Dark
Light

Een Wonderlijke Voyage naar Oost-Indië

Auteur:
3 minuten leestijd
Aangespoelde vinvis te Egmond, 1547
Aangespoelde vinvis te Egmond, 1547 - © Collectie Stad Antwerpen – Museum Plantin-Moretus

Op 19 mei 1721 stapte de Gentse priester Michael Le Febure in Oostende aan boord van het fregat Sint-Pieter met bestemming Oost-Indië. Als aalmoezenier hield hij een reisdagboek bij en dat manuscript belandde uiteindelijk in de Universiteitsbibliotheek van Gent. Dit ooggetuigenverslag van de Zuid-Nederlandse Oost-Indiëvaart in de eerste helft van de achttiende eeuw is de leidraad voor een tentoonstelling in de Sint-Pietersabdij van Gent.

Anders dan de klassieke scheepsjournalen leest Le Febure’s manuscript als een avonturenroman. De dreiging van Noord-Afrikaanse piraten, de ontmoeting met een gigantisch grote walvis, zware stormen, een schildpaddenjacht, verwondering over de exotische culturen, momenten van vreugde en euforie maar ook van uitputting, ziektes en spanningen wisselen elkaar af. Net die variatie van onderwerpen en de levendige beschrijvingen maken dit logboek volgens de organisatoren van de tentoonstelling bijzonder.

‘23 juni: een noordkaper gezien (3 tot 4 ton zwaar, 30 tot 40 voet lang). Het beest maakt het geluid van een burlende koe en spuit water.’

De reis start in Oostende, gaat dan via de Canarische Eilanden en Kaap Verdië richting Kaap de Goede Hoop. Op 12 september, bij het krieken van de dag komt de Kaap met de Tafelberg in zicht.

‘De kaap is Hollands en die geven geen spijs aan keizerlijke schepen, wel aan Engelsen en Fransen

Logboek van de Gentse priester Michael Le Febure
Logboek van de Gentse priester Michael Le Febure – Foto: Chris Delarivière
…noteert Le Febure. Daarna gaat het verder via Madagascar en Sri-Lanka naar het einddoel, de stad Surat, aan de westkust van Indië. Surat (Zurrate in de woorden van Le Febure) was in de achttiende eeuw een belangrijke havenstad in het Mogol rijk waar zowel Engelsen, Turken, Fransen als Hollanders handelsposten hadden. Le Febure is duidelijk onder de indruk want hij geeft een uitgebreide beschrijving van de stad met zijn smeltkroes van culturen.

‘De stad heeft eene menighte van menschen. Van alle soorten, natiën en religie, die ik gheloove in de werelt te wezen. Men rekent dat er tussen de 300 à 400.000 menschen zijn.’

Oostendse Compagnie

De tentoonstelling besteedt ook aandacht aan de bredere context. Met name aan de Oost-Indië vaart vanuit Oostende in de periode 1715-1735. Tientallen schepen vertrokken toen richting Oost-Indië. Aanvankelijk in opdracht van particuliere reders, vanaf 1723 in opdracht van de Oostendse Compagnie.

Die handelsmaatschappij, voluit de Generale Keijserlijcke Indische Compagnie, kwam tot stand met de zegen van de Oostenrijkse keizer Karel VI die toen over de Zuidelijke Nederlanden heerste. De compagnie stuurde schepen naar regio’s die nog niet door andere Europese mogendheden werden gedomineerd. De focus lag op thee-, koffie-, specerijen- en textielhandel met Arabië, India, Bengalen en China. De handelsmaatschappij was echter een kort leven beschoren. Al in 1735 werd ze opgedoekt. De oorzaak was het politieke schaakspel tussen Oostenrijk en maritieme naties zoals Engeland en de Nederlandse Republiek die liever geen concurrentie hadden in de lucratieve Oost-Indië handel.

Over de Oostendse Compagnie werd later ook beweerd dat ze actief was in de slavenhandel. Daar bestaan weliswaar geen concrete bewijzen voor. Wel staat vast dat individuele ondernemers uit de Zuidelijke Nederlanden hun graantje meepikten van de mensenhandel. Dat verhaal moet echter nog geschreven worden.

Met die onfrisse kant van de Zuid-Nederlandse Oost-Indiëvaart had Michael Le Febure niets te maken. Na 475 dagen arriveerde hij weer in zijn vertrouwde Gent en hij noteert:

‘Ick hebbe van mijn huys absent gheweest sedert 19 Meij 1721 tot 24 september 1722, seijnde 16 maanden en 5 daegghe’.

De lotgevallen van de avontuurlijke kapelaan en de ‘Wonderlijke Voyage’ van de Zuid-Nederlandse Oost-Indiëvaart worden nu dus in een tentoonstelling tot leven gebracht aan de hand van unieke objecten. Het manuscript ontbreekt uiteraard niet maar ook oude zeekaarten en scheepsmodellen over exotische dieren tot exclusieve vondsten uit achttiende-eeuwse scheepswrakken zorgen voor een boeiende kijkervaring. Er is ook een audiogids beschikbaar.

De tentoonstelling Won­der­lij­ke Voy­a­ge was te bezoeken van 22 oktober 2021 tot en met 6 maart 2022.

×