boek: Er is geen daar daar – Tommy Orange

Mark Barrois (1994) studeerde geschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Na het volgen van de master ‘Actuele Geschiedenis’ vervolgde hij zijn studie met de interdisciplinaire master ‘Politiek & Parlement’. Inmiddels heeft hij die master ook succesvol afgerond. Zijn interesse gaat onder meer uit naar het functioneren van de lokale democratie en het openbaar bestuur. Met name het thema ‘burgerparticipatie’ spreekt hem daarbij aan. LinkedIn-profiel

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×