Dark
Light

Eerste Concilie van Nicea (325) en de geloofsbelijdenis van Nicea

Auteur:
3 minuten leestijd
Eerste Concilie van Nicea, zestiende-eeuws fresco (wiki)
Eerste Concilie van Nicea, zestiende-eeuws fresco (wiki)

In het jaar 325 riep de Romeinse keizer Constantijn de Grote christelijke bisschoppen bijeen in Nicea. De kerkvergadering is de geschiedenisboeken ingegaan als het Eerste Concilie van Nicea. Tijdens het concilie werd onder meer het eerste deel van de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel vastgelegd. Hierin legde men voor het eerst de fundamentele doctrines van het christelijk geloof vast. Met dit concilie kwam de vroeg-christelijke periode ten einde.

Eerste Concilie van Nicea met Arius liggend onder de voeten van de keizer (CC BY-SA 3.0 - Jjensen - wiki)
Eerste Concilie van Nicea met Arius liggend onder de voeten van de keizer (CC BY-SA 3.0 – Jjensen – wiki)
Een concilie, vaak ook synode genoemd, is een belangrijke vergadering in de Katholieke Kerk. Met name bisschoppen spelen een belangrijke rol. De onderwerpen waarover gesproken wordt kunnen theologisch, juridisch of politiek van aard zijn. Tijdens concilies kunnen algemene (organisatorische) maatregelen getroffen worden of dogmatische uitspraken worden gedaan. Deze worden echter pas definitief van kracht na bekrachtiging door de paus, de bisschop van Rome. Concilies konden vroeger zowel bijeengeroepen worden door kerkelijke als door wereldlijke gezagsdragers.

Er zijn twee soorten concilies: oecumenische of algemene concilies en particuliere concilies. Tijdens oecumenische concilies wordt over zaken vergaderd die de gehele Kerk aangaan, terwijl particuliere concilies gaan over een (groot) deel van de kerk, zoals een Kerkprovincie of een werelddeel.

Tweenaturenleer

Het Concilie van Nicea geldt als het Eerste Oecumenische Concilie en werd bijgewoond door 220 bisschoppen. De Kerk maakte een roerige periode door. Met name de Alexandrijnse priester en theoloog Arius (ca, 250-336) zorgde voor onrust. Arius verkondigde dat Jezus was geschapen door God en daarmee onderschikt was aan de Vader. De theoloog erkende daarmee ook de goddelijke drie-eenheid niet. Hij kende alleen aan de Vader de goddelijke status toe. Volgens de priester waren de Zoon en de Heilige Geest niet meer dan aardse afsplitsingen van God.

Arius
Arius
Uit de leer van Arius vloeide het arianisme voort, een dwaalleer die door steeds meer gelovigen werd aangehangen en daarmee voor een grote theologische tweespalt zorgde. Omdat de eenheid in zijn rijk op het spel stond besloot Constantijn de Grote daarom de bisschoppen bijeen te roepen en de kwestie voor eens en voor altijd op te lossen.

Dat het concilie plaatsvond in Nicea (het huidige Ä°znik in Turkije), vlakbij de oostelijke hoofdstad van het rijk, was een belangrijk signaal van de keizer. Het gaf duidelijk aan dat Constantijn zichzelf niet alleen in wereldse, maar ook in geestelijke kwesties een grote rol toedichtte.

Om af rekenen met Arius stelden de bisschoppen tijdens het Concilie van Nicea daarom de tweenaturenleer vast. Bepaald werd dat Christus twee naturen bezat: een volledig menselijke en een volledig goddelijke. Het officiële Kerkstandpunt luidde hierdoor dat Christus eeuwig had bestaan en dus niet kon zijn geschapen, zoals Arius beweerde. De leer van de goddelijke Drie-eenheid werd hierbij tot dogma verheven.

Hoewel Arius aanvankelijk wel enkele medestanders had, verwierp de kerkvergadering zijn leer mede onder druk van keizer Constantijn met grote meerderheid (218 tegen 2). Van een definitieve afrekening met het arianisme was echter geen sprake. De aanhangers van de leer bleven in de periode hierna machtig, onder meer dankzij prediking van de gotische bisschop Ulfilas.

Geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel

In de tijdens het concilie geformuleerde geloofsbelijdenis werden de fundamentele doctrines van het christendom voor het eerst officieel vastgelegd. De vertaalde tekst van de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel, zoals vastgesteld door de Katholieke Kerk, luidt als volgt:

Ik geloof in één God de almachtige Vader
Schepper van hemel en aarde, van al wat zichtbaar en onzichtbaar is.
En in één Heer, Jezus Christus,
eniggeboren Zoon van God,
vóór alle tijden geboren uit de Vader.
God uit God, licht uit licht, ware God uit de ware God.
Geboren, niet geschapen, één in wezen met de Vader,
en door wie alles geschapen is.
Hij is voor ons, mensen, en omwille van ons heil uit de hemel neergedaald.
Hij heeft het vlees aangenomen door de heilige Geest uit de Maagd Maria
en is mens geworden.
Hij werd voor ons gekruisigd,
Hij heeft geleden onder Pontius Pilatus en is begraven
Hij is verrezen op de derde dag, volgens de Schriften.
Hij is opgevaren ten hemel: zit aan de rechterhand van de Vader.
Hij zal wederkomen in heerlijkheid om te oordelen levenden en doden
en aan zijn rijk komt geen einde.
Ik geloof in de Heilige Geest die Heer is en het leven geeft
die voortkomt uit de Vader en de Zoon
die met de Vader en de Zoon tezamen wordt aanbeden en verheerlijkt;
die gesproken heeft door de profeten.
Ik geloof in de ene, heilige, katholieke en apostolische kerk.
Ik belijd één doopsel tot vergeving van de zonden.
Ik verwacht de opstanding van de doden
en het leven van het komend rijk.
Amen.

Bronnen â–¼

-Wereldrelgigies – Michael D. Coogan – 2008 (p.60)
-https://www.kro.nl/katholiek/abc/oecumenisch-concilie
-https://mainzerbeobachter.com/2012/10/27/christelijke-disputen/
-Kroniek van de mensheid – Aart Aarsbergen e.a. (p.122)
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Geloofsbelijdenis_van_Nicea-Constantinopel
×