Fotograaf: C.J. Hofker – Spaarnestad Photo
In de Gouden Eeuw groeide Amsterdam uit tot een centrum van jenever- en likeurstokerijen. Dankzij de handelsmissies van de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) waren er niet alleen zeelieden in de stad te vinden, maar werden er ook veel ingrediënten geïmporteerd voor de drankjes die worden geschonken; citrusvruchten, exotische specerijen en zelfs goud- en zilversnipppers. Een van Amsterdams beroemdste stokerijen sinds die tijd is Van Zuylekom, gevestigd in de kleine bedrijfspanden van het ‘Rinsche Anijsvat’ aan de Anjeliersgracht (nu Westerstraat).
‘Ome Zuyl’
In het Rinsche Anijsvat stookte men bijna drie eeuwen lang likeuren en jenevers. De distilleerderij, ooit in eigendom van Jacob Bols, werd in 1754 overgenomen door Frederik van Zuylekom. Het bedrijf ontwikkelde zich tot een likeurstokerij van wereldfaam. De laatste eigenaar was Erik Blaisse (1922), in Amsterdam bekend als ‘Ome Zuyl’. Hij dreef de firma dertig jaar, en bouwde in die tijd ook een unieke verzameling op van antieke glazen en flessen. In 1982 viel voor het bedrijf het doek, vanwege onder andere vergrote concurrentie, prijsverlagingen en distributieproblemen.
De presentatie in het Amsterdam Museum laat de historie zien van het ambachtelijk Amsterdams bedrijf. Bezoekers krijgen onder meer een indruk van de kunst van het distilleren door de eeuwen heen. Op de binnenplaats worden flessen, etiketten, foto’s en correspondentie tentoongesteld uit de rijke privéverzameling van Blaisse, aangevuld met objecten uit de Van Zuylekom-collectie van het Amsterdam Museum.
De presentatie is van 15 augustus tot en met 15 oktober te zien op de binnenplaats van het museum. Zie ook amsterdammuseum.nl
