De een vindt Valentijnsdag de meest romantische dag van het jaar, de ander commerciële onzin. Het is in ieder geval geen uitvinding van de afgelopen decennia. Op 14 februari 1613 trouwde de dochter van de Engelse koning bewust op Valentijnsdag. Een huwelijk dat in Londen groots gevierd werd.
De bruid was niet zomaar iemand. Slechts twee kinderen van de Engelse koning Jacobus (James) I hadden de volwassen leeftijd bereikt, zijn zoon Karel (Charles) en zijn dochter Elizabeth. Elizabeth was mooi, intelligent en geschoold. En geliefd bij een breed publiek, de Queen of Hearts. Haar moeder was een dochter van de Deense koning (Denemarken omvatte toen ook Noorwegen). Een begeerde bruid, zeker in een tijd dat vorstelijke en adellijke huwelijken vooral om politieke redenen werden gesloten. Maurits van Oranje, stadhouder van de Republiek der Nederlanden, had om haar hand gedongen. Vergeefs, waarop hij haar met succes paarde aan de zoon van zijn zus: Frederik V, markgraaf van de Palts en keurvorst van het Heilige Roomse Rijk.
Het huwelijk kwam Elizabeth’s vader goed uit. De Engelse koning wilde niet betrokken worden bij de conflicten op het continent, integendeel, hij wilde daarin bemiddelen. Op dat moment leken Frankrijk en Spanje toenadering te zoeken, wat zou kunnen leiden tot een katholiek blok. Om de machtsbalans te behouden, steunde hij tijdelijk de vorming van een protestants blok, als tegenwicht. Engeland zou daar niet lid van worden, maar het wel steunen. En Frederik V was op dat moment de belangrijkste protestantse vorst.
Tenminste, in zijn ogen. Jacobus’ echtgenote vond Frederik te min voor een koningsdochter en weigerde het huwelijk bij te wonen. Een smet op de feestvreugde. Bij het bruidspaar bleek het liefde op het eerste gezicht. Niet vanzelfsprekend bij gearrangeerde huwelijken. Nadat in Londen de feestelijkheden beëindigd waren, reisde Frederik vooruit naar de Palts, om de feesten in Heidelberg voor te bereiden. Elizabeth reisde hem na, begeleid door haar nu aangetrouwde ooms Maurits en Frederik Hendrik, die haar eerst lieten kennismaken met de Nederlanden. De banden tussen de Republiek en de Palts, beide calvinistisch, moesten zo hecht mogelijk worden.
Winterkoningin
Najaar 1619 liet Frederik zich kronen tot koning van Bohemen. In theorie had dit zijn positie en macht kunnen vergroten, maar het bracht hem onvermijdelijk in conflict met de man die zichzelf als koning beschouwde: Ferdinand II, keizer van het Heilige Roomse Rijk. Een jaar later verloor Frederik de slag op de Witte Berg en daarmee naast de kroon ook de Palts. Slechts één winter had het koningspaar geregeerd. Daarom werden zij Winterkoning en Winterkoningin genoemd.
Boze tongen beweerden dat Elizabeth haar man had opgestookt om koning te worden. ‘Had hij maar geen koningsdochter moeten trouwen’, ‘liever zuurkool aan een koningstafel dan lekkernijen aan het hof van een keurvorst’. Hoewel haar brieven uit 1619 en 1620 geen aanwijzingen bevatten dat zij en haar man overwogen de troon niet te aanvaardden, zijn dergelijke uitspraken niet teruggevonden in primaire bronnen. Waarschijnlijk was het propaganda van tegenstanders.
Hof van Bohemen in Den Haag
Na de verloren slag moesten Frederik en Elizabeth vluchten. Zo belandden zij in de Republiek. Hun verblijf aan de Kneuterdijk in Den Haag werd in de volksmond het ‘hof van Bohemen’ genoemd.1
In de burgerlijke Republiek was het koningspaar een vreemde eend in de bijt. Volgens sommigen hebben zij in Nederland de hofcultuur geïntroduceerd. Dit klopt indirect. Een hofdame van Elizabeth, Amalia van Solms, zou trouwen met Frederik Hendrik, die Maurits in 1625 opvolgde als stadhouder. Frederik Hendrik was de eerste Oranje die zich een koninklijke allure liet aanmeten.
Ogenschijnlijk had Amalia door haar huwelijk haar eerdere meesteres gepasseerd op de sociale ladder. Frederik Hendrik was echter slechts stadhouder, Frederik en Elizabeth een koningspaar. Buitenlandse bezoekers brachten daarom, omwille van het protocol, geregeld eerst hun opwachting bij hen en dan pas bij de Oranjes. Tussen Elizabeth en Amalia ontstond rivaliteit.
Protestantse prinses
Elizabeth’s echtgenoot overleed in 1632. Met Kerst schreef ze een brief aan haar broer, inmiddels koning Karel I van Engeland. Ze legde uit dat ze niet in kon gaan op zijn uitnodiging naar Engeland te komen. Het was haar taak om de dynastieke belangen van haar zoon, Karel Lodewijk, te behartigen. Plichtsbesef of een beleefde manier om te zeggen dat zij als Duitse koningin niet de Engelse koning hoefde te gehoorzamen? Tot haar zoon in 1642 meerderjarig werd, was zij hoofd van de dynastie. Maar welke middelen had zij tot haar beschikking?
Ten eerste haar reputatie. In Engeland was zij altijd geliefd geweest bij het publiek. De weduwe van een verdreven protestantse vorst, dat maakte bij menig protestant ridderlijke gevoelens los. Zeker in Engeland, waar de schrik er nog in zat na 1588, toen de Spaanse koning Filips II een armada had gestuurd naar Engeland. Aan het Engelse hof en in het parlement bestonden facties die meenden dat de protestanten op het continent gesteund moesten worden, voordat Spanje weer gemene zaak zou maken tegen Engeland. Elizabeth was oprecht protestants – bij haar vader en broer werd dat betwijfeld.
Daarnaast was er haar correspondentie. De ontwikkelde Elizabeth had altijd veel brieven geschreven, met edelen en diplomaten. Door haar briefwisselingen, vooral met haar vertrouweling, de Britse diplomaat Thomas Roe, bleef ze op de hoogte van politieke en diplomatieke ontwikkelingen en kon zij haar zaak in herinnering houden.
Het laatste middel: huwelijkspolitiek. Elizabeth liet haar kinderen trouwen met die van andere machtige families. Amalia wilde hetzelfde voor haar eigen kinderen, wat tot nog meer rivaliteit leidde.
Machtsverhoudingen
Ondanks haar inspanningen bleef resultaat uit. Op papier had het huwelijk van Elizabeth en Frederik V alle protestanten kunnen verenigen, maar de bondgenoten bleken stuk voor stuk eigen problemen te hebben.
Het is begrijpelijk dat Elizabeth zich in eerste instantie tot haar vader en broer richtte. De Engelse koningen waren echter niet van plan om protestantse kampioenen te worden. Goede betrekkingen met Spanje leken hen een probater middel om oorlog definitief af te wenden. Er was geprobeerd om Karel met een Spaanse koningsdochter te laten trouwen. Het Spaanse vorstenhuis vormde een tak van het Habsburgse huis, Ferdinand II was van de Oostenrijkse tak – reden te meer waarom Jacobus niet blij was met het Boheemse avontuur van zijn schoonzoon.
In 1625 werd Karel I koning van Engeland. Net als zijn vader zette hij vooral diplomatieke middelen in om Frederik V, en later diens zoon hun gebied in de Palts terug te bezorgen. De aanspraak op Bohemen steunde hij niet, ook al bleef Elizabeth zich ‘koningin van Bohemen’ noemen. Elizabeth en haar kinderen leefden in Den Haag van een toelage van Karel. In 1642 viel dit geld weg: haar broer kreeg in eigen land te maken met een burgeroorlog (1642-1649), die eindigde met diens onthoofding en (tijdelijk) afschaffing van de monarchie.
De Oranjes waren bereid tot interventie, maar waren geen koningen. Stadhouders waren in dienst van de Republiek. En in hetzelfde jaar waarin Elizabeth in de Republiek arriveerde, was het Twaalfjarig Bestand voorbij en was het weer oorlog met Spanje. Een tweede oorlog in Duitsland was ondoenlijk. De Republiek steunde haar wel diplomatiek. De speelruimte bleek echter beperkt, omdat de Nederlanden geen partij waren in het conflict en de keizer de Republiek nog niet erkend had. Wrang genoeg was de diplomaat die bedreven genoeg was om desondanks wat te kunnen bewerkstelligen in 1619 onthoofd: Johan van Oldenbarnevelt.
Elizabeth’s oom, de Deense koning, intervenieerde wel, maar moest in 1629 al vrede sluiten met de keizer. Later zouden Zweden en Frankrijk interveniëren. Die landen deden dat omwille van de eigen machtspolitiek. De Zweedse koning, nog iemand die om haar hand had gedongen, wilde strategische posities in Duitsland innemen. Frankrijk, altijd al bang door de Habsburgers omsingeld te worden, hoopte een bufferzone in te stellen.
Het aanvaarden van de Boheemse kroon was politieke naïviteit gebleken. Historici verschillen van mening of Elizabeth altijd naïef is gebleven. De oproepen aan haar broer om zich in te zetten voor de protestantse zaak kunnen suggereren van wel. Er zijn ook bewijzen van het tegendeel. Dat Elizabeth uiteindelijk haar kaarten zette op het katholieke Frankrijk, wijst erop dat ze ook naar reële machtsverhoudingen keek. Als degenen met wie zij door bloed en geloof verbonden was haar niet konden (of wilden) helpen, kon zij het net zo goed proberen met degenen met wie zij door bloed noch geloof verbonden was. Een laatste strohalm, in het besef dat het Frankrijk vooral om de eigen doeleinden ging.
Misschien maakt het weinig uit. Het was voor Elizabeth hoe dan ook zaak om te streven naar herstel van de positie van haar familie, haalbaar of niet. Achteraf had ze misschien beter eerder afstand gedaan van haar aanspraken op Bohemen, maar streefde niet iedere adellijke familie naar een zo hoog mogelijke positie?
Rol in de geschiedenis
In 1648 eindigden de Tachtigjarige Oorlog en de Dertigjarige Oorlog, een jaar later de Engelse Burgeroorlog. Karel Lodewijk kreeg het gebied in het Rijnland terug, het andere landsdeel bleef bij Beieren. De hertog van Beieren bleef keurvorst – voor Karel Lodewijk werd een achtste keurvorstentitel gecreëerd.
Elizabeth keerde niet terug naar de Palts. Omdat ze de Republiek niet mocht verlaten zolang ze niet eerst haar schuldeisers had afgelost, of omdat ze met haar zoon in onmin was geraakt? Die had in de Engelse Burgeroorlog, uit berekening, zijn steun betuigd aan het opstandige parlement, niet aan zijn oom, de koning. Nadat de Engelse monarchie was hersteld, in 1660, kon ze terugkeren naar Engeland, waar ze in 1662 overleed.
Om twee redenen heeft Elizabeth een blijvende rol in de geschiedenis gespeeld. Haar brieven werden al vermeld. De meeste zijn bewaard gebleven en vormen een belangrijke bron voor historici. De brieven zijn ook in boekvorm verschenen, het meest recent in een editie onder redactie van Nadine Akkerman (Universiteit Leiden). Daarnaast is ze succesvol gebleken in haar huwelijkspolitiek. Ze overleefde, tragisch genoeg, zeven van haar dertien kinderen. Degenen die trouwden, trouwden goed. Haar nazaten zitten in zoveel Europese vorstenhuizen, dat ze ook wel ‘Grootmoeder van Europa’ wordt genoemd.
Eén huwelijk verdient vermelding. Haar jongste dochter, Sophia, trouwde met de hertog van Brunswijk, tevens keurvorst van Hannover. Hun zoon George werd koning van Engeland, koningin Victoria stamde van hem af.
Boek: De Winterkoning – Balling aan het Haagse hof
Boek: De dochters van de Winterkoningin
Literatuur
-http://anemaa.home.xs4all.nl/ges/personen/winterkoning.htm
-https://web.archive.org/web/20070929145656/http://www.haagshistorischmuseum.nl/archief/winterkoning2.htm
-S. Groenveld, ‘De Winterkoning, balling aan het Haagse hof’ (Den Haag, 2003)
-P. Wolf (red), ‘Der Winterkönig. Friedrich von der Pfalz – Bayern und Europa im Zeitalter des Dreissigjährigen Krieges’ (Stuttgart, 2003)