Dat Don Bamberg (1920-2013) de Tweede Wereldoorlog overleefde mag gerust een wonder genoemd worden. Na in 1941 door de Duitse bezetter vanwege verzetsactiviteiten gearresteerd te zijn, verbleef de Nederlander van november 1942 tot het einde van de oorlog in negen verschillende concentratiekampen. Honger, uitputtende dwangarbeid, pesterijen, afranselingen en ziekte; hij doorstond het allemaal en keerde in mei 1945 als vrij man terug in Nederland. In 2015 werden zijn kampmemoires voor het eerst volledig en ongewijzigd gepubliceerd.
‘Don Bamberg’ is de titel van het ruim 300 pagina’s tellende boek dat de zoon van de schrijver in eigen beheer uitbracht bij Brave New Books. Al in 1985 werd door Van Holkema & Warendorf onder de titel ‘Dossier NN: Nacht und Nebel’ een ingekorte versie uitgegeven, die 280 pagina’s telde. In 2010 werd een herdruk gepubliceerd door Stichting Oktober 44. Het boek, getiteld ‘Dossier NN: Spoorloos in Hitlers Derde Rijk’, bevatte meer tekst dan de eerdere uitgave en besteedde speciale aandacht aan de in oktober 1944 vanuit Putten gedeporteerde mannen, in het bijzonder Cor van Drie. De schrijver ontmoette laatstgenoemde in het concentratiekamp Aurich-Engerhafe, waar de Puttenaar stierf aan dysenterie. Een Duitstalige versie van het eerste boek verscheen als ebook in 2015 bij Amazon, een Engelse versie volgt nog.
De recente Nederlandstalige uitgave van het complete manuscript telt twee versies: een gedrukte en een ebook. De digitale versie werd uitgebracht zodat ook lezers met een kleine beurs het boek kunnen lezen. Dat is een loffelijk streven, want het boek verdient het om door een groot publiek gelezen te worden. Op nuchtere toon behandelt de schrijver zijn ervaringen gedurende zijn gevangenschap. Geen filosofische bespiegelingen of literaire kunstjes, maar de zuivere feiten zoals de schrijver die zich na de oorlog nog herinnerde. Een monotone verhandeling is het echter zeker niet. Op heel indringende wijze schetst Don Bamberg een huiveringwekkend beeld van hoe het eraan toeging in de concentratiekampen. Zonder details te verhullen vertelt hij over de kapo’s met losse handjes, de vernederingen, de lichamelijke ontberingen en de afschuwwekkende hygiënische omstandigheden. Ook maakt hij duidelijk hoe je door goede connecties en speciale talenten een grotere kans had op overleving.
Bambergs gevangenschap begon in 1941, toen hij werd opgepakt en door een Duitse militaire rechtbank ter dood veroordeeld vanwege spionage. Voor het verzet had hij tekeningen gemaakt van Duitse gevechtsstellingen, die werden doorgegeven aan de geallieerden. Dertien maanden verbleef hij in de dodencel in het Huis van Bewaring Weteringschans in Amsterdam, voordat zijn straf in levenslang werd omgezet. Zijn leven was hij echter allerminst zeker, want als ‘Nacht-und-Nebel’-gevangene moest hij van de aardbodem verdwijnen. Hij belandde achtereenvolgens in meerdere beruchte concentratiekampen, waaronder kamp Amersfoort, Buchenwald en Dachau. In veel kampen wist hij te overleven dankzij zijn contacten met prominente gevangenen die hem baantjes toespeelden vanwege zijn goede kennis van de Duitse taal. Zo werkte hij in Buchenwald als typist op de afdeling die zich bezighield met de kledingdistributie voor gevangenen en was hij in Dora-Mittelbau het administratieve hulpje van de gevangenenarts.
Gedurende zijn lange gevangenschap wist Bamberg echter niet altijd de juiste baantjes te bemachtigen en bleef niets van de gruwelijkheden van de kampen hem bespaard. In het Aussenkommando Aurich-Engerhafe, ondergeschikt aan het hoofdkamp Neuengamme, werden hij en zijn medegevangenen in het najaar van 1944 gedwongen tot het graven van een diepe tankgracht. Het regende er aanhoudend, er was geen warm eten en in de van luizen vergeven barakken lagen de aan dysenterie lijdende mannen in hun eigen vuil. De schrijver ontsnapte zelf ook niet aan dysenterie en beschrijft hoe hij tijdens het graafwerk telkens stiekem zijn behoefte deed, die bestond uit bloederige diarree. Door zichzelf op een dieet te zetten van uitgedroogd brood en kleine slokjes surrogaatthee wist hij de ziekte te overwinnen, hoewel zijn lichaam wel een zware tol had betaald.
Menselijkheid ontnomen
Eén van de meest afschuwwekkende fragmenten in het boek gaat over het tien dagen durende transport vanuit Neuengamme naar Gross-Rosen in januari 1944. Bamberg en zijn medegevangenen waren met ongeveer 100 man tegelijk in een afgesloten veewagon gepropt. Ze kregen onderweg nauwelijks te drinken en niets te eten. Hun behoefte moesten ze doen op een ton in de hoek van de wagon, die vanzelfsprekend al snel overliep zodat de gevangenen hun behoefte op de grond deden, waar het tussen de kieren naar buiten wegliep. De trein stond tussendoor vele uren stil en geallieerde bombardementen zorgden voor vele angstige momenten. Als gevolg van de aanhoudende honger en uitputting hadden ze geen zitvlees meer over, waardoor zitten op de houten ondergrond ondraaglijk pijn deed. Een uitkomst waren daarom de lichamen van medegevangenen die tijdens de nachtmerrieachtige reis stierven. Afgedekt met kledingstukken vormden ze lugubere banken voor de gevangenen, wier menselijkheid hen door de nazi’s was ontnomen.
Ondanks een enkele tik- of drukfout is de in een duidelijk lettertype weergegeven tekst prettig leesbaar, zeker als je beseft dat het manuscript toch al enige tijd geleden is geschreven en niet het werk is van een professioneel schrijver. Op de kaft is gekozen voor een opvallende tekening van Herbert Müller van een wachttoren en een prikkeldraadhek, duidelijke symbolen van de concentratiekampen. De kunstenaar, die zelf van na de oorlog is, maakte meerdere tekeningen en schilderijen van het concentratiekamp Engerhafe, het kamp dus waar Bamberg werd ingezet bij het graven van een tankgracht.
Wie een aangrijpend verslag uit de eerste hand van de Duitse concentratiekampen wil lezen, moet het boek van Don Bamberg lezen. Naast informatie over het concentratiekampsysteem, zoals de indeling van gevangenen in groepen die herkenbaar waren aan verschillend gekleurde driehoeken op hun kampkloffie, bevat het tevens feiten over het algemene verloop van de oorlog. Uit de mond van een Tsjechische kamparts tekent de auteur ook een interessante psychologische bespiegeling op het daderschap op. “Wat de nazi’s hier hebben laten zien aan ontaarding van de mens is geen Duits monopolie”, zo verklaarde de Tsjech aan zijn medegevangene.
“Ook andere naties kunnen degenereren, net als de Duitse, als de omstandigheden en voorwaarden maar aanwezig zijn, want al deze eigenschappen leven helaas in velen van ons!”
Een wijze les, niet enkel voor Bamberg zelf, die Duitsers vooral zag als “beestmensen”, maar zeker ook voor de lezer van zijn boek voor wie deze beschouwing nog altijd actueel is.
– Go2War2
Boek: Don Bamberg. Ik overleefde de dodencel en negen concentratiekampen