Wie door de mand valt, wordt betrapt. De persoon in kwestie wordt bijvoorbeeld ontmaskerd als leugenaar of oplichter. Aanvankelijk probeert men de leugen wellicht nog overeind te houden, maar door duidelijke tegenargumenten valt uiteindelijk het fundament onder het verhaal weg. De leugenaar valt door de mand… De herkomst van deze uitdrukking is niet helemaal duidelijk. Er zijn meerdere (interessante) verklaringen.
Een van de verklaringen is te vinden in De volksvermaken van schoolmeester en geschiedschrijver Jan ter Gouw (1814-1894). In dit werk wordt melding gemaakt van een oude straf, waarbij een veroordeelde in een mand boven het water werd gehangen. Eten of drinken kreeg de ongelukkige niet mee, maar wel een mes. Ter Gouw:
“Pas hing hij er, of alle krengen en welriekende vuiligheden, die de jongens magtig konden worden, vlogen hem om de ooren en vulden zijn mand. Als hij ’t niet langer uit kon houden, sneed hij met zijn mes het touw door, en plompte in de gracht, en spartelde naar den kant, maar werd, eer ’t hem gelukte er uit te komen, vijfentwintigmaal teruggeworpen en weêr ondergeduwd. Eindelijk klonk ’t: ‘laat hem nou loopen!’ En de stumpert moest nu een harddraverij houden naar de poort, door de razende menigte gevolgd en met een hagelbui van steenen begroet, totdat hij de poort uit en vrij was, onder voorwaarde, dat hij er nimmer weêr in kwam.”
Ook de vermaarde Nederlandse taalkundige F.A. Stoett wijst in zijn Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925) voor de herkomst van de uitdrukking “door de mand vallen” op bovenstaande verhaal.
Stropoppen
Er is echter nog een verklaring. Deze is onder meer te vinden in K. ter Laan’s Nederlandse Spreekwoorden, zegswijzen en spreuken. Daar wordt gewezen op zogenaamde boerenboeldagen in het Groningerland. Daarbij zouden jongeren soms een strooien pop door een oude zeef of korf (mand) laten glijden, om meisjes te bespotten die zonder vrijer naar het feest waren gekomen of hun vrijer kort daarvoor hadden afgewezen.
Stoett wijst ook op een oud gebruik waarbij meisjes een ongewenste vrijer een bodemloze mand stuurden. Hoe de uitdrukking ‘door de mand vallen’ in de loop der tijd zijn huidige betekenis heeft gekregen, is onduidelijk. Wel duidelijk is dat de mand lange tijd symbool heeft gestaan voor afwijzing.
Ook interessant: Nico Broekhuysen (1876-1959) – Bedenker van het korfbal
…of: In de aap gelogeerd zijn
Handig: Lijst met historische uitdrukkingen en gezegden
Boekenrubriek: Taalgeschiedenis
Bronnen ▼
-Nederlandse spreekwoorden, spreuken en zegswijzen – K. ter Laan
-https://www.dbnl.org/tekst/gouw002volk01_01/