In Sobibor werden ruim 170.000 mensen vermoord, waaronder 34.295 Nederlandse Joden. Op het terrein van het voormalige kamp wordt al jaren archeologisch onderzoek verricht. Archeologen hopen er sporen te vinden uit de periode van het bestaan van het vernietigingskamp. Onlangs werden onder meer twee naamplaatsjes gevonden van twee in Sobibor omgekomen kinderen. Museum Elburg en Museum Sjoel Elburg hopen dat de deze naamplaatjes straks ook in de tentoonstelling te zien zullen zijn.
Opstand
De tentoonstelling herdenkt ook een spectaculaire uitbraakpoging uit het concentratiekamp. Op 14 oktober 2013 is het precies zeventig jaar geleden dat ongeveer driehonderd Arbeitshäftlingen erin slaagden uit Sobibor te vluchten. De meesten van hen kwamen om bij de klopjacht die daarop volgde. Ook de Joden die in het kamp waren achtergebleven, werden vrijwel allemaal gedood. De nazi’s besloten na de opstand Sobibor met de grond gelijk te maken.
Met het tentoonstellingsproject Sobibor 1943-2013 willen Museum Elburg en Museum Sjoel Elburg een bijdrage leveren aan de herdenking van de geschiedenis van Sobibor.
Jules Schelvis
In de tentoonstelling wordt ook aandacht besteed aan het verhaal van Jules Schelvis. Deze geboren Amsterdammer werd op 1 juni 1943 samen met 3005 andere Joden naar Sobibor getransporteerd. Na de oorlog bleek dat hij de enige overlevende van het transport was. Zijn getuigenissen worden in de tentoonstelling gecombineerd met informatie over de transporten en de levensverhalen van de tien Joodse Elburgers die in Sobibor omkwamen.
Bij het samenstellen van de tentoonstelling werken de Elburgse musea onder meer samen met de Stichting Sobibor, Herinneringscentrum Kamp Westerbork en de Stichting voor Pools-Duitse Verzoening. Sobibor 1943-2013 is te zien van 27 september 2013 tot en met 1 februari 2014.
Overzicht van boeken over de Tweede Wereldoorlog
