Drugshandel in Azië was ‘kip met gouden eieren’ voor Nederlanders

De vele verleidingen van Opium
7 minuten leestijd
Opiumhoudend melksap
Opiumhoudend melksap (CC BY-SA 4.0 - George Chernilevsky - wiki)

Het boek Rook en As. De verborgen geschiedenis van opium zet de Nederlander weer even op zijn plaats. En wel: op de plaats waar wij in het verleden in de wereld stonden. Samen met de Engelsen waren de Nederlanders in niet geringe mate verantwoordelijk voor de verspreiding van opium.

Als verdovingsmiddel was opium op medisch gebied een uitkomst, waarbij veel mensen baat hebben (gehad), maar als krachtige drug en genotmiddel was het een verslavende ramp, die eindeloos veel levens vernietigde. Gosh laat in dit boek zien welke grote rol opium speelde in de handel van de Engelse kolonialen en de VOC. Het beïnvloedde niet alleen het leven van boeren in hele grote Indiase regio’s, waar de papaver op grote schaal gekweekt werd, maar ook het leven van arbeiders die onder mensonterende omstandigheden in twee grote Indiase verwerkingsfabrieken werkten (lange dagen, kwalijke dampen) en het leven van onder andere veel (Chinese) mensen die door de import ervan verslaafd raakten. Met een ‘frisse, niet Europese blik’ beziet de vooraanstaande Indiase schrijver Amitav Gosh dit intrigerende fenomeen.

Geestelijke verslaving

Dit boek, met een historisch onderwerp, gaat niet over slavernij, waarover de laatste tijd veel boeken verschijnen, maar over met name de Engelse en Nederlandse koloniale macht, die als ‘aanjager’ van de verbreiding van opium fungeerde en leidde tot andere vormen van slavernij, namelijk lichamelijke en geestelijke verslaving maar ook ‘economische’ slavernij van boeren, die slechts een hongerloon ontvingen voor hun oogst en totaal afhankelijk waren van de VOC.

Auteur Amitav Ghosh in 2017
Auteur Amitav Ghosh in 2017 (CC BY-SA 3.0 – Gage Skidmore – wiki)
Gosh schenkt ook aandacht aan het profijt dat de Engelsen hebben gehad van de uit China geïmporteerde thee, die door hen daar geïntroduceerd werd en als exportartikel een succes was, maar pas in de jaren veertig van de vorige eeuw populair werd in India zelf (in de achttiende en negentiende eeuw was de belasting op thee goed voor bijna een tiende van de Britse inkomsten). De auteur weet de imperialistische macht en koloniale dominantie die leidden tot de verspreiding van opium haarfijn te fileren. Zo schrijft hij onder andere:

De Nederlanders waren dus de eersten die ontdekten dat de vraag naar opium en opiaten onstuitbaar kan groeien zodra de voorraden makkelijk beschikbaar worden gemaakt

We waren de grootste opkopers van opium in Oost-India: ‘Er wordt geschat dat ze in de achttiende eeuw bijna vijf miljoen kilo opium hebben verkocht in de Indonesische archipel.’ En over de daarmee gepaard gaande winsten:

Het opiummonopolie van de V.O.C. was een kip met gouden eieren voor Nederlandse ambtenaren en particuliere handelaren (…) in 1790 ging een gouverneur-generaal terug naar Holland met tien miljoen gulden – ‘een Bill “Gates-fortuin” op basis van de huidige waarde.

In sommige jaren werd er door het Nederlandse koloniale regime 742% winst gemaakt op opium.

Binnen de VOC werd een club opgericht, waarvan de leden speciale privileges kregen; wat Gosh ‘vriendjeskapitalisme in zijn meest geavanceerde en ingenieuze vorm’ noemt: Willem IV, Prins van Oranje, ontving een aanzienlijk aantal aandelen waaruit hij en zijn nageslacht enorme winsten haalden.

Verse opium
Verse opium

Geheim

De opiumhandel werd op allerlei manieren uit het zicht gehouden. In Calcutta stroomde opium als een ‘spookachtige rivier’, onopgemerkt door de lokale bevolking, en in Europa bleef het vrijwel onzichtbaar omdat de handel zich grotendeels in Azië afspeelde. Volgens Gosh wisten de Europese imperia daarnaast opmerkelijk goed de historische feiten wit te wassen.

Hij toont ook via zijn eigen familiegeschiedenis hoe opium overal in geworteld was en is. Daarin terug gravend constateert hij dat bijvoorbeeld zijn eigen opa als advocaat veel zaken behandelde die met papavervelden hadden te maken. Op meerdere plaatsen toont hij aan hoe gigantisch de omvang van de opiumhandel was.

Toen Indiase boeren rond 1770 op grote schaal overschakelden van rijst naar papaverteelt, droeg dat bij aan een hongersnood in Bengalen met tien miljoen doden tot gevolg, en twee jaar later waren de boeren gedwongen hun oogsten tegen woekerprijzen te verkopen aan de VOC. Opium was vanaf de jaren dertig tot de jaren tachtig van de achttiende eeuw het belangrijkste exportartikel van het koloniale regime, met een gemiddelde van twintig tot dertig procent en in die periode van vierduizend tot negenduizend kisten gestegen.

Twee arme Chinese opiumrokers, 19e eeuw. Gouache op rijstpapier.
Twee arme Chinese opiumrokers, 19e eeuw. Gouache op rijstpapier. (CC BY 4.0 – Wellcome Collection – wiki)

Doorwerking

Het opium-areaal in Bengalen uitgroeide tot tweehonderdduizend hectare, waar ruim een miljoen boerengezinnen onder dwang bij betrokken waren, zo’n vijf tot zeven miljoen mensen, die niets anders mochten verbouwen en ‘helemaal niets verdienden aan het verbouwen van deze enorm waardevolle grondstof, maar zelfs aanzienlijke verliezen leden op hun oogst’. Bovendien leidde dit afgedwongen systeem tot grote vormen van corruptie, waarbij de boeren gecriminaliseerd werden. Gosh:

De langetermijneffecten manifesteren zich tot op de dag van vandaag in de tweedracht en het gebrek aan sociaal vertrouwen die een groot deel van Bihar, Utar Pradesh en Jharkhand teisteren. (…) Tot op heden zijn er in de voormalige ‘papavergebieden’ minder basisscholen, gezondheidsfaciliteiten en meer analfabeten.

Ook nam in India, met name waar het verbouwd werd, het binnenlandse opiumgebruik sterk toe, en: ‘De scheve en ongelijke ontwikkeling van het Indiase subcontinent is dus rechtstreeks terug te voeren op het koloniale beleid…’

De arbeiders die werkten in de opium verwerkende fabrieken werden slaperig en lusteloos van de vrijkomende opiumdampen en bij veel Zuidoost Aziatische arbeiders in mijnen en op plantages maakte opium hen ongevoelig voor de pijn en uitputting. Ze konden zich zo letterlijk doodwerken zonder veel pijn te voelen.

Opiumvernietiging in Humen, 1839
Opiumvernietiging in Humen, 1839

Toen keizer Lin Zexu in 1839 een opiumverbod uitvaardigde werd er aan voorraden 10.715.000 kilo opium vernietigd. In China was opium tot dan goed voor 57% van de Chinese import. Eind jaren tachtig van die eeuw voldeed de export vanuit India om dertien tot veertien miljoen consumenten in China en Zuidoost Azië opium te kunnen laten roken.

Een Brits parlementslid beschreef in 1889 de opiumfabriek in Patna: ‘Op een binnenplaats zagen we voldoende opium om met een dosis zeven miljoen sterke mannen te doden, en er was genoeg op het terrein om de hele bevolking van India uit te roeien.’ Volgens Gosh heeft Mumbai zijn bestaan grotendeels te danken aan de opium, doordat het ‘een medeplichtige werd aan het drogeren van talloze Chinezen met opium, een onderneming waarin de Indiase zakenklasse grote ijver aan de dag legde aan de zijde van de East India Company.’

In 1860, na de Tweede Opiumoorlog, tekende China een verdrag met Engeland, waarbij het feitelijk gedwongen werd de opiumteelt te legaliseren, wat leidde tot een enorme uitbreiding van de teelt in China, dat met 7/8 wereldaandeel begin twintigste eeuw de grootste producent werd. Miljoenen (er is zelfs een schatting van 200 miljoen) Chinezen gebruikten opium.

Hedendaagse Oxycodon-medicatie
Hedendaagse Oxycodon-medicatie (CC BY-SA 4.0 – GeoTrinity – wiki)

In de tweede helft van de negentiende eeuw namen Amerikanen de handel deels over van de Engelsen en Nederlanders. Veel verwanten van presidenten, zoals Roosevelt en Coolidge, hebben er hun vermogen mee kunnen opbouwen. Later, eind twintigste eeuw, was er in de VS het schandaal rond het op opiaten gebaseerde medicijn OxyContin met in 2000 een omzet van 1,1, miljard dollar en dertig miljoen verslaafden. Volgens Gosh hebben het moederbedrijf en andere farmaceuten tussen 2006 en 2015 zevenhonderd miljoen dollar uitgegeven aan het kopen van politieke invloed, acht keer zoveel als de wapenlobby. Ook een van de grootste banken te wereld, HSBC heeft zijn bestaan te danken aan de opiumhandel. Gosh:

Je hoeft maar een blik te werpen op de lijst van chemische stoffen in diverse veelgebruikte medicijnen om te zien dat opium tot op de dag van vandaag farmacologisch onmisbaar is. Simpel gezegd is opium misschien wel het oudste en krachtigste medicijn dat de mens kent.

Hij voorziet dat ‘elke trend er op wijst dat opiaten en cocaïne een nog sterkere kracht zullen worden dan ze nu al zijn bij het ondermijnen van natiestaten en mondiale bestuurssystemen’ en constateert dat alleen al in Azië momenteel delen van Pakistan, India, Nepal en Bangladesh te kampen hebben met nieuwe verslavingsepidemieën.

Opium-pijp
Oude opium-pijp (CC BY 4.0 – Wellcome Collection – wiki)

Brandstichters

Dit evenwichtige, goed geschreven boek is een mengeling van persoonlijke (reis)herinneringen en gedachten, een plaatsing van opium en zijn verschijningsvormen door de eeuwen heen en is tevens een historisch politiek en maatschappelijk verhaal. Het is nu eens niet door een Nederlandse, Engelse, Westerse auteur geschreven, maar door de momenteel meest gevierde Indiase schrijver Amitav Ghosh, die eerder al de nootkusmaatteelt en -handel analyseerde. Ook in die handel speelden Nederlanders ‘een vooraanstaande rol’.

Nobelprijs winnaar Rabindranath Tagore schreef in 1933:

…het is geleidelijk aan duidelijk geworden dat buiten Europa de fakkel van de Europese beschaving niet bedoeld was om de weg te verlichten, maar om brand te stichten. Daarom vielen op een dag kanonskogels en opiumkorrels samen neer in het hart van op China. Nooit eerder in de geschiedenis heeft zich zo’n gruweldaad voorgedaan.

En de Javaan Kartini in een brief aan een Nederlandse correspondent: ‘Opium is de pest van Java. Ja, opium is veel erger dan de pest (…) Het verspreidt zich meer en meer en zal ons nooit verlaten, nooit minder worden, want om de waarheid te spreken: het staat onder bescherming van de regering. Hoe algemener het gebruik van opium op Java, hoe voller de schatkist.’

Rook en as
 
Enerzijds is het macaber, anderzijds strekt het Gosh tot eer, dat hij onlangs de Erasmusprijs uit handen van Willem Alexander uitgereikt kreeg, uit handen van een nazaat van de Oranjes, die hun vermogen mede dankzij de opiumindustrie konden opbouwen.

Opium neemt volgens Gosh een unieke plaats in:

Thee, suikerriet,tabak, rubber, katoen, Yersinia pestis en vele andere planten en ziekteverwekkers hebben zeker een belangrijke rol gespeeld in de menselijke geschiedenis, sommige al meerdere eeuwen. Maar vandaag de dag hebben ze allemaal veel minder invloed, terwijl de opiumpapaver machtiger is dan ooit.

Lex Veldhoen is journalist en auteur van diverse boeken en uitgaves. Hij schreef en schrijft onder meer voor NRC-Handelsblad, Trouw, HP-De Tijd en het Parool. Zijn specialisaties zijn biografieën, reisverhalen en de onderwerpen India, België, Kunst, wetenschap en techniek. Zie ook zijn website lexveldhoen.nl.

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
2000
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 55.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×